Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] d.d. 11 mei 2017, p. H199.
HR, 05-07-2022, nr. 21/01219
ECLI:NL:HR:2022:1002
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
05-07-2022
- Zaaknummer
21/01219
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2022:1002, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2022; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:372
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2021:636
ECLI:NL:PHR:2022:372, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2022
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2022:1002
- Vindplaatsen
Uitspraak 05‑07‑2022
Inhoudsindicatie
Hells Angels, charter Haarlem. Deelneming criminele organisatie, art. 140 Sr. 1. Hof is voorbijgegaan aan uos dat niet Hells Angels charter Haarlem, maar enkel ‘jonge garde’ daarvan, gevormd door anderen dan verdachte, een criminele organisatie vormden. 2. Bewijsklachten. 3. Klacht motivering strafoplegging. HR: art. 81.1 RO. Volgt verwerping. Samenhang met 21/01312, 21/01272, 21/01206, 21/01271, 21/01305 en 21/01309.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/01219
Datum 5 juli 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 10 maart 2021, nummer 23-002770-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de cassatiemiddelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juli 2022.
Conclusie 19‑04‑2022
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Deelneming aan criminele organisatie, art. 140 Sr. Hells Angels Haarlem. 1. Klacht over verwerping uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. 2. Bewijsklachten m.b.t. deelneming aan een criminele organisatie. 3. Klacht over de strafmotivering. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
Partij(en)
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 21/01219
Zitting 19 april 2022
CONCLUSIE
B.F. Keulen
In de zaak
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
hierna: de verdachte.
De verdachte is bij arrest van 10 maart 2021 door het Gerechtshof Amsterdam wegens ‘deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven’, veroordeeld tot 20 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van voorarrest als bedoeld in art. 27, eerste lid, Sr. Het hof heeft voorts een aantal inbeslaggenomen voorwerpen verbeurdverklaard.
Er bestaat samenhang met de zaken 21/01206, 21/01309, 21/01312, 21/01271, 21/01305 en 21/01272. In deze zaken zal ik vandaag ook concluderen.
3. Het cassatieberoep is namens de verdachte. Mr. W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, heeft drie middelen van cassatie voorgesteld.
4. Het eerste middel klaagt over de verwerping van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. Het tweede middel bevat andere bewijsklachten. Het derde middel betreft de strafmotivering. Voordat ik de eerste twee middelen bespreek geef ik de bewezenverklaring, een deel van de pleitnota, de bewijsoverwegingen en een deel van de in de aanvulling opgenomen bewijsmiddelen weer, en maak ik een aanvullende opmerking.
Bewezenverklaring, pleitnota, bewijsoverwegingen en bewijsmiddelen
5. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
‘hij in de periode van 01 mei 2014 tot en met 26 januari 2017 te Haarlem en elders in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit:
- Hells Angels, charter Haarlem (gevormd door: verdachte en [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] ) en
- Stichting Hells Angels Haarlem en
- [betrokkene 4] ,
welke organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft, te weten één of meer misdrijven omschreven in:- artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht (het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen) en
- artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht (het opzettelijk brand stichten of een ontploffing te weeg brengen) en
- artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht (een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of bedreiging met enige andere feitelijkheid, gericht tegen die ander of tegen een derde wederrechtelijk dwingen iets te doen of niet te doen of te dulden) en
- artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen en/of bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zware mishandeling of brandstichting) en
- artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht (mishandeling) en
- artikel 301 van het Wetboek van Strafrecht (mishandeling gepleegd met voorbedachte raad) en
- artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht (zware mishandeling) en
- artikel 303 van het Wetboek van Strafrecht (zware mishandeling gepleegd met voorbedachte raad) en
- artikel 304 aanhef en onder sub 2 van het wetboek van strafrecht (mishandeling, mishandeling met voorbedachte raad en/of zware mishandeling van een of meer ambtenaren gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn / hun bediening) en
- artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht (afpersing) en
- artikel 26 van de Wet Wapens en Munitie (voorhanden hebben van (een) wapen(s) en munitie van de categorie(ën) II en III van de Wet wapens en munitie).’
6. Uit het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gehouden op 22 januari 2021 blijkt dat één van de twee raadslieden van verdachte het woord tot verdediging heeft gevoerd overeenkomstig overgelegde pleitnotities. Deze houden onder meer het volgende in (met weglating van voetnoten):
‘De oude en jonge garde
7. Cliënt is sinds 2006 lid van de Hells Hangels: een motorclub, waarbinnen de leden een broederschap vormen met een gemeenschappelijke interesse in motoren en motorrijden. Cliënt betrad de club vijftien jaar geleden ook juist vanuit die interesse. Hij vond zijn metgezellen in (onder meer) [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Het clubleven draaide om gezelligheid en uitte zich in clubavonden met andere motorclubs en leuke evenementen, zoals motorshows, de Harleydag en de tattooconventie.
8. In de appelprocedure bij uw hof zijn veel getuigen gehoord, waaronder medeverdachten in de zaak tegen cliënt. Ook uit die verhoren kan uw hof afleiden dat er zich, 8 jaar nadat cliënt lid werd van de HAH, langzaam maar zeker een groep binnen dat broederschap vormde: [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] vormden samen de 'jonge garde'.
9. Meerdere getuigen hebben verklaard over het ontstaan van twee gesplitste groepen. Het "supertrio" voelde zich verheven boven de 'oude garde' en dacht dat zij als Hells Angel "van alles kon doen in je leven"; zij toonden geen respect tegenover andere mensen, waren opvliegender en vervelender, en vertoonden haantjesgedrag. De sfeer was in 2014 niet meer zoals het was. [getuige 1] , die van 2009 tot en met 2014 lid was van de HAH, verklaart hierover: "Voordat [betrokkene 1] president werd was er een bepaalde aardigheid en medeleven naar elkaar toe. Wat meer menselijkheid in de tent. Tien keer minder rigoreuze maatregelen en gescheld en gevloek en getier en keiharde housemuziek.”
10. Dit, in tegenstelling tot de 'oude garde', waartoe cliënt behoorde. Zij waren “redelijk rustig" en fulltime aan het werk. Het ging om een biertje drinken, gezelligheid en verder geen gekkigheid. Zij wilden problemen met andere motorclubs pratend oplossen. Zij hadden een goede band met de burgemeester van Haarlem, de wijkagent en de buren van het clubhuis.
De criminele tak binnen de organisatie
11. Terwijl de 'oude garde' aan het werk was en slechts samenkwam op club- en vergaderavonden, was het de 'jonge garde' die veelvuldig op het clubhuis was; "ze konden doen en laten wat ze wilden". Zij gingen dagelijks met elkaar om en regelden veel met zijn drieën. [betrokkene 3] verklaart hierover ter zitting van uw hof: “We hadden regelmatig contact, over schrijnende dingen maar ook over leuke dingen. (...) Ik vergaderde in besloten kring met de twee andere verdachten. Je praat dan met elkaar onder het genot van een drankje of een BBQ, dat heeft niets met echt vergaderen te maken."
(…)
13. Uit het dossier en de verklaringen van de getuigen ter zitting leidt de verdediging af dat de 'jonge garde' het lidmaatschap aanwendde om – onder de noemer van de club en kennelijk steeds uit persoonlijk gewin – strafbare feiten te plegen. De verdediging meent dat die garde de criminele 'tak' van de organisatie (…) vormde, nu onderhavig opsporingsonderzoek heeft geresulteerd in de betrokkenheid van die drie heren, steeds in wisselende samenstelling, bij 27 strafbare feiten.
14. De 'oude garde', waaronder cliënt, speelde geen enkele rol in dat criminele samenwerkingsverband. Cliënt verklaart hierover in eerste aanleg: "Als dit allemaal waar is, dan kijk ik wel anders tegen hen aan ja. Wij zitten alleen maar bij dezelfde club. Het is niet dat wij elke dag samen koffie drinken. Ik woon in [plaats] en ik werk elke dag. Het lijkt er inderdaad op dat zij dingen uit naam van de club doen. Maar dit heeft allemaal niets met de club te maken. Daar staat de club helemaal niet voor. De club staat voor motorrijden, broederschap en goed met elkaar omgaan. (...) Als dit allemaal waar is, dan hebben zij de club misbruikt."
Clubbesluiten versus individuele besluiten
15. [betrokkene 1] verklaart later over de door de 'jonge garde' gepleegde geweldincidenten dat die niets met de club te maken hadden. En [betrokkene 3] verklaart: "Wij drieën hadden zonder overleg de vinger in de pap. Met de rest hadden we nauwelijks tot geen contact, niet over bepaalde dingen die besproken waren."
16. [betrokkene 2] bestempelde het charter – overigens zonder dat de 'oude garde' daarvan op de hoogte was – als "kei en kei hard", terwijl [betrokkene 1] sprak over een "beestachtig charter". Zij waren "extreem in hun ideeën". [betrokkene 1] duldde geen andere motorclubs in "hun stad" en wilde "dat zijn stad schoon blijft”. Volgens [betrokkene 1] zou een basisregel voor een Hells Angels het schoonhouden van het territorium zijn.
17. De 'oude garde' was niet op de hoogte van deze individuele ideeën. Er werd immers niet gesproken over geweld en de haat tegen andere motorclubs. Uit de verhoren van de medeverdachten ter zitting blijkt ook op geen enkele manier van haat jegens andere motorclubs; de 'oude garde' ging juist altijd goed om met andere clubs.
Distantiëren van individuele ideeën
18. De 'oude garde' distantieerde zich van de 'jonge garde' en hun individuele dingen. Zij deden dit letterlijk door naar boven te gaan op clubavonden, zodat daar rustig gepraat kon worden. De 'jonge garde' bleef dan achter. Ook corrigeerde de 'oude garde' het gedrag van de jonge garde. [betrokkene 1] verklaart: "Als ik wel eens negatief gedrag vertoonde, werd ik daarop aangesproken." en "Ik heb heel vaak op mijn flikker gekregen als ik me niet aan de regels hield of ongepast gedrag vertoonde." En [betrokkene 5] zegt hierover: “Ik heb wel eens meegemaakt dat iemand buiten tegen een motor liep en zij naar buiten liepen en de oudere garde zei: "Wat is dat".''
19. De stelling van de rechtbank dat cliënt "bewust een cultuur [heeft] laten ontstaan en laten voortbestaan waarin misdrijven werden gepleegd" houdt alleen al gelet op het voorgaande geen stand. [medeverdachte 2] zegt hierover duidend: "Om iets in stand te houden, moet je er weet van hebben. Als je er geen weet van hebt, is het moeilijk om er iets over te vinden.”
(…)
Zaaksdossier C-14 Uitkijk: [getuige 2]
47. [betrokkene 3] en [betrokkene 2] zouden, naar het oordeel van de rechtbank, [getuige 2] hebben afgeperst door hem te dwingen om zijn motor af te geven, en hem later hebben mishandeld en bedreigd.
48. [getuige 2] verklaart hierover zelf: "Ik weet niet of [betrokkene 2] en [betrokkene 3] dat op eigen initiatief hebben gedaan. Daar kan ik geen oordeel over vellen, maar ik kan wel vertellen dat het negen van de tien keer clubbesluiten zijn. (...) Ik bedoelde daarmee of het een clubbesluit was of een individuele actie. Ik heb geen idee wat het uiteindelijk was, ik weet alleen dat er niets mee is gedaan."
49. Nu ook [getuige 2] zelf geen zekerheid kan geven, ontbreekt, naar het oordeel van de verdediging, dan ook het rechtstreeks verband tussen de afpersing en mishandeling, en de club HAH.
(…)
In zijn algemeenheid weten
69. Cliënt heeft van meet af aan stellig ontkend wetenschap te hebben gehad van gepleegde strafbare feiten door de 'jonge garde'. Hij heeft niets gehoord van leden in het algemeen of de 'jonge garde' in het bijzonder, maar ook niets van politie of justitie. Hij heeft enkel achteraf - bij doorlezen van de processtukken - kennisgenomen van crimineel gedrag van [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] . Er ging een wereld voor de 'oude garde' open, waar iedereen van schrok en waarop maatregelen werden getroffen. Daarvoor heeft hij hoogstens kennisgenomen van vermoedens.
(…)
76. Tijdens vergaderingen en daarbuiten werd ook, zoals de verdediging eerder aanhaalde, niet gesproken over criminele activiteiten van de 'jonge garde'. Het kwam simpelweg "niet aan de orde". [betrokkene 3] verklaart hierover: "Geweld door individuele leden van de Hells Angels werd niet besproken op het clubhuis." Cliënt nam pas kennis van concreet gepleegde strafbare feiten door de 'jonge garde' bij doorlezen van het dossier. Als cliënt eerder kennis had genomen van deze concrete feiten, dan had cliënt hen er naar eigen zeggen “persoonlijk uitgetrapt".
Clubavond van 16 september 2016
77. Voorts snijdt de stelling van de rechtbank - dat cliënt op geen enkel moment gevraagd heeft waar het gesprek tijdens de clubavond van 16 september 2016 over ging, dat hij geen nadere vragen heeft gesteld en zijn afkeuring heeft uitgesproken - geen hout.
78. Het incident bij het Van der Valk-hotel in april 2016 (zaaksdossier C-20 Slechtvalk) werd breed uitgemeten in de media: "De vechtpartij ging tussen twee rivaliserende motorbendes: de Hells Angels en de Mongols", aldus het AD. Een half uur na het voorval stond het al op het nieuws, aldus cliënt. De verdediging kijkt daarom niet vreemd op, wanneer blijkt dat over dit incident (en de vermeende betrokkenheid van leden van de Hells Angels bij dit incident) op een vergadering van de Hells Angels werd gesproken en het voor members - nota bene 5 maanden later – duidelijk was waar het gesprek over ging. Daarentegen staat - anders dan de rechtbank overweegt - niet vast dat cliënt geen nadere vragen heeft gesteld of niet zijn afkeuring heeft uitgesproken over de haat tegen andere motorclubs in het algemeen of het incident in het bijzonder. Daarbij moet worden opgemerkt dat toen ook niet duidelijk was welke betrokkenheid [betrokkene 1] , [betrokkene 2] , [betrokkene 3] en [medeverdachte 3] genoten bij het incident.
