V-N 2015/21.4
Hennepkweker doet niet vereiste aangifte
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 2015
- Magistraten
Overgaauw, Bavinck, Punt, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/04104
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS920736:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1083, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2014
- Wetingang
art. 25 lid 3 en 27e AWR; art. 3.90 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de heer X in vergelijking met de op grond van de aangifte verschuldigde belasting € 2101 (19%) meer is verschuldigd. Dit is niet alleen verhoudingsgewijs, maar ook op zichzelf beschouwd aanzienlijk.
Samenvatting
Bij X is begin 2009 een hennepkwekerij met 254 planten aangetroffen. In geschil is primair de IB-navorderingsaanslag over 2008. De inspecteur stelt dat de bewijslast moet worden omgekeerd wegens het door X niet doen van de vereiste aangifte. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de bewijslast ten onrechte is omgekeerd en verzwaard. X stelt namelijk dat ...