BNB 2022/68
De inspecteur moet de bestanddelen van een beboetbaar feit overtuigend aantonen
HR 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:526, m.nt. F.J.P.M. Haas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 2022
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Hilten, Feteris, Wortel, Faase
- Zaaknummer
20/02638
- Noot
F.J.P.M. Haas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS646369:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:526, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑09‑2020
- Wetingang
Essentie
De inspecteur moet de bestanddelen van een beboetbaar feit overtuigend aantonen
Samenvatting
De Inspecteur heeft aan belanghebbende, een BV, een vergrijpboete opgelegd. Volgens het Hof is dat terecht omdat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende voorwaardelijk opzettelijk een onjuiste aangifte vennootschapsbelasting heeft gedaan.
HR: Bij de beoordeling van de vraag of het bewijs met betrekking tot een bestanddeel van een beboetbaar feit is geleverd, dienen de waarborgen in acht te worden genomen die de belanghebbende kan ontlenen aan het EVRM. Die waarborgen brengen onder meer mee dat de bewijslast op de Inspecteur rust en dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.