79. [betrokkene 1] zegt hierover zelf: “Over de trip naar Rotterdam is zeker gesproken met andere leden, omdat het niet mis was wat er allemaal gebeurd zou zijn. Ik ben tot de orde geroepen en als ik enig negatief aandeel had gehad moest ik mijn biezen pakken." en "Tegen mij is heel duidelijk gezegd: " [betrokkene 1] , als jij daar heen bent gegaan om te knokken of herrie te maken, dan is dat onwenselijk, en kunnen we niet verder met je."
(…)
Conclusie: vrijspraak
85. De verdediging concludeert op basis van dit dossier dat sprake is van suggesties en invulling achteraf. Het is haast wel zeker dat de 'jonge garde' met een bepaalde insteek de positie van hun criminele tak dacht te kunnen verstevigen. De verdediging stelt zich nadrukkelijk op het standpunt dat dat oogmerk niet aanwezig was bij cliënt; hij had ten aanzien daarvan geen wetenschap. Hij behoorde niet tot de criminele tak van de 'jonge garde' en heeft ook geen aandeel gehad bij of ondersteunende rol gespeeld in gedragingen die strekten tot of rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van hun oogmerk.
86. Contra-indicaties wijzen juist veel sterker in de richting van het tegendeel: cliënt heeft zich gedistantieerd van het samenwerkingsverband van de 'jonge garde' en heeft bij kennisneming van hun 'oogmerk' het contact verbroken. De 'jonge garde' heeft de club nota bene 'bad standing' moeten verlaten.
87. De verdediging verzoekt uw hof cliënt alsdan vrij te spreken van het hem tenlastegelegde bij een gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.’
Uit het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gehouden op 28 januari 2021 blijkt dat de (aanwezige) raadsman van de verdachte het woord heeft gevoerd aan de hand van een op schrift gestelde dupliek. Deze houdt onder meer in:
‘En daar waar door de advocaat-generaal in repliek en in vergelijking tot de supportersvereniging van Ajax wordt gesproken over “direct royeren” bij de betrokkenheid van leden van die vereniging als “vuurwerkgooiers”, verwijst de verdediging nogmaals naar de manier waarop ‘de jonge garde’ de club heeft verlaten: zij zijn bij kennisneming van hun gedrag en waanideeën door de ‘oude garde’ “direct geroyeerd”, of jargon: zij verlieten “bad standing” de club. Er werden – anders dan de advocaat-generaal stelt in repliek op pagina 6 – wel degelijk maatregelen getroffen.’
Het hof heeft in het bestreden arrest inzake de bewezenverklaring het volgende overwogen (met overneming van voetnoten):
‘Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de aan de verdachte tenlastegelede
deelname aan een criminele organisatie bewezen dient te worden verklaard, met dien verstande dat het niet bewezen kan worden dat de organisatie - tevens - het oogmerk heeft tot het plegen van misdrijven als bedoeld in de artikelen 141a, 170, 287, 289 en 312 Sr.
Standpunt van de verdediging
Bij pleidooi heeft de verdediging namens de verdachte vrijspraak van het aan hem tenlastegelegde bepleit. Daartoe is – kortgezegd – het volgende naar voren gebracht. Het oogmerk tot het plegen van misdrijven was niet aanwezig bij de verdachte. Ten aanzien van de organisatie geldt dat uit het dossier en de verklaringen van de getuigen ter terechtzitting blijkt dat binnen de Hells Angels Haarlem twee gesplitste groepen zijn ontstaan, namelijk de ‘oude garde’, bestaande uit de verdachte en [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] , en de ‘jonge garde’, bestaande uit [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . De jonge garde wendde kennelijk het lidmaatschap van de Hells Angels Haarlem aan om, onder de noemer van de Hells Angels Haarlem en steeds uit persoonlijk gewin, strafbare feiten te plegen. De oude garde, waartoe de verdachte behoorde, speelde, in tegenstelling tot de jonge garde, geen enkele rol in dat criminele samenwerkingsverband. De oude garde was niet op de hoogte van de individuele, extreme ideeën van de jonge garde en distantieerde zich van de jonge garde en hun ‘individuele dingen’.
De verdachte heeft niet bijgedragen aan een bedreigende en gewelddadige reputatie, nog daargelaten dat een bedreigende en gewelddadige reputatie van een groep niet kan bijdragen aan het bewijs van het oogmerk tot het plegen van misdrijven van een organisatie. De verdediging heeft ten aanzien van het belonen van geweld, aangevoerd dat de verdachte de betekenissen van de patches en symbolen, die hiermee in verband worden gebracht, betwist en dat het gebruik daarvan derhalve niet kan bijdragen aan het bewijs van voornoemd oogmerk. Evenmin kan het oogmerk van de organisatie worden afgeleid uit de gepleegde strafbare feiten, nu deze – door de jonge garde gepleegd – geen rechtstreeks verband hielden met de Hells Angels Haarlem. Het oogmerk kan ook niet worden afgeleid uit de wens van [betrokkene 1] om de enige motorclub in Haarlem te zijn, nu de verdachte zich daar niet mee kan vereenzelvigen. Mocht in dit verband al sprake zijn van een oogmerk, dan paste dit alleen bij de jonge garde en was de verdachte er niet mee bekend.
De verdachte heeft niet deelgenomen aan een criminele organisatie. Hij ontkent wetenschap te hebben gehad van gepleegde strafbare feiten door de jonge garde, hooguit heeft hij achteraf kennis genomen van vermoedens. Evenmin heeft de verdachte een rol vervuld, die de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie op enigerlei wijze heeft bevorderd. De verklaring van getuige [getuige 2] ter terechtzitting van het hof dat de oude members “het ook allemaal maar hebben laten gebeuren" en “zichzelf niet hebben willen verdedigen” doet daar niet aan af. Deze verklaring is onbetrouwbaar, nu deze is gestoeld op vermoedens en deze getuige als ‘hangaround’ geen zicht heeft gehad op de besluitvorming van de club. De aanwezigheid van de verdachte op de clubavond van 16 september 2016, waarbij uit de OVC-opname niet is gebleken dat de verdachte vragen heeft gesteld over strafbare feiten waarover hij achteraf is geïnformeerd, en de ‘ball peen hammer’ op de motor van de verdachte, zijn eveneens onvoldoende om wetenschap aan te nemen van door de jonge garde gepleegde strafbare feiten. De oude garde heeft wel degelijk maatregelen getroffen naar aanleiding van het gedrag van de jonge garde; deze jonge garde is ‘bad standing’ uit de club gezet toen men er achter kwam wat zij had gedaan.
Beoordeling door het hof
Voor beantwoording van de vraag of de verdachte (hierna ook: [verdachte] ) zich in de ten laste gelegde
periode schuldig heeft gemaakt aan deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, zal het hof hierna de bestanddelen “organisatie”, “oogmerk van de organisatie” en “deelneming aan de organisatie” bespreken.
Het hof verwijst in een deel van de tekst van deze beoordeling met noten naar de betreffende bewijsmiddelen. Voor zover in de tekst geen noten zijn opgenomen, blijken de betreffende bewijsmiddelen uit de bijgevoegde bewijsmiddelenbijlage. De bewijsmiddelen uit de noten staan in beginsel niet in de bewijsmiddelenbijlage vermeld, maar in een aantal gevallen is sprake van een dubbele vermelding.
Organisatie
Beoordelingskader
Volgens vaste jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste een andere persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon – om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt – moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is (Hoge Raad 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:378).
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen het volgende af. De Stichting Hells Angels Haarlem (hierna ook: de Stichting) staat ingeschreven op het adres aan de [a-straat 1] te Haarlem en is eigenaar van het aldaar gelegen pand. [medeverdachte 5] is voorzitter van de Stichting. Hells Angels, charter Haarlem (hierna ook: Hells Angels Haarlem), maakt gebruik van het pand aan de [a-straat 1] te Haarlem als clubhuis. De Stichting beschikt over een bankrekening, die wordt gevoed door contante stortingen en vanaf welke rekening de vaste lasten voor het clubhuis worden betaald. De ‘treasurer’ (hof: penningmeester) van de Hells Angels Haarlem heeft de beschikking over de bankrekening van de Stichting. In de ten laste gelegde periode zijn [medeverdachte 5] , [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [betrokkene 1] , [betrokkene 3] , [medeverdachte 4] , [betrokkene 2] en [medeverdachte 2] allen lid van dit charter. Binnen het charter is sprake van een strakke structuur met diverse functies. [betrokkene 1] is president, [medeverdachte 1] is vice-president, [medeverdachte 2] is ‘road captain’, [betrokkene 3] is ‘treasurer’, [verdachte] is ‘secretary’ en [betrokkene 2] is de ‘sergeant at arms’. [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] zijn ‘full colour member’. De leden dragen een hesje, de zogenaamde ‘colours’, waardoor zichtbaar is dat zij lid zijn van Hells Angels, charter Haarlem. Zij betalen contributie voor het lidmaatschap, met welke contributie de vaste lasten voor het clubhuis worden betaald, met uitzondering van [medeverdachte 4] , die daar de laatste jaren van is vrijgesteld gelet op zijn leeftijd en zijn financiële situatie. Leden van de Hells Angels Haarlem overleggen structureel in periodieke overleggen en op basis van ad-hoc belegde bijeenkomsten.
Hells Angels Haarlem heeft eigen clubregels. De verdachte was bekend met deze regels. Beslissingen binnen het charter worden op democratische wijze genomen, waarbij alle leden een stem hebben in te nemen beslissingen.
[betrokkene 4] is geen lid van Hells Angels, charter Haarlem. Ten tijde van de detentie van haar partner [betrokkene 1] was zij wel de cruciale schakel tussen [betrokkene 1] en andere leden van de Hells Angels Haarlem. Met name met [betrokkene 3] en [betrokkene 2] onderhield zij telefonisch contact en zij had ontmoetingen met hen, onder meer over club gerelateerde zaken.
Het hof concludeert op basis van het voorgaande dat sprake is van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen de leden van de Hells Angels Haarlem, zijnde [medeverdachte 5] , [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [betrokkene 1] , [betrokkene 3] , [medeverdachte 4] , [betrokkene 2] en [medeverdachte 2] , samen vormend Hells Angels, charter Haarlem, en de Stichting en [betrokkene 4] gedurende de ten laste gelegde periode.
Oogmerk van de organisatie
Beoordelingskader
Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van misdrijven, maar niet is vereist dat het plegen van misdreven de voornaamste bestaansgrond van de organisatie is (HR 15 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6148). Het oogmerk ziet op het feitelijke en gewenste doel van de organisatie. Daarbij is voor een bewezenverklaring voldoende dat het plegen van misdrijven wordt beoogd, zodat nog geen aanvang hoeft te zijn gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan. Het oogmerk behoeft in de tenlastelegging niet nader omschreven te zijn, maar zal uit de bewijsmiddelen moeten blijken (HR 13 oktober 1987, NJ 1988/425). Voor bewijs van het bestanddeel "oogmerk" zal onder meer betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie, en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie (HR 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0502NJ 2008/559).
De organisatie bestond, zoals hiervoor is vastgesteld uit de full members van het charter Hells Angels Haarlem, [betrokkene 4] en de Stichting Hells Angels Haarlem. Het charter Hells Angels Haarlem vormde daarbij het middelpunt van de organisatie.
Bij het beantwoorden van de vraag of de organisatie het oogmerk had op het plegen van misdrijven komt naar het oordeel van het hof betekenis toe aan de volgende feiten en omstandigheden.
A. Bedreigende en gewelddadige reputatie
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat het charter Hells Angels Haarlem een bedreigende en gewelddadige reputatie heeft. Uit diverse verklaringen en tapgesprekken blijkt dat slachtoffers van strafbare gedragingen door leden van de Hells Angels Haarlem geen aangifte durven te doen uit angst voor represailles en dat getuigen niet of nauwelijks durven te verklaren. Zo heeft getuige [getuige 3] in het contact met de politie verklaard dat de Hells Angels nergens voor terugdeinzen en tot alles in staat zijn.1.Ook blijkt uit zijn gesprek met de politie dat hij zeer angstig is dat de club erachter komt dat hij contact heeft met de politie.2.Hij durft van meerdere voorvallen geen aangifte te doen. Ook getuige [getuige 4] wilde geen verklaring afleggen of aangifte doen, omdat hij geen lopende schietschijf wil zijn in Haarlem.3.Uit de gesprekken met de politie en de tapgesprekken blijkt dat de getuige [getuige 2] voormalig ‘hangaround’ van de Hells Angels Haarlem, angstig is, niet wil dat de leden van de club erachter komen wat hij de politie heeft verteld en hij hen tot alles in staat acht.4.Wanneer de politie bij de getuigen [getuige 5] en [getuige 6] langs komt, naar aanleiding van de mishandeling van [getuige 5] , geeft [getuige 6] aan geen aangifte te willen doen, omdat de Hells Angels dan ongetwijfeld langs komen en de ramen inschieten met mitrailleurs.5.Getuige [getuige 7] heeft verklaard dat hij in het verleden betalingen heeft moeten doen aan de Hells Angels Haarlem en dat hij in die tijd doodsbang was.6.Tenslotte verklaart ook getuige [getuige 8] , afgeperst en mishandeld door leden van de Hells Angels Haarlem, nauwelijks uit angst voor wat er kan gebeuren.7.
