BNB 2022/141
Geen vergrijpboete wegens opzettelijk niet doen van aangifte als betrokkene niet op de juiste wijze is aangemaand
HR 30-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1341, m.nt. F.J.P.M. Haas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Feteris, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/02001
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
F.J.P.M. Haas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS675650:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1341, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1102, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2021
- Wetingang
Art. 67d lid 1 AWR
Essentie
Geen vergrijpboete wegens opzettelijk niet doen van aangifte als betrokkene niet op de juiste wijze is aangemaand
Samenvatting
De Inspecteur heeft aan belanghebbende een vergrijpboete opgelegd omdat hij in gebreke is gebleven met het doen van aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende niet kan worden verweten dat hij geen aangifte heeft gedaan, omdat de Inspecteur de aanmaning tot het doen van aangifte naar het verkeerde adres heeft gezonden.
HR: Indien de Inspecteur de betrokkene niet op de voorgeschreven wijze heeft aangemaand om aangifte te doen, kan hij geen vergrijpboete opleggen wegens het opzettelijk niet doen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.