NJB 2022/1856
Bewijsmaatstaf aanwezigheid bestanddeel van beboetbaar feit. Overtuigend aantonen (‘doen blijken’). Aannemelijk niet voldoende. Waarborgen artikel 6 EVRM brengen mee dat de bewijslast op de inspecteur rust en dat de belanghebbende in geval van twijfel het voordeel van die twijfel moet worden gegund.
HR 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:526
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 2022
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Hilten, Feteris, Wortel, Faase
- Zaaknummer
20/02638
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:526, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑09‑2020
- Wetingang
Essentie
Bewijsmaatstaf aanwezigheid bestanddeel van beboetbaar feit. Overtuigend aantonen (‘doen blijken’). Aannemelijk niet voldoende. Waarborgen artikel 6 EVRM brengen mee dat de bewijslast op de inspecteur rust en dat de belanghebbende in geval van twijfel het voordeel van die twijfel moet worden gegund.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
3. Ambtshalve bijgebrachte grond voor cassatie
3.1
Het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur terecht aan belanghebbende op grond van artikel 67e, lid 1, AWR een vergrijpboete heeft opgelegd. Aan dit oordeel heeft het Hof ten grondslag gelegd dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.