Voornoemde getuigen zijn, met uitzondering van [getuige 4] , eveneens ter terechtzitting in hoger beroep gehoord. Gelet op de in hoger beroep afgelegde verklaringen, bezien in samenhang met de eerder door hen afgelegde verklaringen, kan het hof zich niet aan de indruk onttrekken dat een aantal van de getuigen nog steeds niet het achterste van hun tong heeft durven laten zien uit angst voor mogelijke represailles. Zo geeft getuige [getuige 3] enerzijds aan niet te weten van waaruit de opdracht om hem te dwingen zijn tattooshop te sluiten is gegeven, maar verklaart hij anderzijds: “Ik weet niet precies vanuit welke groep dit is gekomen, maar als er al twee aan je deur staan..” Dit, nadat hij even ervoor had gezegd dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] aan de deur stonden, daarbij doelend op [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , van wie hij wist dat ze lid waren van de Hells Angels Haarlem. Op de vraag of hij bang was antwoordt hij: “Weet u, ik had niet te maken met de plaatselijke roeivereniging en ik wist niet wie ik tegenover mij had.”8.Getuige [getuige 6] geeft aan zich delen van het gesprek met de politie niet meer te kunnen herinneren en evenmin dat zij contact heeft gezocht met [betrokkene 3] .9.Getuige [getuige 7] heeft verklaard dat hij het geld dat hij heeft betaald niet zag als een boete en dat hij zich nooit afgeperst heeft gevoeld. Tegelijkertijd verklaart hij: “Ik heb twee ouders en meerdere zaken en als je auto in de brand wordt gestoken (…).”10.[getuige 8] heeft verklaard dat het niet klopt dat hij bang was en dat de politie zoveel kan opschrijven.11.Voorts verklaart hij: “Als je een boete moet betalen, moet je het betalen. Ik wil er niets meer over verklaren. Ik ben er klaar mee. Ik heb ook tegen de agent gezegd dat ik geen represailles wilde.” Getuige [getuige 2] heeft voorafgaand aan het verhoor ter terechtzitting laten weten angstig te zijn te verklaren in het bijzijn van de verdachten.12.Ter terechtzitting heeft hij verklaard dat hij niet door tuig opgewacht wil worden vanwege het afleggen van een getuigenverklaring. Ook verklaarde hij op de vraag van medeverdachte [medeverdachte 2] of hij bang voor hem is: “Ik ben voor geen één van jullie individueel bang. Ik weet dat de club ver reikend kan zijn en een club waarmee ik niet op goede voet sta – en dat sta ik op dit moment niet – heeft de mogelijkheden om mij door anderen het leven zuur te laten maken.”13.Ten slotte is in hoger beroep ook oud-lid van de Hells Angels Haarlem [getuige 1] als getuige gehoord. Hij verklaarde eerder bij de politie bang te zijn dat de Hells Angels er via de advocaten achter komen dat hij wat heeft verteld.14.Daarmee geconfronteerd ter terechtzitting in hoger beroep verklaarde hij dat hij het niet zo tegen de politie heeft gezegd. Nadat wordt voorgehouden dat hij tot twee keer tegen de politie heeft gelegd dat hij angst had voor represailles, antwoordt hij dat dat misschien voor zichzelf was maar niet voor zijn vrouw en kinderen en dat hij het merkwaardig vindt dat de politie het zo heeft opgeschreven.15.
Dat de leden van de Hells Angels Haarlem zich ook bewust zijn van deze reputatie, blijkt onder meer uit een uitlating die [betrokkene 2] doet tijdens de clubvergadering op 16 september 2016, in aanwezigheid van de verdachte en de overige leden van de Hells Angels Haarlem, namelijk dat het chapter Haarlem in Holland bekend staat als kei- en keihard.16.Ook zegt [betrokkene 1] in een telefoongesprek met [betrokkene 4] : “Wij zijn het beestachtige chapter” (...) ‘‘op een clubavond waar vier of vijf man van ons zijn we steken de boel in de brand, gooien de krukken door de deur heen, ehhh ... wat doen we niet, er wordt gewoon geschoten binnen in het clubhuis.”17.
De reputatie van de Hells Angels Haarlem komt tevens naar voren in een tweetal krantenberichten in het dossier van 30 april 2015 en 19 juni 2015. In het eerste bericht staat vermeld dat [betrokkene 1] de baas is van en nieuwkomer is binnen het beruchte chapter in Haarlem en hij in verband wordt gebracht met het plegen van strafbare feiten.18.In het tweede bericht staat vermeld dat Hells Angels Haarlem voorman [betrokkene 1] uit is op oorlog en een harde lijn hanteert.19.
B. Belonen en aanmoedigen van strafbare gedragingen
Voorts leidt het hof uit de bewijsmiddelen af dat het plegen van strafbare gedragingen, met name geweld door de Hells Angels Haarlem wordt aangemoedigd en beloond.
In het clubhuis hangt een oorkonde met de tekst ‘Deathhead Purple Heart’. Op de oorkonde staat in het Engels dat een ieder die dit heeft verdiend zijn bloed heeft gegeven ter verdediging en eer van de Hells Angels.20.Het hof leidt uit het dossier af dat de zogenaamde patch ‘dequiallo’ verdiend kan worden door toegepast geweld door clubleden van Hells Angels richting overheidspersoneel. Deze term is in het clubhuis op de muur geschilderd.21.Vier leden van de Hells Angels Haarlem dragen deze patch: [betrokkene 1] , [betrokkene 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] . De pas ter zitting in hoger beroep haar voren gebrachte lezing die de verdachte hierover heeft gegeven, te weten dat leden van de Hells Angels die iets in hun leven hebben meegemaakt of overwonnen deze patch dragen, acht het hof gelet op het navolgende niet aannemelijk. In een afgeluisterd gesprek noemt [betrokkene 1] [betrokkene 3] een slappeling omdat hij nog geen ‘dequiallo’ heeft en zegt dat hij [verbalisant 22] (hof: de wijkagent22.) in elkaar moet stompen.23.In de arrestantenbus op 26 januari 2017 zegt [betrokkene 3] dat ze voor zijn neus stonden en dat hij dacht aan ‘dequiallo’.24.Ook in een ander gesprek zegt [betrokkene 3] : “Als ik aangehouden word, ga ik voor dequiallo.”25.Ten slotte heeft [betrokkene 2] ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat verzet bij arrestatie een betekenis van ‘dequiallo’ is.26.Tijdens de clubvergadering van 16 september 2016 wordt het belang van het dragen van de patches door de verdachte onderstreept: “Het is een sowieso een straf als jij je patch niet aan mag, of je nou een T-shirt mag dragen of niet het gaat om je patch.”27.
Ook gebruikt Angels Haarlem de ‘ball been hammer’ (bolhamer) als symbool. Dit symbool is bedoeld voor leden de geverifieerd geweld namens de club hebben gebruikt.28.Op de motor van de verdachte is een ‘ball peen hammer’ aangetroffen.29.
Dat het plegen van strafbare feiten door de leden, van de Hells Angels Haarlem volstrekt normaal wordt gevonden en wordt geaccepteerd – en daarmee indirect wordt aangemoedigd – blijkt ook uit de inzamelingen die voor gedetineerde leden worden georganiseerd, de zogenaamde Big House Crew. Op 23 juli 2016 vindt een inzameling plaats voor [betrokkene 1] die op dat moment gedetineerd zit.30.In dat verband wijst het hof ook op de uitlatingen van [betrokkene 1] tijdens de clubvergadering op 16 september 2016: “we moeten wel aan de toekomst denken en (...) laten we hopen van niet maar ik ken vast komen, hij ken vast komen als jij woorden krijgt met je buurman en je slaat hem achterstevoren dan ken je ook vast komen”, “We kennen allemaal vastkomen” en “dan moet het niet zo zijn dat nu moeten jullie voor mij betalen maar als er twee of drie man vast zitten dan heb je een fucking probleem.”31.Op diezelfde clubvergadering zegt [betrokkene 1] : “Hee als justitie zijn shit beter had geregeld en van der Valk betere camera’s had gehad ja? Dan had hij vast gezeten, had hij vast gezeten, had hij vast gezeten en had ik vast gezeten ja?”32.
De acceptatie van strafbare gedragingen door leden van de Hells Angels blijkt naar het oordeel van het hof eveneens uit de omstandigheid dat het niet de bedoeling is dat leden van de Hells Angels Haarlem (met de politie) praten. Dit volgt allereerst uit regel 12 van de clubregels van de Hells Angels Haarlem: “Alles wat Hells Angels H’lem met elkaar bespreken blijft tussen ons; dus wordt op geen enkele manier naar buiten gebracht.”33.Op een muur in het clubhuis staat ook groot de tekst ‘omerta (hof: de geheimhoudingsplicht/zwijgplicht34.)’ geschilderd. Na de aanhouding van leden van de Hells Angels Haarlem op 26 januari 2017 fluistert [medeverdachte 5] in de arrestantenbus: “zwijgen ... met alles”35.
Tevens wordt op de clubvergadering van 16 september 2016 gesproken over het ‘sweepen van het clubhuis’, waarna [betrokkene 1] zegt: “je moet hier gewoon niet domme dingen lullen” en “we zitten
allemaal van hier niet praten en daar niet praten als er echt wat te bespreken, wat we echt niet willen gaan we weg. Gaan we ergens anders heen simpel zat. Die dagelijkse dingen en die club dingen daar kennen we gewoon over praten.”36.Tijdens een andere clubvergadering wordt [medeverdachte 3] aangesproken dat hij zijn telefoon moet weggooien en een nieuw nummer moet nemen, omdat ‘ze alles terug kunnen halen’.37.Ten slotte blijkt ook uit een afgeluisterd gesprek van [medeverdachte 4] dat hij; wanneer een vrouw contact met hem zoekt die ervan wordt beschuldigd verdovende middelen te hebben gestolen vanuit het clubhuis van de Hells Angels te Haarlem, niet wil dat dit soort dingen over de telefoon wordt besproken.38.
C. Misdrijven
Tevens blijkt uit de bewijsmiddelen in het dossier dat leden van de Hells Angels Haarlem zich in de tenlastegelegde periode schuldig hebben gemaakt aan het plegen van misdrijven, die naar het oordeel van het hof rechtstreeks verband houden met het charter. Het hof maakt daarbij een onderscheid tussen delicten waarbij sprake is van (fysieke en/of verbale) intimidatie en feiten die verband houden met wapenbezit.
Afpersing, dwang, bedreiging en mishandeling Het hof leidt uit het dossier af dat een aantal strafbare feiten zijn gepleegd jegens personen omdat zij lid zijn van een andere motorclub dan wel omdat concurrentie van andere motorclubs niet wordt geduld. De verhouding tussen de Hells Angels Haarlem en andere motorclubs komt onder meer een aantal keer ter sprake tijdens de clubvergadering van 16 september 2016. Zo zegt [betrokkene 2] : “wij kwamen er een paar weken geleden een tegen he? Ik dacht eerst No Surrender, ik rij de benzine pomp op, ik had bijna me stuur verbogen want er zaten een paar andere gasten, zat daar een Satu..” Ook [betrokkene 1] zegt: “Onze club is het belangrijkste wij moeten met elkaar door een deur kennen en waarom moet je handjes schudden met Satudarah” en “ik vind dat we alle recht van spreken hebben omdat we met heel veel dingen het voortouw hebben genomen en als enigste stad kunnen zeggen dat wij die kanker honden hier niet hebben en dat komt alleen maar door onze eigen houding die we hebben en wij kennen gewoon zeggen van luister als er geflikkerd word met die Satudarah’s, Bandidos, No Surender, Mongols, Outlaws die hele kanker zooi als Holland daar voor is dan krijgen we net als vorige keer gewoon weer tweestrijd.” In zaaksdossier C-02 Alt is getuige [getuige 4] in zijn café door zes leden van de Hells Angels in full
colours gedwongen om zijn No Surrender-vest af te geven. De Hells Angels hebben [getuige 4] duidelijk gemaakt dat ze geen No Surrender in Haarlem willen. Toen [getuige 4] zijn lidmaatschap bij No Surrender niet had beëindigd, zoals hem door [betrokkene 1] en [betrokkene 2] was opgedragen, is hij in hun bijzijn geslagen.
In dossier C-13 Vuurduin is getuige [getuige 10] , lid van de motorclub Satudarah, mishandeld door [betrokkene 3] . Volgens een getuige werd er ook ‘tering Satudarah’ geroepen. Na dit voorval is er contact tussen [betrokkene 2] , als ‘sergeant at arms’ van de Hells Angels Haarlem, en de ‘national sergeant’ van Satudarah. Getuige [getuige 9] , lid van No Surrender, wordt in zaaksdossier C-15 Martini (met voorbedachte raad) mishandeld door [betrokkene 2] . Deze mishandeling vindt plaats vlak nadat [betrokkene 2] door [betrokkene 22] op de hoogte wordt gebracht van het feit dat hij een lid van No Surrender ziet rijden. Ten slotte blijkt uit de zaaksdossiers C-04 Begles, C-05 Bornrif, C-07 Stereo en C-08 Kasteel dat [betrokkene 1] tweemaal opdracht gegeven heeft tot brandstichting bij sporthal De Weyver in Hoogwoud. Bij een van die brandstichtingen heeft hij de opdracht daartoe via [betrokkene 4] aan [betrokkene 3] gegeven, die voor de verdere uitvoering moest zorgdragen. [betrokkene 1] heeft ook op verschillende momenten dreigberichten naar [betrokkene 6] , de eigenaar van sporthal De Weyver, verstuurd. Door middel van deze dreigberichten en brandstichtingen heeft [betrokkene 1] [betrokkene 6] geprobeerd te dwingen om de jaarlijks georganiseerde choppershow van de motorclub Rogues MC geen doorgang te laten vinden.
Tevens hebben een aantal strafbare feiten plaatsgevonden tegen personen die (voorheen) gelieerd waren aan de Hells Angels Haarlem.Toen de getuige [getuige 2] als ‘hangaround’ bij de Hells Angels Haarlem wilde stoppen, is geprobeerd hem met geweld en bedreiging met geweld te dwingen zijn motor af te geven, waarbij [betrokkene 3] [getuige 2] een klap in het gezicht heeft gegeven (zaaksdossier C-14 Uitkijk).Ook [getuige 8] is door [betrokkene 1] en [betrokkene 2] afgeperst (zaaksdossier C-18 Wester). [getuige 8] was lid van Alcatraz Wanted, een supportclub van Hells Angels Haarlem, en had – in de ogen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] – nagelaten een envelop met ingezameld geld te bezorgen bij de vrouw van een gedetineerd lid van Alcatraz Wanted. [betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben daarin aanleiding gezien om aan [getuige 8] als lid van een supportclub een boete op te leggen. [getuige 8] moest om die reden een aantal keren naar het clubhuis komen, waar hij tevens klappen heeft gehad van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] .
