Een ‘uitnodiging’ met een verplicht karakter klinkt tegenstrijdig, maar is toch de werkelijkheid met potentieel verstrekkende gevolgen.
In dit thema staat de aangifteverplichting uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen centraal. U krijgt in dit thema onder andere antwoord op de volgende vragen:
•
Wat is een aangifte?
•
Wanneer ontstaat de aangifteverplichting?
•
Wat zijn de formele vereisten voor het doen van aangifte?
•
Welke gevolgen heeft het niet voldoen aan de aangifteverplichting?
Inleiding
De Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) kent meerdere verplichtingen. Eén daarvan is het doen van belastingaangifte (de aangifteverplichting). De inspecteur moet bij de aangifteverplichting een actieve handeling verrichten: hij moet de vermoedelijke belasting-/inhoudingsplichtige uitnodigen om aangifte te doen. Dit betekent overigens niet dat de vermoedelijke belasting-/inhoudingsplichtige altijd achterover kan leunen. Soms moet hij de inspecteur zelf verzoeken om een uitnodiging tot het doen van aangifte. De aangifteplicht ontstaat dan als hij de uitnodiging ontvangt.
Komt de belastingplichtige de aangifteverplichting niet na, dan kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Naast omkering en verzwaring van de bewijslast kan hij worden beboet of zelfs strafrechtelijk worden vervolgd.
In dit thema wordt niet ingegaan op de informatieverplichtingen van artikel 47 AWR e.v. Zie hiervoor het fiscale thema: Informatieverplichting.
De aangifteverplichting in het algemeen
Hoofdstuk II van de AWR vormt het wettelijke kader van ‘de aangifte’ (artikelen 6-10a). Op grond van dit hoofdstuk moet de (vermoedelijke) belasting- /inhoudingsplichtige informatie aan de inspecteur verstrekken ten behoeve van de belastingheffing (de informatieverplichting). Het gaat daarbij zowel om aangifte- als aanslagbelastingen.
De kern van de aangifteverplichting is gelegen in artikel 8 AWR: Iedereen die is uitgenodigd moet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud aangifte doen (de vereiste aangifte). De aangifteverplichting start dus na ontvangst van de uitnodiging daartoe. Na de aangifte volgt een aanslag.
Kennisgroepstandpunt van 25 januari 2023, KG:206:2023:2, Vragen over omkering en verzwaring van de bewijslast naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 27 mei 2022, nr. 20/01587, ECLI:NL:HR:2022:767
Mr. Thijs Droog
Advocaat-belastingkundige bij Jaeger Advocaten-belastingkundigen
Meer over Thijs Droog
Een ‘uitnodiging’ met een verplicht karakter klinkt tegenstrijdig, maar is toch de werkelijkheid met potentieel verstrekkende gevolgen.
In dit thema staat de aangifteverplichting uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen centraal. U krijgt in dit thema onder andere antwoord op de volgende vragen:
Wat is een aangifte?
Wanneer ontstaat de aangifteverplichting?
Wat zijn de formele vereisten voor het doen van aangifte?
Welke gevolgen heeft het niet voldoen aan de aangifteverplichting?
Inleiding
De Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) kent meerdere verplichtingen. Eén daarvan is het doen van belastingaangifte (de aangifteverplichting). De inspecteur moet bij de aangifteverplichting een actieve handeling verrichten: hij moet de vermoedelijke belasting-/inhoudingsplichtige uitnodigen om aangifte te doen. Dit betekent overigens niet dat de vermoedelijke belasting-/inhoudingsplichtige altijd achterover kan leunen. Soms moet hij de inspecteur zelf verzoeken om een uitnodiging tot het doen van aangifte. De aangifteplicht ontstaat dan als hij de uitnodiging ontvangt.
Komt de belastingplichtige de aangifteverplichting niet na, dan kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Naast omkering en verzwaring van de bewijslast kan hij worden beboet of zelfs strafrechtelijk worden vervolgd.
In dit thema wordt niet ingegaan op de informatieverplichtingen van artikel 47 AWR e.v. Zie hiervoor het fiscale thema: Informatieverplichting.
De aangifteverplichting in het algemeen
Hoofdstuk II van de AWR vormt het wettelijke kader van ‘de aangifte’ (artikelen 6-10a). Op grond van dit hoofdstuk moet de (vermoedelijke) belasting- /inhoudingsplichtige informatie aan de inspecteur verstrekken ten behoeve van de belastingheffing (de informatieverplichting). Het gaat daarbij zowel om aangifte- als aanslagbelastingen.
