Einde inhoudsopgave
Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 67ca [Overige verzuimen in de belastingwetgeving]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2021
- Bronpublicatie:
20-02-2019, Stb. 2019, 127 (uitgifte: 27-03-2019, kamerstukken: 33996)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2021, Stb. 2021, 224 (uitgifte: 11-05-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
1.
Degene die niet voldoet aan de verplichting hem opgelegd bij of krachtens:
- a.
de artikelen 6, derde lid, 43, 44, 47b, 49, tweede lid, en 50, eerste lid;
- b.
- c.
de artikelen 4, elfde lid, en 9, eerste lid, van de Wet op de dividendbelasting 1965;
- d.
de artikelen 34c, eerste lid, 34e, 34g en 35a, eerste en tweede lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, of
- e.
artikel 54 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, begaat een verzuim ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste € 5.514 kan opleggen.
2
De bevoegdheid tot het opleggen van de in het eerste lid bedoelde boete vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de verplichting is ontstaan.