Tenslotte hebben ook een aantal strafbare feiten plaatsgevonden tegen willekeurige personen. Uit het dossier blijkt dat [betrokkene 3] [getuige 5] heeft mishandeld nadat hij eerder heeft geprobeerd hem te dwingen tot afgifte van een geldbedrag (zaaksdossier C-16 Westpoint). In de afgeluisterde telefoongesprekken verwijst [betrokkene 3] naar de Hells Angels en dat de club ermee gemoeid is. Tevens blijkt daaruit dat [betrokkene 3] zich na de mishandeling van [getuige 5] moet melden in Haarlem. Ten overvloede merkt het hof op dat uit het dossier nog blijkt dat wanneer [betrokkene 3] erachter komt dat de getuige bij een andere motorclub zit, hij het helemaal een legitieme reden vindt en dat er dan helemaal op hem gejaagd gaat worden.
Voorts blijkt uit het zaaksdossier C-17 Millennium dat [betrokkene 2] en [betrokkene 1] [getuige 7]
hebben afgeperst door hem met bedreiging met geweld te dwingen tot de afgifte van € 10.000,-. Uit gesprekken in het dossier blijkt dat deze beslissing er lag en dat [betrokkene 2] en [betrokkene 1] hieraan uitvoering hebben gegeven.
Ten slotte is de getuige [getuige 3] door [betrokkene 2] en [betrokkene 1] gedwongen om zijn tattooshop in Haarlem te sluiten. Alhoewel [betrokkene 2] en [betrokkene 1] voor dit zaaksdossier (C-01 Budel) zijn vrijgesproken, nu het sluiten van de tattooshop door [getuige 3] niet in de tenlastegelegde periode heeft plaatsgevonden, blijkt naar het oordeel van het hof uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep dat de getuige zich door de mededelingen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , namelijk dat ze niet blij waren met de terugkomst van [getuige 3] in Haarlem en dat hij maar beter kon stoppen met zijn pas geopende tattooshop, genoodzaakt heeft gevoeld zijn tattooshop te sluiten.
Wapens en munitie
[betrokkene 1] en [betrokkene 3] hebben in het clubhuis van de Hells Angels Haarlem een vuurwapen en een geluiddemper voorhanden gehad (zaaksdossier C-19 Boor). Uit het dossier blijkt dat met dit wapen is geschoten, gelet op de kogel die in de openhaard van het clubhuis is aangetroffen.
Conclusie met betrekking tot het oogmerk
Het hof constateert dat de Hells Angels Haarlem een bedreigende en gewelddadige reputatie hebben en dat het plegen van strafbare feiten wordt aangemoedigd en beloond. Uit het voorgaande en de bewijsmiddelen in het dossier is tevens gebleken dat door de leden van de Hells Angels Haarlem strafbare feiten worden gepleegd uit naam van het charter en niet, zoals door de verdediging betoogd, op persoonlijke titel.Om die reden komt het hof tot de conclusie dat de organisatie een oogmerk heeft gericht op het plegen van misdrijven, namelijk openlijke geweldpleging, brandstichting, dwang, bedreiging (zware) mishandeling (met voorbedachte raad en van ambtenaren), afpersing en overtreding van de Wet wapens en munitie. Het hof acht onvoldoende bewijs aanwezig met betrekking tot het oogmerk ten aanzien van de overige tenlastegelegde misdrijven.
Deelneming
Beoordelingskader
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is sprake van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband én als de verdachte een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in artikel 140 Sr bedoelde oogmerk.
Elke bijdrage aan een organisatie kan strafbaar zijn. Een dergelijke bijdrage kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van hand- en spandiensten die op zichzelf niet strafbaar zijn, zolang van bovenbedoeld aandeel of ondersteuning kan worden gesproken. In het bestanddeel deelneming aan een organisatie als bedoeld in art. 140 lid 1 Sr ligt tevens het opzet van de verdachte besloten. Redelijke wetsuitleg brengt volgens de Hoge Raad mee dat voor "deelneming" voldoende is dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Het opzet van de verdachte moet dus zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie. Volgt uit de bewijsvoering dat de verdachte een aan de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie
bijdragende of ondersteunende handeling heeft verricht, dan ligt daarin zijn wetenschap met betrekking tot dat oogmerk besloten.
Heeft [verdachte] aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie bijdragende of ondersteunende handelingen verricht?
Het hof zal hieronder verschillende handelingen van [verdachte] bespreken. Hierbij zal het hof telkens beoordelen of de betreffende handeling aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de
organisatie bijdraagt of ondersteunt.
Het hof leidt de betreffende handelingen veelal af uit OVC- dan wel tapgesprekken. In (de uitwerking van) deze gesprekken worden de deelnemers en de betrokkenen bij hun bijnaam, dan wel verkorte voornaam, genoemd. Voor een goed begrip van de gesprekken worden deze namen hier weergegeven39.:
[betrokkene 1] : [betrokkene 1][betrokkene 2] : [betrokkene 2]
[betrokkene 3] : [betrokkene 3]
[medeverdachte 1] : [medeverdachte 1]
[medeverdachte 2] : [medeverdachte 2]
[verdachte] : [verdachte]
[medeverdachte 3] : [medeverdachte 3]
[medeverdachte 4] : [medeverdachte 4]
[medeverdachte 5] : [medeverdachte 5]
[betrokkene 4] : [betrokkene 4]
1. Deelnemen aan vergaderingen: besluitvorming/koersbepaling
[verdachte] heeft deelgenomen aan vergaderingen van de Hells Angels Haarlem.40.
Algemene overweging over vergaderingen en besluitvormingsproces bij de Hells Angels Haarlem De vergaderingen van de Hells Angels Haarlem zijn één keer in de twee weken en alleen toegankelijk voor de leden.41.Er is sprake van een democratie. Tijdens de vergaderingen wordt gestemd en ieder member heeft een stem. Dat ieder member een stem heeft blijkt onder meer uit het volgende gesprek van 12 juni 2016 tussen [betrokkene 2] en [betrokkene 3] : ‘ zegt nou ik zal je eerlijk zeggen [medeverdachte 2] gaat er niet mee akkoord en [medeverdachte 5] ook zijn wijf mee dus die gaat tegen stemmen dat hebben ze al gezegd. (...) [betrokkene 2] zegt als de meeste stemmen voor zijn; ik denk het niet hoor. [medeverdachte 1] is tegen, jij, ik [betrokkene 1] , [verdachte] . [betrokkene 3] zegt nou dan zijn we er al. Nou alleen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] ja en [medeverdachte 4].’42.
De beslissing of iemand member mag worden, wordt met 100% van de stemmen genomen en zo ook de beslissing of iemand de club moet verlaten.43.Verder worden beslissingen met een meerderheid van stemmen genomen.44.
Getuige [getuige 1] , lid van de Hells Angels Haarlem van ongeveer 2009 tot medio september 2014, heeft ter terechtzitting van het hof verklaard: “als je niet aanwezig was op vergaderingen waarin beslissingen zouden worden genomen, dan werd er niet gestemd. Ik ben nog nooit geconfronteerd met beslissingen van de jonge garde (hof: [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] ) zonder dat de oude garde (hof: [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] ) daarvan afwist. (...) Het klopt dat hij (hof: [medeverdachte 4] ) niet veel op clubavonden en vergaderingen was. Als hij er niet was werden er geen besluiten genomen.”45.
Getuige [getuige 11] , voormalig lid van de Hells Angels Haarlem, kreeg in augustus 2015 ‘patch in the box’ opgelegd en moest de club verlaten omdat hij zonder overleg een brief aan de burgemeester van Haarlem had geschreven.46.[getuige 11] heeft ter terechtzitting van het hof verklaard: “besluiten neem je met zijn allen. Het is een democratische club. Als iemand verhinderd is om te komen dan gaat het niet door. Alle leden moesten er zijn. (....).”47.
Deze verklaringen vinden bevestiging in een gesprek van 9 augustus 2015 tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 3] dat, naar het hof begrijpt, over [getuige 11] gaat. Uit dit gesprek blijkt dat een besluit wordt genomen waar iedereen bij is -zakelijk weergegeven-:
‘ [betrokkene 1] (hof: [betrokkene 1] ): En hij gaat even leuk brieven schrijven. (..) Ik vind gewoon dat ie sowieso patch in de box gaat totdat ik terug ben. [betrokkene 3] (hof: [betrokkene 3] ): Dat wilde ik doen, dat wilde ik vragen. Wat is je optie. Wachten tot jij terug bent en dan dat jij he eh een op.... eh gewoon dan regelt. (...) [betrokkene 1] : Als het mijn mening is. Jullie zijn niet allemaal volwassen gasten daarzo ja, en ik zou aan de ene kant niet weten waarom dit niet behandeld ken worden zonder dat ik erbij ben. [betrokkene 3] : (...) dat wilde ik sowieso. We hebben nu afgesproken. We waren maar met 5 man. Binnen nu en anderhalve week zijn we helemaal compleet. Ik heb gezegd dat het ehh... [betrokkene 1] : [medeverdachte 3] (hof: [medeverdachte 3] ) is terug. [medeverdachte 5] (hof: [medeverdachte 5] ) is ook terug als het goed is. [betrokkene 3] : nee [medeverdachte 5] stuurde net nog een bericht die is langer en [medeverdachte 3] was ook nog niet terug die bleef ook langer. [betrokkene 1] : Nee man. Ik heb [medeverdachte 3] gister gesproken. [betrokkene 3] : Ohh dan was ie, donderdag was ie nog niet terug. (...) [betrokkene 1] : Ik heb [medeverdachte 3] gister gesproken en [medeverdachte 3] zei dat [medeverdachte 5] vandaag terugkwam. [betrokkene 3] : O dat zou kunnen want gisteravond kreeg ik een app want [medeverdachte 5] had zijn wacht niet geregeld. (...) [betrokkene 1] : Alleen ik ga je 1 ding zeggen: Als er vanuit ons niet de goede keus wordt gemaakt. Daar heb ik schijt, dan ga ik, dan gooi ik het in Holland op tafel. [betrokkene 3] : (..) Iedereen is hier nu compleet, ik wil dat ding op tafel hebben wat je geschreven hebt. Of het inderdaad wat je zegt.. dan gaan we allemaal beslissingen over nemen. En dan heb ik effe de tijd gehad met jou ruggenspraak te houden. (..) Daarom heb ik effe die 2 weken ook effe gezegd. De volgende meeting hebben we het erover. En [betrokkene 2] (hof: [betrokkene 2] ) heb ook al gezegd dit kan gewoon niet.. NVT sancties op.. We gaan beslissen als de hele groep er is en dat wil ik ook dat ding op tafel hebben die brief, dus nahh datte die moet ie gaan tonen. (...) [betrokkene 1] : Fucking brief sturen met de burgemeester (...) [betrokkene 3] : (...) Ik ga met [betrokkene 2] zo even kortsluiten. Als jij ook straks. Wanneer iedereen bij elkaar is, roepen we iedereen bij elkaar. Gaan we er gewoon eerder over hebben en klaar. Roep [betrokkene 2] maar op en zeg maar dat het eerder is, dat ie de brief meeneemt. En dan gaan we het erover hebben. En we een beslissing moeten nemen en dan loopt ie maar lekker weg. En dan gooien we hem, wat jij zegt, voorlopig in de box totdat jij terug bent. Is dat een optie? [betrokkene 1] : Ja en als jullie de hardste beslissing zelf kennen nemen, dan ken dat ook.’48.
[betrokkene 1] was een deel van de tenlastegelegde periode gedetineerd en kon dus niet bij de vergaderingen zijn. Uit het hiervoor genoemde gesprek van 9 augustus 2015, alsmede uit de hierna genoemde gesprekken, blijkt dat [betrokkene 3] en/of [betrokkene 4] tijdens de detentie van [betrokkene 1] aan hem overbrengen waar beslissingen over moeten worden genomen en dat [betrokkene 1] via hen zijn stem uitbrengt.
De deelname en rol van [verdachte] aan/bij vergaderingen over:
• Het door [getuige 2] moeten afstaan van zijn motor bij zijn vertrek
[getuige 2] was ‘hangaroud’ bij de Hells Angels Haarlem en wilde stoppen. Op 18 augustus
2015 heeft hij een ontmoeting met [betrokkene 3] en [betrokkene 2] , waarbij hem door hen te verstaan wordt
gegeven dat hij zijn motor dient in te leveren.49.
In een OVC gesprek van 30 juni 2015, opgenomen in de PI, bespreekt [betrokkene 4] de situatie rond [getuige 2] met [betrokkene 1] -zakelijk weergegeven-:
‘S (hof: [betrokkene 4] ): [betrokkene 2] (hof: [betrokkene 2] ) denkt dat [getuige 2] wil stoppen (..). Hij (hof: [betrokkene 2] ) vroeg aan mij wat ‘ie moet doen als ‘ie (hof: [getuige 2] ) wil stoppen. Of ’t ie dan terug naar Redline mag of dat je hem dan helemaal wil deleten? L (hof: [betrokkene 1] ): Nee. Ik denk dan deleten. S: Oh, oké. En z’n motor? L: lekker laten staan. S: Oké. Dat wou die (hof: [betrokkene 2] ) effen weten. Dan kan ik dat doorgeven want [medeverdachte 1] (hof: [medeverdachte 1] ) had gezegd ja, anders kan ie misschien maar beter terug naar de Redline.’ ‘L: Nee, dat werkt niet. (..) S: Maar in ieder geval ken ik hem (hof: [betrokkene 2] ) antwoord geven. Dan weet ie een beetje hoe jij erover denkt. (...) Anders weet je het wel he? Ze kunnen niks beslissen zonder jou (..).’50.
