FED 2022/122
Geen vergrijpboete voor het opzettelijk niet doen van aangifte indien belanghebbende niet op de voorgeschreven wijze is aangemaand.
HR 30-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1341, m.nt. mr. I.L.S. IJzerman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Feteris, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/02001
- Noot
mr. I.L.S. IJzerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS679513:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1341, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1102, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2021
- Wetingang
Art. 67d AWR
Essentie
Geen vergrijpboete voor het opzettelijk niet doen van aangifte indien belanghebbende niet op de voorgeschreven wijze is aangemaand.
Samenvatting
De politie heeft het huis van belanghebbende doorzocht en heeft belanghebbende toen aangehouden. Bij de aanhouding was een controleambtenaar van de Belastingdienst aanwezig. Korte tijd later is een aanmaning voor het niet doen van aangifte IB/PVV over het jaar 2015 naar het adres van belanghebbende verstuurd, dat geregistreerd stond in de Basisregistratie Personen. Nadat de daarin gestelde termijn was verstreken, heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV over het jaar 2015 ambtshalve vastgesteld, waarbij hij een vergrijpboete heeft opgelegd voor het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.