V-N 2022/42.17
Zonder rechtsgeldige aanmaning geen vergrijpboete voor opzettelijk niet-doen van aangifte
HR 30-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1341, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 2022
- Magistraten
Van Hilten, Feteris, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/02001
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS670729:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1341, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1102, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat geen vergrijpboete kan worden opgelegd wegens het opzettelijk niet doen van aangifte als X niet eerst op de voorgeschreven wijze is aangemaand.
Samenvatting
X exploiteert een onderneming. Bij een boekenonderzoek constateert de inspecteur dat diverse in- en verkopen niet in zijn boekhouding voorkomen en er regelmatig contant geld op een bankrekening wordt gestort. In geschil is de ambtshalve opgelegde aanslag IB/PVV alsmede de 50%-vergrijpboete van € 19.503 wegens het opzettelijk niet-doen van aangifte. Volgens Hof Den Haag is X niet op de juiste wijze gemaand om de aangifte te doen. De aanmaning is namelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.