In een OVC gesprek van 22 juli 2015, opgenomen in de PI, tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 4] bespreekt [betrokkene 4] “het probleem [getuige 2] ” met [betrokkene 1] -zakelijk weergegeven-: ‘S (hof: [betrokkene 4] ), Nou dan hebben we [getuige 2] , het probleem [getuige 2] . (..) Hij wil echt stoppen hoor. Hij had tegen [betrokkene 3] (hof: [betrokkene 3] ) had gezegd van [getuige 2] euh weet je (...) Hij (hof: [betrokkene 3] ) zegt dus ik hou het zo lang mogelijk vol maar hij zei je moet wel effe aan [betrokkene 1] (hof: [betrokkene 1] ) vragen als hij (hof: [getuige 2] ) dan echt niet meer wil hij (hof: [betrokkene 1] ) zegt of we hem dan kennen laten gaan. Hij zegt of dat we gewoon moeten slikken en hem moeten houden. L: overst.... simpel onverst... S: Oke dat zal ik zeggen. Dat zeg ik tegen [betrokkene 3] (..) En euh hij (hof: [betrokkene 3] ) zegt ja en als hij er uit moet, we hadden het over me ouders hun huis. Hij zegt weet je wat ik vind dat wij wat voor je ouders eigenlijk moeten doen. (…) Hij zegt want ik vind als [getuige 2] zijn motor dan achter laat en we verkopen die motor. Hij zegt en die verkopen we voor 10 dat je ouders dan van ons 5000 krijgen om een dingetje. Hij zegt maar dat moet je effe aan [betrokkene 1] vragen hoe hij dat wil, maar dan ga ik het in de groep gooien.’51.
Op 13 augustus 2015 hebben [betrokkene 3] en [betrokkene 1] een telefoongesprek, opgenomen in de PI -zakelijk weergegeven-:
‘F (hof [betrokkene 3] ): ik kreeg net een appje van onze vriend [getuige 2] (hof: [getuige 2] ). [medeverdachte 2] (hof: [medeverdachte 2] ) heeft hem gevraagd hoe het met hem ging qua gezondheid en hij appt een hele [betrokkene 3] tekst terug die hij ook naar mij gestuurd heeft. (...) De club wordt gewoon niks meer. Dat staat er 2x in dus dan weet je dat. L (hof: [betrokkene 1] ): Je weet wat we hebben afgesproken. Dat hoeft dan ook niet te wachten. F: dan weet je het ff, [medeverdachte 2] weet het ook. Zo meteen heb ik het er met de gasten even over over het sms’je of appje dat ik gehad heb. Maar dan ben je in ieder geval op de hoogte. Hoef je me ook niet meer te bellen. L: Zeker maar ook dat hij niet het respect heb om te wachten, weer gaat lopen mauwen en weet ik veel wat. Weet je wat je te doen staat. Ja toch? F: daarom dan weet jij het ook effentjes. Hoef jij ook niet te bellen en te doen. Terwijl wij misschien een andere koers gaan varen.’52.
Naar het oordeel van het hof blijkt uit het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, dat door alle leden van de HelIs Angels Haarlem, dus ook door [verdachte] , is vergaderd en gestemd over het door [getuige 2] achter moeten laten van zijn motor in verband met zijn wens te stoppen bij de Hells Angels. Kennelijk is in deze besluitvorming geen andere koers gevaren dan die door [betrokkene 1] werd voorgestaan.
• Het opleggen van een boete aan [getuige 7]
heeft op 15 december 2015 in het kader van een boete een bedrag van € 10.000,00 aan [betrokkene 1] betaald.53.
In het dossier bevindt zich een OVC-gesprek van 10 december 2015 tussen [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en een NN-man, opgenomen in een auto. Het hof begrijpt dat dit gesprek over [getuige 7] gaat, omdat er wordt gesproken over ’’ [getuige 7] ” en hoe lang en goed [betrokkene 1] hem kent en een “dubbele wagen” (hof: het bedrijf van [getuige 7] exploiteert gebak- en poffertjeskramen). Een zakelijke weergave van dit gesprek:
‘L (hof: [betrokkene 1] ): ... (ntv) jongens... ken ik niet zeggen van ehh gaan we even anders doen of weet ik veel wat. (...) en daarom, ik zeg je heel eerlijk. Ik heb ook helemaal geen zin om me erin te mengen of in te doen ofzo maar ik sta gewoon achter de jongens die een beslissing hebben genomen en dan sta ik daar gewoon achter. NN-man: Ja natuurlijk, je hebt gelijk. L: En op het moment dat er geen beslissing is genomen en je bent buiten en je ken met elkaar iets oplossen, dan los je het op. (...) Alleen ik was er niet. (....) het is een opeenstapeling van dingen. Ook ehhh met die auto van Wil en weet ik wat veel allemaal. (..) Dus ehhh die jongens pikken dat gewoon niet. En dan vind ik het kut omdat hij mij., (ntv) denkt dat ik wat ken veranderen of zo voor hem maar ik ken helemaal niks veranderen. Omdat wij staan als mannen achter mekaar, zo hoe het hoort. NN: Ja weet ik. L: En daar ken niemand wat aan veranderen. N: Ik weet hoe het werkt. L: (..) het is heel simpel, ik werk niet voor de Verenigde Naties of weet ik veel allemaal. Als hun wat zeggen dan is het gewoon zo. (..) Zelfs jou ken ik minder goed en lang dan ik [getuige 7] ken maar als er een probleem is met één van onze jongens en jij komt naar mij toe voordat er dingen uitgesproken zijn (...) dan kan ik mijn beste beentje voor zetten en ken ik kijken wat ik kan doen. (..) Maar op het moment dat er beslissingen zijn genomen dan eh kan ik er ook niks meer aan doen. Want wij zijn mannen van ons woord en als er ehh met zijn allen wordt gezegd van zo gaat het gebeuren dan gaat het uiteindelijk zo gebeuren. (...) wij als brothers gaan elkaar daar niet op ehh .. (ntv) afvallen. (…) Hun hebben mij precies uitgelegd wat er gezegd is wat er gedaan is en daar sta ik gewoon vierkant achter. (hof: nadat de NN-man de auto uitstapt gaat het gesprek verder) L: Het blijft geen feest. (..)’.54.
Het hof leidt uit dit gesprek, dat in lijn is met het gebleken besluitvormingsproces binnen de Hells Angels Haarlem, af dat door alle leden van de Hells Angels Haarlem, dus ook door [verdachte] , is vergaderd en gestemd over het opleggen van een boete aan [getuige 7] .
• De relatie met andere motorclubs
Op 16 september 2016 vindt er een vergadering plaats op het clubhuis.55.[betrokkene 1] is op dat moment met weekendverlof vanuit zijn detentie.56.[verdachte] heeft aan deze vergadering deelgenomen. Hij wordt door een verbalisant herkend op de camerabeelden van die avond, gericht op het clubhuis van de Hells Angels te Haarlem57., de naam “ [verdachte] ” wordt genoemd en “ [verdachte] ” komt ook regelmatig aan het woord in verband met de bespreking van moties (waarop het hof hierna zal ingaan).58.Voorts zegt [betrokkene 1] aan het begin van de vergadering: “zullen we dan maar effe lekker beginnen dan kunnen we daarna nog effe gezellig napraten. Ik ben blij jullie allemaal weer effe te zien.”59.
Tijdens deze vergadering is onder meer de vijandige houding van de Hells Angels Haarlem richting
andere motorclubs aan de orde gekomen - zakelijk weergegeven - :
‘ [betrokkene 1] (hof: [betrokkene 1] ): (..) heel raar dat Amsterdam er weer over begint (hof: over contact met
Satudarah) (…) ik vind dat we alle recht van spreken hebben omdat we met heel veel dingen het voortouw hebben genomen en als enigste stad kunnen zeggen dat wij die kankerhonden hier niet hebben en dat komt alleen maar door onze eigen houding die we hebben en wij kennen gewoon zeggen van luister als er geflikkerd wordt met die Satudarah’s, Bandidos, No Surrender, Mongols, Outlaws die hele kanker zooi als Holland daar voor is dan krijgen we net als vorige keer gewoon weer tweestrijd.’60.
• De koers/toekomst van de organisatie zelf en verhullen/afdekken
Tijdens deze vergadering wordt ook gesproken over de koers/toekomst van de organisatie -zakelijk weergegeven-:
‘ [betrokkene 1] (hof: [betrokkene 1] ): We hoeven geen troep aan te halen maar we moeten er wel voor zorgen dat onze club weer gezond gaat worden en we zijn gezond met de jongens wie we zijn alleen we moeten wel aan de toekomst denken en ik zeg je euhh laten we hopen van niet maar ik ken vast komen, hij ken vast komen als jij woorden krijgt met je buurman en je slaat hem achterstevoren dan ken je ook vast komen, we kennen allemaal wat gebeuren. Wij zijn bij politie en justitie een doorn in het oog.61.[betrokkene 2] (hof: [betrokkene 2] ) zegt: weet je wat het is, dit chapter staat gewoon kei en kei hard in Holland bekend, ik hoor de laatste tijd, we zijn, weet je, euhhh te extreem dit en dat zus en zo. (..) Ze willen hier wel komen de jongens van buiten, ze willen biertje doen, ze willen stoer zijn, effe fotootje maken bla bla bla maar op het punt dat ze over het lijntje moeten springen, raken ze zwaar in paniek want ze denken alleen maar negatieve shit, dat ze geld moeten afstaan, dat ze klappen krijgen als ze het niet goed doen, dat ze 24 uur hier moeten lopen, dat beleid is gewoon te donker dat weten ze niet snap je?62.[betrokkene 1] zegt (..) ik heb een beetje zitten rekenen maar ik denk dat we echt blij mogen zijn als we zo meteen gewoon 15 members hebben en dat is dan niet super groot maar het vult het wel aan en als er dan eens 2 van ons in de problemen zitten of weef ik veel wat, dan valt het niet op, is er geen probleem (..).63.
[betrokkene 1] : ‘Hee als justitie zijn shit beter had geregeld en Van der Valk (het hof begrijpt dat hier wordt gesproken over de vechtpartij tussen de Hells Angels en de Mongols in het Van der Valk hotel te Rotterdam op 7 april 2016) betere camera’s had gehad ja? Dan had hij vast gezeten, had hij vast gezeten, had hij vastgezeten en had ik vastgezeten ja? NNman [verdachte] (hof: [verdachte] ): ja, dat weet ik. [betrokkene 1] : en dan hadden we allemaal een probleem gehad. NNman ( [verdachte] ): mother fucking probleem gehad ja. [betrokkene 1] : snap je wat ik bedoel en dat is gewoon en dat is iets waar we nu over na moeten denken. Dat we sowieso niet meer op deze manier moeten handelen. (..) [betrokkene 2] valt [betrokkene 1] in de rede: maar [betrokkene 1] , wij hebben ook zitten brainstormen met elkaar, we hebben ook meetingen met elkaar erover gehad, kijk dat beleid wat hier is (..) we moeten soms ook daar in de richtlijnen, niet de richtlijnen van de club maar he het elastiek van de broekriem misschien wat losser doen. Het is wat je zegt je zal mensen moeten hebben of gebruiken maar het is heel moeilijk. [betrokkene 1] : ja maar als ik op die manier een brother moet binnen halen dan is het al niet meer me brother dan is het een gebruiksvoorwerp.’64.
Tevens wordt op deze vergadering gesproken over verhullen en afdekken.
Versnipperen moties
Uit de OVC-opname blijkt dat [verdachte] tijdens de vergadering moties in het Engels voorleest en dat daar vervolgens over wordt gesproken - zakelijk weergegeven -:
‘NNMan [verdachte] (hof [verdachte] ) nou dat is wel goed dan. Dan de moties heel simpel euhh... (...) Volgende
motie: NNMan ( [verdachte] ) leest in het Engels een motie voor. Hij zegt dat geld gaat er al heen. NNMan zegt dat was toch al zo ze zijn echt alles aan het bevestigen (iedereen praat door elkaar heen NTV). NNMan ( [verdachte] ) zegt op die stick staat ook een lijstje en daar staan dingen bij waarvan ik dacht wat is dat weet je... en daar staat precies wat je betaalt per jaar, iedereen euhh 2 dollar voor dat 2 dollar voor dat, ik zal hem wel even uitprinten dan ken je het zien (...) NNMan ( [verdachte] ) zegt maar goed dat waren de moties enne ik laat dit hier nog even liggen dus als je wilt kun je hem lezen en daarna versnipper ik hem.’65.
Clubhuis ‘sweepen’
‘ [betrokkene 2] (hof: [betrokkene 2] ) zegt dan heb ik nog een dingetje dat euhh sweep ding want die was niet in orde en ik wil eigenlijk vragen dat we na het feest volgende week ofzo het clubhuis weer eens sweepen. [betrokkene 1] (hof: [betrokkene 1] ) zegt mag ik euhh zal ik je heel eerlijk zeggen het is allemaal hartstikke fijn dat je dat wil doen maar als hun af willen luisteren doen ze het niet meer door microfoontjes hier te plaatsen dan zitten ze daar verderop dan kennen ze op afstand kennen ze hier op richten en dan horen ze alles (..) je moet hier gewoon niet domme dingen lullen (..) je ziet het nu weer met die fucking No Surrender met die [betrokkene 7] ehh ze hebben gewoon het clubhuis in Amsterdam afgeluisterd van No Surrender en daar zijn gewoon belastende tapes uitgekomen en die zijn gewoon toegevoegd bij zijn dossier, zo simpel is het en dat weten we allemaal want we zitten allemaal van hier niet praten en daar niet praten als er echt wat te bespreken, wat we echt niet willen gaan we weg. Gaan we ergens anders heen simpel zat.’66.
Aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie bijdragende of ondersteunende handelingen?
