BNB 1996/273
Verhoging wegens het niet doen van aangifte
HR 27-03-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2004, m.nt. E. Aardema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 maart 1996
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Jansen, C.H.M.
- Zaaknummer
31 209
- Noot
E. Aardema
- LJN
AA2004
- JCDI
JCDI:ADS887599:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2004, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑03‑1996
- Wetingang
Art. 9, derde lid, AWR
Essentie
Verhoging wegens het niet doen van aangifte
Samenvatting
Belanghebbende heeft het aangiftebiljet zuiveringsheffing voor een bedrijfsruimte oningevuld teruggezonden onder vermelding van mening te zijn dat zij niet voor een aanslag in aanmerking komt omdat al een aanslag zuiveringsheffing voor verontreiniging vanuit haar woning is opgelegd. In de aanslag wordt vervolgens een verhoging wegens het niet doen van aangifte begrepen van, na vermindering van de aanslag, f 9,05.
HR: de verhoging is ten onrechte opgelegd. Indien een belastingplichtige zijn aangiftebiljet oningevuld terugzendt maar daarbij uitdrukkelijk en gemotiveerd aangeeft dat en waarom hij van mening is niet belastingplichtig te zijn, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.