NJFS 2020/276
Niet (tijdig) doen van aangifte; voorafgaande aanmaning.
Hof 's-Hertogenbosch 11-02-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:421
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
11 februari 2020
- Magistraten
Mrs. P.J. Hödl, J. Platschorre, J.M. van der Vegt
- Zaaknummer
20-003696-18
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2020:421, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 11‑02‑2020
- Wetingang
Art. 69 AWR
Essentie
Fiscaal strafrecht. Alvorens de conclusie kan worden getrokken dat niet (tijdig) aangifte is gedaan, moet een belastingplichtige eerst aan de aangifteplicht herinnerd en vervolgens daartoe aangemaand worden. Daarom kan pas na afloop van de laatst genoemde termijn worden gesproken van het voltooide delict van het niet (tijdig) doen van aangifte. Volgt vrijspraak, nu is tenlastegelegd de periode van 1 mei t/m 11 november 2015 en de fiscus een (laatste) aanmaning had verstuurd om de aangifte alsnog uiterlijk 11 november 2015 in te dienen.
Partij(en)
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch gewezen op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.