[verdachte] heeft met de andere leden van de Hells Angels Haarlem vergaderd en gestemd over concrete, door de organisatie te plegen strafbare feiten en heeft vergaderd over gepleegde strafbare feiten. Voorts is [verdachte] door zijn aanwezigheid bij de vergadering van 16 september 2016 betrokken bij gesprekken over de vijandige verstandhouding van de Hells Angels Haarlem tot onder meer Satudarah, No Surrender en de Mongols. Kennelijk is het ook aan [verdachte] te danken dat deze motorclubs niet in het ‘territorium’ van de Hell Angels Haarlem aanwezig zijn. Verder is [verdachte] door zijn aanwezigheid bij de vergadering van 16 september 2016 betrokken bij gesprekken over de (moeizame, want het beleid van het chapter is “te donker”) werving van nieuwe leden voor de Hells Angels Haarlem en de toekomst van de organisatie, die op het spel kan komen te staan als er teveel leden gedetineerd raken, zoals bijvoorbeeld dreigde in verband met het treffen tussen de Hells Angels en de Mongols in het Van der Valk hotel te Rotterdam. Hij heeft moties die op de vergaderingen moeten worden besproken op een stick in ontvangst genomen, (deels) uitgeprint en heeft gezegd deze te zullen vernietigen. [verdachte] heeft voorts deelgenomen aan gesprekken over het ‘sweepen’ van het clubhuis. Naar het oordeel van het hof gaat het hier, in onderlinge samenhang bezien, over handelingen die zijn gericht op verhulling en afdekking, verband houdende met het criminele oogmerk van de organisatie. Aan deze verhulling werkt [verdachte] , blijkens hetgeen op de vergadering wordt besproken, ook actief mee.
Het hof merkt, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, de onderhavige gedragingen van [verdachte] aan als ondersteunend/bijdragend aan het criminele oogmerk van de organisatie.
2. Wachtlopen
Bij de doorzoeking in het clubhuis op 26 januari 2017 is een “wachtlijst” aangetroffen, met hierop namen van leden van de Hells Angels Haarlem, namelijk: [medeverdachte 5] (hof: [medeverdachte 5] ), [medeverdachte 1] (hof: [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 2] (hof: [medeverdachte 2] ), [verdachte] (hof: [verdachte] ), [betrokkene 3] (hof: [betrokkene 3] ), [medeverdachte 3] (hof: [medeverdachte 3] ), [medeverdachte 4] (hof: [medeverdachte 4] ) en [betrokkene 2] (hof: [betrokkene 2] . Op de lijst staan de dagen van de week en bijbehorende datum. Ook staat er een kolom “ruil” op.67.[medeverdachte 5] heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat de “wachtlijst” inhoudt dat je van 19:00 uur tot 6.00 uur aanwezig bent op het clubhuis.68.[verdachte] heeft ter terechtzitting in eerste aanleg erkend dat hij heeft wachtgelopen.69.
Aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie bijdragende of ondersteunende handeling?
[verdachte] heeft verklaard dat er “wacht” is, omdat een buitenlands member (onverwacht) langs kan komen en opgevangen dient te worden. Het hof overweegt met betrekking tot het doel van dit wachtlopen het volgende. In het dossier bevindt zich een in de auto opgenomen gesprek van 4 januari 2016 tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] (‘s middags) en later die dag (’s avonds) tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 4] : ‘L (hof: [betrokkene 1] ): Maar weet je wat het is die gasten van ons hebben geen gevoel pik voor de club (...) ik heb de hele tijd zitten kijken met dat ding hij is niet verroerd helemaal niks niet en iedereen moet er nu dan toch van op de hoogte zijn. R (hof: [betrokkene 2] ): Ik heb hem zo ingepakt weer. L: Ja maar hij ligt daar de hele tijd zo. (...) R: Ik had hem laatst in me handen. Ik was benieuwd. Ik denk zal ik eens in de garage schieten kijken hoe dat klinkt. L: hij staat op scherp he. (..).70.
[betrokkene 1] en [betrokkene 4] stappen in de auto en het gesprek gaat vervolgens (om 20:36 uur) tussen hen verder;(…)
L: En dan merk ik gewoon dat discussies soms zo maar een kant op gaan waar het helemaal niet heen hoort te gaan. En dan euh stond ik op sloeg ik zo met twee vuisten op tafel. Nou ben ik het zat. Ik zeg met dat kanker gezeik over dat ding.’ S (hof: [betrokkene 4] ): Ooh, alweer. L: ik zeg de eerste de beste kankerlijer die niet dat ding gebruikt als er iemand voor de deur gaat er bad standing uit.’ S: en wat zeiden ze?’ L: Ik zeg we hebben het toch afgesproken. Ja ja nee toen toen in keer begon iedereen het effe te snappen weer ehh. S: en wat zei [medeverdachte 4] (hof: [medeverdachte 4] )?’ L: ja die vond dat geen probleem maar (ntv) vond hij wel een probleem. Ik zeg luister 10 maanden meer misschien euh mongool. Ik zeg wat denk je wat er gebeurt als hier iemand voor de deur staat en schiet hem door zijn kankerpan heen. Hoeveel straf je dan krijgt, mafkees. Ik zeg dan ga jij lopen muilen over een paar maanden.’71.
In het dossier bevindt zich tevens een gesprek tussen [betrokkene 2] , [betrokkene 3] en [betrokkene 1] van 30 november 2015 -zakelijk weergegeven-: ‘F (hof: [betrokkene 3] ): hee broer ehh. je ken ook kerst en oud en nieuw er wel uitlaten denk ik. R (hof: [betrokkene 2] ): ik laat niks eruit, vul het gewoon in want ehh de eerste kerstdag is al opgevuld (..) er zal toch...dr zal toch een wacht gelopen moeten worden.’72.Voorts bevindt zich in het dossier een gesprek tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 4] , gevoerd in de ochtend van 18 december 2015, de dag na de mishandeling van No Surrender lid [getuige 9] en de (spoed)vergadering daarover op het clubhuis: ‘L (hof: [betrokkene 1] ); Er zitten nog een paar gasten van die overgebleven zijn hier van de meeting (..) Het leek ons goed om goed bemand te zijn vanavond eventjes hier.’73.
Op grond van deze gesprekken, in combinatie met het criminele oogmerk van de organisatie, concludeert het hof dat het doel van het wachtlopen de beveiliging van het clubhuis is. Er is kennelijk op enig moment een vuurwapen in het clubhuis aanwezig dat gebruikt kan worden in het geval van eventuele indringers en het clubhuis moet zelfs met Kerst en Oud en Nieuw bemand zijn, dagen waarop het onwaarschijnlijk is dat een buitenlands member spontaan zou langskomen. Voorts moet het clubhuis extra beveiligd worden na de mishandeling door [betrokkene 2] van een lid van No Surrender.Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht het hof het wachtlopen door [verdachte] ondersteunend/bijdragend aan het criminele oogmerk van de organisatie.
3. Betalen voor een gedetineerd lid
Bij de doorzoeking in het clubhuis op 26 januari 2017 zijn twee “BHC”-potten aangetroffen. BHC staat voor ‘Big House Crew’. Hierover heeft [verdachte] als getuige ter terechtzitting van het hof verklaard: “dit is een pot met geld voor jongens die vastzitten.”74.Op een van de potten staat de naam “ [betrokkene 1] ”.75.Tijdens de vergadering van 16 september 2016 wordt, zoals hiervoor al weergegeven, besproken dat er nieuwe aanwinsten (hof: nieuwe leden) nodig zijn. [betrokkene 1] , op dat moment met verlof uit zijn detentie, zegt: ‘kijk wij hebben een huurhuis ja? En wij redden het financieel wel (..) Maar ik weet ook, ik zie hier ook mensen die een fucking baan hebben met een contract, fucking hypotheken hebben, die echt fucking gezeik krijgen wanneer ze een tijdje weggaan en weet je wat het allerergste dan is dan moet het niet zo zijn dat nu moeten jullie voor mij betalen (..).’76.
Uit het voorgaande, in onderlinge samenhang, leidt het hof af dat [verdachte] voor [betrokkene 1] heeft betaald tijdens diens detentie.
Aan het oogmerk van de organisatie biidragende of ondersteunende handeling?
[betrokkene 1] was gedetineerd in verband met een veroordeling voor bezit van diverse, zware wapens.77.Zoals het hof hiervoor al uiteen heeft gezet, oefende [betrokkene 1] vanuit detentie, via [betrokkene 4] en [betrokkene 3] , zijn invloed en stemrecht uit bij de Hells Angels Haarlem. Naar het oordeel van het hof is de betaling door [verdachte] voor [betrokkene 1] aan te merken als ondersteunend/bijdragend aan het criminele oogmerk van de organisatie.
4. Betalen van contributie
[verdachte] heeft contributie betaald voor het lidmaatschap van de Hells Angels Haarlem.78.De contributie bedroeg € 150,- per maand.79.[verdachte] heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat hiermee de vaste lasten voor het clubhuis werden betaald, namelijk gas, water en licht, internet en de “WOZ” (het hof begrijpt: de gemeentelijke belastingen).80.
Aan het oogmerk van de organisatie bijdragende of ondersteunende handeling?
Het hof overweegt dat het clubhuis het hart vormt van de Hells Angels Haarlem. Hier komen de leden samen, worden er besluiten genomen en allerlei andere gesprekken gevoerd in verband met het criminele oogmerk van de organisatie. Het clubhuis moet worden ‘gesweept’ en bewaakt en er wordt geld ingezameld voor gedetineerde leden. Het betalen van de vaste lasten voor dit clubhuis beschouwt het hof dan ook ondersteunend/bijdragend aan het criminele oogmerk van de organisatie.
Conclusie met betrekking tot wetenschap
In het verrichten van al de hiervoor genoemde gedragingen, waarmee [verdachte] aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie bijdragende en ondersteunende handelingen heeft verricht, ligt wetenschap van [verdachte] van dit oogmerk besloten. De stelling van [verdachte] dat hij niet van het criminele oogmerk van de organisatie heeft geweten en hooguit achteraf wel eens iets heeft gehoord over (mogelijk) gepleegde strafbare feiten, wordt weersproken door de bewijsmiddelen.
Eindconclusie
Het hof acht het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.’
7. In de aanvulling zijn een groot aantal bewijsmiddelen opgenomen. In de conclusie in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 4] , die ik vandaag eveneens neem, zijn de bewijsmiddelen integraal overgenomen. De bewijsmiddelen die in de andere zaken in de aanvulling zijn opgenomen komen daar grotendeels mee overeen. De klachten richten zich hoofdzakelijk op de overwegingen in het bestreden arrest. In dat licht volsta ik in de onderhavige zaak wat de bewijsmiddelen in de aanvulling betreft met het weergeven van de door de verdachte afgelegde verklaringen die door het hof voor het bewijs zijn gebezigd en (delen van) enkele andere bewijsmiddelen waar in het navolgende naar wordt verwezen (onder toevoeging van vernummering):
‘1. De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van de rechtbank van 27 maart 2018
Deze verklaring houdt onder meer het volgende in:
Ik ben al twaalf jaar lid van Hells Angels Haarlem. Ik ben niet officieel de ‘secretary’, maar ik voer dat soort taken wel af en toe uit. Met dat soort taken bedoel ik het beantwoorden van e-mails. Ook stuur ik e-mails door naar andere chapters. De e-mails gaan over feesten en ander soort mededelingen. Bijvoorbeeld als iemand stopt met de club. [betrokkene 8] is lid van Hells Angels Rotterdam. Op de buitenkant van het clubhuis staat het 1% teken. Dat is een geuzennaam. Dat is iets uit het verleden. Men zegt wel dat 99% nette mensen zijn en 1% niet. Ik had er een speldje van. Ik droeg alleen een patch met Hells Angels Haarlem erop.
Je kon lid worden van Hells Angels Haarlem door je aan te melden. Je begon als prospect, daarna werd je hangaround en uiteindelijk kon je full member van de Hells Angels worden. Als iemand lid wilde worden dan werd dat met elkaar besloten. Volgens mij moest iedereen het ermee eens zijn.
Donderdagavond was de vaste clubavond. In principe waren alle leden aanwezig op de clubavond.
We moesten niet wachtlopen, maar dat wilden wij wel. Er waren toerbeurten waardoor je eens in de twee weken aan de beurt was. Je liep wacht van zeven uur ’s avonds tot zeven uur ’s ochtends. Wij liepen wacht om de boel in de gaten te houden.
Ik betaalde contributie. De opbrengst daarvan werd gebruikt voor het clubhuis, gas/water/licht, televisie en internet. De Stichting Hells Angels is eigenaar van het clubhuis. Ik droeg mijn hesje als ik ging motorrijden en als ik naar de club ging. De ‘president’ is binnen de club niet iemand met veel gezag, maar naar buiten toe misschien wel. De ‘treasurer’ hield zich bezig met de financiën. De ‘sgt. at arms’ is iemand die orde houdt, bij wie je je kunt afbellen en die kan ingrijpen. De ‘road captain’ bemoeit zich met de ritten en het regelen van hotels. Er hingen decoratiewapens in het clubhuis. Dit zijn geschenken. Ik weet wie [betrokkene 4] is. Ik ken [getuige 1] . Hij heeft de club verlaten. Ik weet wie [getuige 11] is. Het klopt dat ik club gerelateerde e-mails heb gestuurd naar [betrokkene 8] . Hij is de ‘national secretary’.U houdt mij zaakdossier C-15 Martini voor. Het kan zijn dat [betrokkene 1] mij die avond heeft gebeld met de mededeling dat hij Boek heeft gebeld voor een bakkie koffie. Een bakkie is gewoon een babbeltje. U houdt mij zaakdossier C-13 Vuurduin voor. Hier heb ik destijds iets over gehoord. Ik hoorde dat er iets gebeurd was. Ik ken [getuige 2] . Hij heeft bij ons op de club rondgelopen. U houdt mij zaaksdossier C-20 Slechtvalk voor. Ik ben die avond naar Haarlem gereden, voor de clubavond. Een half uur na het voorval stond het al op het nieuws. Dat hebben wij op de club besproken.
