Einde inhoudsopgave
Wet op de omzetbelasting 1968
Artikel 34c [Factureringsplicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
07-04-2021, Stb. 2021, 183 (uitgifte: 16-04-2021, kamerstukken: 35527)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-2021, Stb. 2021, 261 (uitgifte: 07-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
1.
Iedere ondernemer zorgt ervoor dat door hemzelf dan wel, in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn afnemer of een derde, in de volgende gevallen een factuur wordt uitgereikt ter zake van:
- a.
de goederenleveringen of diensten die hij heeft verricht voor een andere ondernemer of een rechtspersoon, andere dan ondernemer;
- b.
de goederenleveringen, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, behalve wanneer een ondernemer gebruik maakt van de Unieregeling, bedoeld in hoofdstuk V, afdeling 7, paragraaf 3;
- c.
de goederenleveringen, bedoeld in de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6;
- d.
de vooruitbetalingen die aan hem worden gedaan voordat een van de in de onderdelen a en b bedoelde goederenleveringen is verricht;
- e.
de vooruitbetalingen die door een andere ondernemer of een rechtspersoon, andere dan ondernemer, aan hem worden gedaan voordat de dienst is verricht.
2.
Onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden en beperkingen zijn ondernemers die uitsluitend vrijgestelde prestaties verrichten, ontheven van de verplichting ingevolge het eerste lid. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de vrijgestelde prestaties van ondernemers die zowel vrijgestelde als belaste prestaties verrichten.