BNB 2018/199
Omkering en verzwaring van de bewijslast. Vereiste aangifte
HR 17-08-2018, ECLI:NL:HR:2018:1312, m.nt. A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 augustus 2018
- Magistraten
Mrs. De Groot, Overgaauw, Fierstra, Groeneveld, Cools1.
- Zaaknummer
17/04145
17/04146
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS172408:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1358, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑08‑2018
ECLI:NL:HR:2018:1312, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑08‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:231, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑10‑2017
- Wetingang
Art. 27e AWR
Essentie
Omkering en verzwaring van de bewijslast. Vereiste aangifte
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert in een vennootschap onder firma een restaurant. Volgens zijn aangifte IB/PVV bedroeg de door hem verschuldigde IB/PVV over het jaar 2008 € 509. Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur een navorderingsaanslag opgelegd en daarbij het standpunt ingenomen dat belanghebbende de vereiste aangifte niet heeft gedaan en dat daarom de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing is. Het Hof heeft aannemelijk geacht dat € 7420,15 aan omzet niet is opgenomen in de aangifte en dat daardoor ten onrechte € 715,68 niet is geheven. Het heeft vervolgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.