De kern van de aangifteverplichting is gelegen in artikel 8 AWR: Iedereen die is uitgenodigd moet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud aangifte doen (de vereiste aangifte). De aangifteverplichting start dus na ontvangst van de uitnodiging daartoe. Na de aangifte volgt een aanslag.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 6 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 7 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 8 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 9 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 10 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 10a Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 11 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 19 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 25 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 27e Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 67a Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 67b Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 67ca Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 69 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 2 Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994
Artikel 3 Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994
Artikel 4a Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994
Artikel 20 Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994
Kennisgroepstandpunt van 25 januari 2023, KG:206:2023:2, Vragen over omkering en verzwaring van de bewijslast naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 27 mei 2022, nr. 20/01587, ECLI:NL:HR:2022:767
Belangrijkste uitspraken
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 12 juni 2024, nrs. 22/1451 en 22/1452, ECLI:NL:GHSHE:2024:1917, V-N Vandaag 2024/1354
Hoge Raad 9 juni 2023, nr. 20/02893, ECLI:NL:HR:2023:873, V-N Vandaag 2023/1276, V-N 2023/28.18, NJB 2023/1881, TaxVisions editie 16 juni 2023
Hof Arnhem-Leeuwarden 17 januari 2023, nr. 21/00586, ECLI:NL:GHARL:2023:351, V-N 2023/18.1.6
Hoge Raad 20 januari 2023, nr. 22/00362, ECLI:NL:HR:2023:41, V-N 2023/6.17, Belastingadvies 2023/6.6
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2 december 2022, nr. 21/3066, ECLI:NL:RBZWB:2022:7256
Hoge Raad 30 september 2022, nr. 21/02001, ECLI:NL:HR:2022:1341, BNB 2022/141, V-N 2022/42.17, FED 2022/122, V-N 2022/2.15
Hoge Raad 27 mei 2022, nr. 20/01587, ECLI:NL:HR:2022:767, BNB 2022/108, V-N 2022/24.12, FED 2023/64, TaxVisions editie 3 juni 2022
Hoge Raad 8 april 2022, nr. 20/02638, ECLI:NL:HR:2022:526, BNB 2022/68, V-N 2022/17.10, FED 2022/77, NJB 2022/1856, TaxVisions editie 15 april 2022
Rechtbank Den Haag 23 februari 2022, nr. 21 _ 1195, ECLI:NL:RBDHA:2022:1635, V-N 2022/30.2.3
Hoge Raad 29 mei 2020, nr. 18/02266, ECLI:NL:HR:2020:970, BNB 2020/108, V-N 2020/26.20, FED 2021/3, NJB 2020/1514, TaxVisions editie 5 juni 2020
Hof ’s-Hertogenbosch 11 februari 2020, nr. 20-003696-18, ECLI:NL:GHSHE:2020:421, V-N Vandaag 2020/329, NJFS 2020/276
Hof ’s-Hertogenbosch 12 februari 2019, nr. 20-001593-15, ECLI:NL:GHSHE:2019:482, V-N 2019/19.24.15
Hoge Raad 17 augustus 2018, nrs. 17/04145 en 17/04146, ECLI:NL:HR:2018:1312, BNB 2018/199, V-N 2018/42.22, V-N Vandaag 2018/1735
Hoge Raad 14 april 2017, nr. 16/05276, ECLI:NL:HR:2017:675, BNB 2017/138, V-N 2017/20.13, FED 2017/148, V-N Vandaag 2017/840
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10 januari 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:121, V-N 2017/19.10.23
Hoge Raad 24 april 2015, nr. 14/04104, ECLI:NL:HR:2015:1083, BNB 2015/176, V-N 2015/21.4, FED 2015/41
Hoge Raad 22 juni 2012, nr. 11/03007, ECLI:NL:HR:2012:BV0663, BNB 2012/227, V-N 2012/11.23, V-N 2012/42.19, FED 2012/86
Hoge Raad 5 oktober 2007, nr. 43 070, ECLI:NL:HR:2007:BB4739, BNB 2007/325, V-N 2007/47.23
Hoge Raad 11 april 2003, nr. 36 822, ECLI:NL:HR:2003:AE3220, WFR 2003/681, BNB 2003/264, V-N 2003/22.5, FED 2003/230
Hof 's-Hertogenbosch 27 maart 1997, nr. 96/2344, ECLI:NL:GHSHE:1997:AA4400, V-N 1997/4536, 6
Hoge Raad 27 maart 1996, nr. 31 209, ECLI:NL:HR:1996:AA2004, WFR 1996/497, BNB 1996/273, V-N 1996/1433, 3, FED 1996/685
Hoge Raad 22 februari 1984, nr. 21 979, ECLI:NL:HR:1984:AW8642, BNB 1984/233, V-N 1984/598, 4, FED 1984/1106.1, FED 1984/3603.1
Literatuur
S.C.W. Douma e.a., Algemene wet inzake rijksbelastingen (Fed Fiscale Studieserie nr. 5), Deventer: Wolters Kluwer 2021
M.W.C. Feteris, Formeel Belastingrecht (Fiscale Hand- en Studieboeken nr. 9), Deventer: Kluwer 2007
M.W.C. Feteris, Heffing van belasting door middel van betaling op aangifte, Fiscale monografieën (nr. 114), Deventer: Kluwer 2005
Naslag
Cursus Belastingrecht FBR.3.1.0, Aangifte- en informatieverplichtingen
Vakstudie Algemeen Deel, art. 6 AWR, aant. 2
Vakstudie Algemeen Deel, art. 7 AWR, aant. 2
Vakstudie Algemeen Deel, art. 8 AWR, aant. 2
Vakstudie Algemeen Deel, art. 10a AWR, aant. 2
Verwante onderwerpen
Thema: Artikel 10a AWR: de suppletieplicht
Thema: Informatieverplichting
Modellen
Model I.A.1 Verzoek om uitstel voor het doen van aangifte voor een bij wijze van aanslag geheven belasting, Fiscale Modellen I.A.1
Model I.A.4 Verzoek om uitstel voor het doen van aangifte voor een voldoenings- of afdrachtbelasting, Fiscale Modellen I.A.4
Model I.A.5 Verzoek om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte voor een aanslagbelasting, Fiscale Modellen I.A.5
Model I.A.9 Verzoek om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte voor een voldoenings- of afdrachtbelasting, Fiscale Modellen I.A.9