U houdt mij een fragment van het gesprek op 16 september 2016 in het clubhuis voor (…): ‘[betrokkene 1] valt [betrokkene 2] in de rede en zegt: Hee als justitie zijn shit beter had geregeld en van der Valk betere camera’s had gehad ja? Dan had hij vast gezeten, had hij vast gezeten, had hij vast gezeten en had ik vast gezeten ja? NNman [verdachte] : Ja dat weet ik.[betrokkene 1] : En dan hadden we allemaal een probleem gehad. NNman ( [verdachte] ): mother fucking probleem gehad ja.’
Het zou kunnen dat ik aanwezig ben geweest op de clubavond op 16 september 2016. Het zou kunnen dat ik degene ben die [verdachte] wordt genoemd. Ik ben het enige Hells Angels Haarlem lid die [verdachte] wordt genoemd. Het zou dus kunnen dat ik op 16 september 2016 in het clubhuis aan het woord ben geweest. De vergadering is alleen toegankelijk voor leden.
Mijn motor heeft inderdaad kenteken [kenteken 2].
2. Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 25 augustus 2015 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Ik verbalisant, [verbalisant 1] , BOA van Politie (…) en werkzaam als Operationeel Specialist B bij de Eenheid Noord-Holland, verklaar het volgende:
Binnen het Titel V onderzoek naar de Hells Angels Haarlem zijn de bankafschriften opgevraagd van de Stichting Hells Angels Haarlem bij ABN AMRO bank over de periode 1 januari 2013 t/m 10 juli 2015.
Uit de bankafschriften van bankrekening [0001] blijkt het volgende:
Soort rekening: Bestuursrekening
Tenaamstelling: Stichting Hells Angels Haarlem
t.a.v. [medeverdachte 5]
[a-straat 1]
[plaats]
Beginsaldo: € 1.159,28 credit (31-12-2012)
Eindsaldo € 2.902,36 credit (datum bankafschrift is 14-07-2015)
Op de bankrekening vonden de volgende (noemenswaardige) bijschrijvingen plaats:
Per jaar (totalen) werden de volgende bedragen contant op de rekening gestort
2013 € 17.285,00
2014 € 14.920,00
2015 (- 14/07) € 8.600,00
Totaal € 40.805,00
Op de rekening vonden de volgende (noemenswaardige) afschrijvingen plaats:
Er werden diverse bedragen voor verschillende personen overgemaakt naar verschillende Pi’s (penitentiaire inrichting).
In 2013 was dit een bedrag van € 1.600,00 t.b.v. [betrokkene 9]
In 2014 was dit een bedrag van € 1.440,00 t.b.v. [medeverdachte 3] en [betrokkene 10]
In 2015 was dit een bedrag van € 1.800,00 t.b.v. [medeverdachte 3] en [betrokkene 1]
Van de rekening werden de volgende betalingen voor vaste lasten gedaan (de bedragen zijn totalen over de gehele periode):
UPC (communicatie) € 3.282,46
Gemeentebelasting € 5.771,48 (en € 157,64 ontvangen inzake gemeentebelasting)
NUON (GWL) € 10.723,21 (en € 671,09 ontvangen van NUON)
3. Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 22 augustus 2016 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Ik verbalisant, [verbalisant 1] , BOA van Politie (…) en werkzaam als Operationeel Specialist B bij de Eenheid Noord-Holland, verklaar het volgende:
Binnen het Titel V onderzoek naar de Hells Angels Haarlem, zijn de bankafschriften opgevraagd van de Stichting Hells Angels Haarlem bij de ABN AMRO bank over de periode 11 juli 2015 t/m 19 januari 2016.
Uit de bankafschriften van bankrekening [0001] blijkt het volgende:
Soort rekening: Bestuurrekening
Tenaamstelling: Stichting Hells Angels Haarlem
t.a.v. [medeverdachte 5]
[a-straat 1]
[...] Haarlem
Beginsaldo: € 2.902,36 credit (datum bankafschrift is 14-07-2015)
Eindsaldo: € 1.950,82 credit (datum bankafschrift is 12-01-2016)
Bijschrijvingen
De rekening wordt gevoed door de volgende contante stortingen:
10-08-2015 € 1.000,00 Europaboulevard 154(G) A,PAS [0003]
04-09-2015 € 3.550,00 Europaboulevard 154(G) A,PAS [0003]
06-11-2015 € 2.415,00 Europaboulevard 154(G) A,PAS [0003]
22-12-2015 € 1.000,00 Europaboulevard 154(G) A,PAS [0003]
Afschrijvingen
Eenmalige overboekingen
€ 2.882,64 [A] NV inz. Polisnr [0002] / [a-straat 1] Haarlem
€ 1.200,00 [betrokkene 11] [...] inz. Thanks from Haarlem Holland
Terugkerende overboekingen
Ziggo (maandelijks) bedrag variërend tussen de € 126,90 en € 131,48
NUON € 321,00 (maandelijks)
PB Sound BV € 190,58 (per kwartaal)
Diverse overboekingen naar eigen rekeningen van de Hells Angels i.v.m. kosten.
PI Zwaag [betrokkene 1] [...] 1982
10-08-2015 € 400,00
04-09-2015 € 400,00
12-10-2015 € 400,00
(…)
4. De verklaring van [verdachte] als verdachte ter terechtzitting van het hof van 21 januari 2021 (…)
Deze verklaring houdt onder meer het volgende in:
U houdt mij voor dat tijdens de doorzoeking in het clubhuis een document is aangetroffen getiteld Angels MC Haarlem Holland Clubregels’ (…). Ik weet dat er zo’n lijst was. Volgens mij staan er behoorlijk wat regels in. (...) Als je bij de club komt neemt iemand die lijst met je door: Voordat je bij de club komt als hangaround worden je bepaalde dingen uitgelegd
(…)
5. Een proces-verbaal van bevindingen van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 22 november 2016 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Op 4 oktober 2016 heeft op het politiebureau te Gouda een verdachte verhoor plaatsgevonden. De verdachte [getuige 1] werd gehoord [...]. Ik ben inderdaad lid geweest van de Hells Angels van charter Haarlem. Inmiddels ben ik twee jaar geleden, medio september 2014 in badstanding uit de club gegooid. Dit is gekomen doordat Haarlem destijds een zwakke club was. Het ledenaantal liep terug naar ongeveer 15 man. Hierop is een ‘transfer’ verbod gekomen. [...] Echter de HA is dusdanig ingericht dat er een democratie heerst. De democratie bestond destijds uit het feit dat wij als “oude” garde een meerderheid vormde ten opzichte van de “jonge” garde. 8:7. Destijds kwam de jonge [betrokkene 1] bij de club. [...] [betrokkene 1] kwam bij de club nog voordat hij een motor/ motorrijbewijs had. [betrokkene 1] werkte zich in een mum van tijd omhoog. [betrokkene 1] heeft er destijds met een aantal andere ervoor gezorgd dat ik en nog iemand de club uit moesten waarna de jonge generatie het er voor het zeggen kregen. [...] [betrokkene 1] was gewoon een psychopaat, hij had rare ideeën. Ik kon mij daar ook niet in vinden. Hierop heeft hij mij geprobeerd eruit te werken. Kortom uiteindelijk kwam het bericht dat ik de club moest verlaten. Niet in goed en niet in bad standing maar OUT (een middenweg). Als je de club via OUT kan verlaten dan mag je na een jaar weer terug komen bij de HA. Na twee weken werd dit omgezet naar bad standing. Ik moest mijn motor inleveren en mijn drie tatoeages omvormen zodat deze niet meer herkenbaar waren. [..,]
[betrokkene 1] is de nieuwe president geworden. [...] Zijn psychopathische ideeën worden niet door clubleden tegen gehouden. [...] Niemand houdt hem tegen. [...]
6. Een proces-verbaal van bevindingen beluisterde OVC gesprekken in Volkswagen, type Golf, kleur zwart, voorzien van kenteken: [kenteken 1] , van de datum 09-06-2016 van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 15 juli 2016 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Door de officier van justitie van het arrondissementsparket Noord-Holland en de rechtercommissaris van de Rechtbank Noord-Holland zijn [...] een machtiging tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel in een voertuig, zijnde een Volkswagen type Golf, kleur zwart, voorzien van het kenteken [kenteken 1] afgegeven. […]
Gespreksdeelnemers van deze dag zijn: [betrokkene 3] , [betrokkene 12] , NNMan, [betrokkene 2] […]
Donderdag 09 juni 2016
[betrokkene 3] : [medeverdachte 2] rijdt al in Zandvoort, die gaat al kijken daarzo [...]
NNman: Wat was er met die motor van hem, had ie panne of zo?
[betrokkene 3] . Ja. Als die kankermotors van die Mongols daar ergens staan pik, ik trap ze allemaal om. NNMan: (onverst) zat ik daar al (onverst).
[betrokkene 3] : Is echt fucking bijdehand, zitten in ons territorium joh, in Zandvoort gaan rondrijden, toevallig gisteren hebben die gasten zijn gestopt pik. En nou in ene rijen ze daar rond. Ook zoiets raars hè? [... ]
[betrokkene 3] : ja wat denk jij dan. Ze zitten in onze wijk. Is gewoon provoceren jongen die (onverst) kankerhonden. (stilte).
(…)
7. Een proces-verbaal uitluisteren OVC Bus 001. 26012017 van de Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 23 februari 2017 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Door de officier van justitie van het arrondissementsparket Noord-Holland en de rechtercommissaris van de Rechtbank Noord-Holland zijn op grond van artikel 126L Strafvordering, een machtiging en bevel tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel, die zal plaatsvinden in 2 detentiebussen (van de Dienst Vervoer en Ondersteuning), waarmee een of meer van de in het bevel genoemde verdachten na aanhouding zullen worden overgebracht naar het Justitieel Complex Schiphol afgegeven. De aanvraag, het bevel, machtiging en de verlengingen zijn gevoegd in het methodiekendossier.
Uitleg opname OVC
Aangezien de verdachten over drie compartimenten verdeeld werden zijn er de volgende drie opnames:
-Compartiment voor.
Hierin is verdachte [betrokkene 2] alleen geplaatst.
-Compartiment midden.
Hierin zijn verdachten [betrokkene 3] en [medeverdachte 2] geplaatst.
-Compartiment achter.
Hierin zijn verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] geplaatst.
File 260117 – 200500
(…)
[medeverdachte 5] : … ntv … (fluistert) … ntv … zwijgen … met alles
(…)
8. Een proces-verbaal van bevindingen tapgesprekken van de Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 1 oktober 2014 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
(…)
Tap telefoon [getuige 3]
Door de rechter-commissaris is toestemming verleend om het telefoonnummer van [getuige 3] voor de duur van één week af te luisteren. De gesprekken via het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zijn daarop vanaf zaterdag 5 juli 2014 te 17:55 uur tot donderdag 10 juli 2014 omstreeks 10:45 uur opgenomen en uitgeluisterd.
(…)
Getapt telefoonnummer: [telefoonnummer 1]
Sessienummer: 62
Datum en tijd: 6-7-2014 13:25 uur
Samenvatting:
[betrokkene 13] bun [betrokkene 14] (NG=H)
H: Hallo met [betrokkene 14]
B: Hai met [betrokkene 13]
H: Hai [betrokkene 13]
B: Hoi he ik kan het nummer van [betrokkene 1] niet te pakken krijgen en ik vroeg me af of jij misschien via [getuige 11] of zo dat wel kon. Of heb jij van [getuige 11] geen nummer ook.
H: Jawel ik uhh ga zo wel effe informeren voor je. Hoe heet ie precies?
B: [betrokkene 1]
H: [betrokkene 1]
B: Maar ik hoef alleen maar het nummer te hebben, voor de rest uhh
H: Ja ik zal kijken voor je
B: Ja okay (…)
Getapt telefoonnummer: [telefoonnummer 1]
Sessienummer: 314
Datum en tijd: 9-7-2014 (het hof begrijpt: 6-7-2014) 14:12 uur
[betrokkene 13] bum [betrokkene 15]
B: Ik heb “ [medeverdachte 1] ” (fon) aan de lijn gehad en die geeft mijn nummer door.
F: aan eehh…?
B: Desbetreffenden
F: Ja
B: Want hij zei, ik zie hem vanavond en anders eeh sowieso morgen
F: Oh .. eeh … [betrokkene 1]
B: ja (…)
F: Ik ben wel nieuwsgierig als er belangrijke informatie is voor mij ook om te weten.
B: Nou ja het eerste contact is gelegd om … he verdomme.. wacht effe hoor ik moet effe mijn hoofd recht hebben hoor … moment
B: Ik heb [medeverdachte 1] gebeld met de vraag of hij eeh mijn nummer wil doorgeven met de vraag of die contact wil opnemen
F: OK
(…)
F: .. Maar ik snap 1 ding niet. Hoezo zag [medeverdachte 1] dan, hoezo ziet hij hem.
B: Omdat [medeverdachte 1] bij Haarlem zit (…)
F: Maar hij zat toch in een andere chapter, niet in Haarlem?
B: Nee, eeh hij zat in een andere club … en is … eeh toen overgestapt, .. vandaar
F: Oh.
B: Ja, dus .. zo zit dat
F: Oh, .. dus die weet ook van alles .. van de hoed en de rand, waarschijnlijk
B: Ik denk het.. ik weet het niet
(…)
9. Een proces-verbaal van bevindingen van de Politie Eenheid Noord-HoIIand d.d. 23 september 2014 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Tweede telefoonnummer [getuige 3]
Op 5 juli 2014 te 22:55 uur wordt vanaf het getapte telefoonnummer van [getuige 3] , het nummer 06- [telefoonnummer 1] , een sms verstuurd naar het telefoonnummer 06- [telefoonnummer 2] . De inhoud van de sms betreft de tekst: 'testjen', vermoed wordt dat hiermee 'testje' werd bedoeld. Gezien dat:
[getuige 3] op 7 juli 2014 een telefoongesprek (sessienummer 158) voert waarin hij zegt:
... Dat hoor ik morgen, ik probeer wat tijd te winnen en weet niet hoe coulant ze zijn. Ik moet afwachten hoe dat gaat lopen. Ik heb een apart mobieltje gehaald, ik geef je straks effe dat nummer door ook, dan heb je in ieder geval twee nummers van me....
Er op 5 juli 2014 naar een onbekend nummer, welke maar 1 keer voorkomt als contact gedurende de getapte periode, het woord 'testjen' wordt gestuurd waarna geen reactie volgt;
deed vermoeden dat het telefoonnummer van het tweede mobieltje 06- [telefoonnummer 2] betreft. (...) Analyse historische verkeersgegevens 06- [telefoonnummer 2]
Uit een analyse van de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer 06- [telefoonnummer 2] in het politiesysteem digitale communicatie sporen (DCS) blijkt onder andere dat:
het telefoonnummer sinds 5 juli 2014 te 13:11 uur actief is en dan veelal onder bereik is van zendmasten in het centrum van Haarlem.
(…)
er tot 9 juli 2014 te 14:08 uur, behalve internetverkeer, geen communicatie is met andere telefoonnummers.
op 9 juli 2014 te 14:08 uur, 14:10 uur en 14:12 uur zijn er uitgaande contacten met het nummer [telefoonnummer 3] . Het contact om 14:08 uur is een gesprek van 85 seconden. Uit onderzoek op internet blijkt dat dit nummer behoort bij de tattooshop ' [B] ’ te [plaats] . Volgens het Ciot blijkt dat dit nummer op naam staat van [medeverdachte 1] te [plaats] . Uit onderzoek in de registers van de KvK en politiesystemen blijkt dat de eigenaar van Tattooshop ' [B] ' is:
[medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1956 [geboorteplaats]
Van [medeverdachte 1] is bekend dat hij full member van de Hell's Angels, chapter Haarlem is. (. ..)
Op 9 juli 2014 te 14:28 uur; 14:37 uur en 14:41 uur zijn er inkomende contacten met het telefoonnummer 06- [telefoonnummer 4] . Het contact om 14:41 uur betreft een gesprek van 81 seconden. Uit Ciot gegevens blijkt dat dit telefoonnummer op naam staat van:
[betrokkene 4] , [b-straat 1] te [plaats] .
Uit het register van de gemeentelijke basisadministratie blijkt dat de enige ingeschrevene op dit adres is:
[betrokkene 4] , geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] .
Uit registraties in politiesystemen blijkt dat [betrokkene 4] een relatie heeft met [betrokkene 1] , na het contact met het telefoonnummer 06- [telefoonnummer 4] op 9 juli 2014 te 14:41 uur zijn er met dit nummer geen verdere contacten meer.
(…)
10. Proces-verbaal van bevindingen van de Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 9 september 2014 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Op [...] 25 augustus 2014 [...] hadden wij, verbalisanten, naar aanleiding van een aantal incidenten met leden van de Hells Angels een gesprek met [getuige 4] , geboren [geboortedatum] 1966. [...] [getuige 4] [...] vertelde [...] ons, kort en zakelijk weergegeven:
Dat hij sinds 4 a 5 maanden lid is van de motorclub No Surrender, chapter Rotterdam. [...]
Dat hij een vestje had gekregen waarop alleen “Rotterdam” stond in de kleuren van No Surrender […]
Dat hij dit vestje wel eens droeg in Haarlem en in zijn café.
Dat hij, voor zover hij weet, het enige No Surrender lid is in Haarlem.
Dat hij met zijn vriendin [betrokkene 16] sinds 1 jaar eigenaar is van rock café “Bone Rock’s” te Haarlem.
[…]
Dat hij sinds hij verteld heeft aan de vriend die lid is van de “Gringo’s” dat hij lid is van No Surrender problemen ondervindt.
Dat ongeveer 3 maanden geleden zijn vestje is afgepakt door 6 leden van de Hells Angels.
Dat dit is gebeurd op een donderdagavond omstreeks 21:30 uur in zijn café terwijl hier diverse klanten aanwezig waren.
Dat hij nog weet dat het een donderdag was omdat die avond een clubavond van de Hells Angels is.
Dat er 6 Hells Angels in full colours het café binnen kwamen, hem in een hoek dreven en vervolgens vertelden dat ze zijn vest wilden hebben.
Dat hij eerst geweigerd zou hebben maar vervolgens toch zijn vest hebben gegeven omdat hij bang was voor de veiligheid van zijn klanten.
Er door de Hells Angels vervolgens nog is gezegd: “de boodschap hoor je nog wel” en “we willen geen No Surrender in Haarlem”.
Dat hij, nadat de Hells Angels waren vertrokken, naar zijn club heeft gebeld om dit incident te melden.
[…]
Dat hij 4 weken later tijdens een clubavond zijn vestje terug heeft gekregen.
Dat hij niet precies weet hoe het vestje terug gekomen is maar dat dit overgedragen zou zijn door een Hells Angel in Heemstede aan een onbekende.
Dat na de teruggave er wel twee Hells Angels in zijn café zijn geweest en vertelden dat er verder geen problemen zouden zijn als hij zijn vestje maar niet meer zou dragen in Haarlem en respect zou tonen naar de Hells Angels.
[…]
Dat enige tijd hierna twee No Surrender leden in colours in zijn café zijn geweest en hij hiervan de Hells Angels op de hoogte heeft gesteld.
Dat er vervolgens Hells Angels naar zijn café zijn gegaan maar dat de No Surrender leden al weg waren.
Dat hij vervolgens op een avond, een week voor Haarlem Jazz, door twee leden van de Hells Angels die hij kent als “ [betrokkene 1] ” en “ [betrokkene 2] ” in zijn café werd aangesproken en naar buiten moest komen.
Dat “ [betrokkene 1] ” en “ [betrokkene 2] ” van hem wilden weten of twee mannen die voor café “van Beinum” stonden leden van No Surrender waren.
Dat hij de twee mannen die “ [betrokkene 1] ” en “ [betrokkene 2] ” aanwezen niet kende. Dat “ [betrokkene 1] ” en “ [betrokkene 2] ” vervolgens tegen hem zeiden dat ze volgende week zouden terugkomen en dan wilden horen dat hij geen lid meer was van No Surrender.
Dat een week later, tijdens Haarlem Jazz er 3 mannen in full colours van de Hells Angels zijn café binnen kwamen.
Dat er op dat moment 1 klant in hef café zat die van de Hells Angels buiten moest wachten met zijn biertje, hetgeen deze deed.
Dat hem vervolgens gevraagd werd of hij nog lid was van No Surrender.
Dat hij hierop bevestigend had geantwoord.
Hij vervolgens 1 klap tegen zijn gezicht kreeg en hij knock-out is gevallen op de grond en hij niet weet wie hem geslagen heeft.
(…)
11. Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen NNVrouw5811 en [betrokkene 3] d.d. 20 juli 2015, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland (…)
Dit tapgesprek houdt onder meer het volgende in :
Datum: 20-07-2015 10:44:34
[betrokkene 3] WGD NNVrouw5811 (...)
NNVrouw5811: Nou ik weet het niet maar voor hetzelfde geld waren ze wel allemaal jouw kant opgegaan [betrokkene 3] . Want ze reden hier allemaal langs op een gegeven moment die kant op. Ik denk straks hebben ze je adres. Ze waren wel op zoek naar je.
[betrokkene 3] : Ze zoeken maar een end heen. (…) Was ff een persoonlijk dingetje wat ik met die jongen had dus ik vind het prima
NNVrouw5811: Zo zien ze het dus blijkbaar niet. Het krioelde in de stad gister. Ze reden met auto's, motoren. Jouw naam werd genoemd dus ik denk ik zal het ff zeggen voordat ze wel jouw kant [betrokkene 3] : Ze zijn altijd welkom. Dat weet je. Tuurlijk, goed dat je het zegt.
(…)
12. Een proces-verbaal van relaas van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 19 juli 2017 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Op 20 juli 2015 omstreeks 10.44 uur wordt [betrokkene 3] gebeld door [betrokkene 17] (NNVrouw5811) die gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer 5] . (...) Het telefoonnummer (...) staat blijkens een vordering identificerende gegevens op naam van [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] is full colour member van MC Hells Angels Haarlem (...). Uit onderzoek blijkt dat C.P. Stapper de vriendin is van [medeverdachte 2] en de gebruiker is van genoemd telefoonnummer.
(…)
13. Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 1] d.d. 13 augustus 2015, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland (…)
Dit tapgesprek houdt onder meer het volgende in:
Datum 13-08-2015 13:37:13
[betrokkene 3] WGD [betrokkene 1] (...)
F: Hey even andere informatie. Ik kreeg net een appje van onze vriend [getuige 2] . [medeverdachte 2] heeft gevraagd hoe het met hem ging qua gezondheid en hij appt een hele lange tekst terug die hij ook naar mij gestuurd heeft. Maar hij zit zwaar in de shit, problemen. Hij woont in [plaats] nu etcetera. De club wordt gewoon niks meer. dat staat er 2x in dus dan weet je dat
L: Je weet wat we hebben afgesproken. Dat hoeft dan ook niet te wachten
F: dan weet je het ff. [medeverdachte 2] weet het ook. Zometeen heb ik het er met de gasten even over over het sms'je of appje dat ik gehad heb. Maar dan ben je in ieder geval op de hoogte. Hoef je me ook niet meer te bellen.
L: Zeker maar ook dat hij niet het respect heb om te wachten, weer gaat lopen mauwen en weet ik veel wat. weet je wat je te doen staat, ja toch?
(…)
14. Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [getuige 2] en [medeverdachte 2] (t.n.v. [medeverdachte 2] ) d.d. 18 augustus 2015, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland (…)
Dit tapgesprek houdt onder meer het volgende in:
Datum 18-08-2015 18:25:17
[getuige 2] BUM [medeverdachte 2] (…)
[medeverdachte 2] : Joehh .. [getuige 2]
: Ja, [medeverdachte 2] .. He [medeverdachte 2] , even een vraag aan jou … [medeverdachte 2] : Ja..
[getuige 2] : Hebben jullie aan de tafel besloten dat ik mijn motor moet inleveren? [medeverdachte 2] : Dat weet ik niet
[getuige 2] : Maar, laten we even heel duidelijk zijn [medeverdachte 2] : Ja?
[getuige 2] : Ik word nu door die 2 imbecielen afgeperst, stomp voor mijn hersens. Ik kan 2 dingen doen: of we kunnen het op een normale manier regelen of of ik ga gewoon aangifte doen, he. Ik laat me niet meer afpersen, ik laat me niet meer verrot schelden, laat me niet meer op mijn bek stompen door die kanker [betrokkene 3] . Ik wou hem doodschieten, maar ik doe het godverdomme niet..
Verbinding wordt verbroken.
(…)
15. Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [getuige 2] en NNVrouw6927 d.d. 19 augustus 2015, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland (…)
Dit tapgesprek houdt onder meer het volgende in:
[getuige 2] BUM NNVrouw6927 (...)
[getuige 2] . Kijk en [betrokkene 18] , die zegt van Ja .. euhh .. ik zou gewoon die motor hebben gegeven
NNvrouw6927: Ja, je lijkt wel gek..
[getuige 2] : Nee .. weet je, dat ga ik ook niet doen, maar hij zei: Ja, dan ben je wel van alles, het gezeik af
NNvrouw6927: (lacht)
(…)
[getuige 2] : Het is euhh ... Ik kan beter ... Kijk kijk ... Ik kan beter wel zo ... Ik moet even kijken dat...dingen regelen, dat die opgeborgen worden, voorlopig eventjes..
NNvrouw6927: Hmmhmm ..
[getuige 2] : Kijk dat .. als ze kwaad mee kunnen, dan ja ... NNvrouw6927: Wat dan?
[getuige 2] : Ja, spullen in de fik steken, of wat dan ook. NNvrouw6927: Hmmmm ..
[getuige 2] : Ik Het zal op zoiets wel neerkomen; weetje wel.
NNvrouw6927: Hmmmm (...)
[getuige 2] : (...) Ik heb die [medeverdachte 2] nog gebeld .. NNvrouw6927: Ja .. maar ja, die zegt toch niks. (...)
[getuige 2] . Ja, want weet je wat het is .. Euhhh ... euhm .. ik wil helemaal niks meer met met met wie dan ook te maken hebben. Het is natuurlijk wel zo, dat [medeverdachte 5] die had hier ook een stokkie voor kunnen steken
NNvrouw6927: Ja.
[getuige 2] : En dat heb-ie.ook-niet-gedaan. En [medeverdachte 2] die ik aan de lijn heb gehad die had er ook een stokkie voor kunnen steken en die heb het ook niet gedaan en die [medeverdachte 1] (...)
16. Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [getuige 2] en [betrokkene 19] d.d. 27 augustus 2015, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland (…)
Dit tapgesprek houdt onder meer het volgende in:
[getuige 2] bum [betrokkene 19]
[getuige 2] zegt dat hij in 2 a 3 dagen alles heeft geregeld, de hele beveiliging. [betrokkene 19] zegt dat het al Fort Knox was.
[getuige 2] zegt ja maar ook ergens anders, ik heb ook backup, ik heb ook vrienden.
zegt dat “ze" dat weten. [betrokkene 19] zegt dat ze iedereen hadden moeten sturen behalve die twee. [betrokkene 19] vindt het raar dat die oudere er allemaal niks van zeggen.
(…)
[getuige 2] vindt het een mal cluppie en zegt dat hij die [medeverdachte 5] niet begrijpt en die ouderen allemaal. Die hadden in moeten grijpen.
(…)
[getuige 2] zegt dat het al meer geld heeft gekost als die ene motor waard is. Het was goedkoper geweest om die motor mee te geven. [getuige 2] zegt dat hij niet op zijn knieën door het leven gaat voor ze.
(…)
17. Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 1] en Tattoo [B] d.d. 17 december 2015 opgemaakt door Politie Eenheid Noord-HoIland (…)
Dit tapgesprek houdt onder meer het volgende in:
Datum 17 12-2015 17:38:18
[betrokkene 3] / [betrokkene 1] BUM [medeverdachte 1]
[betrokkene 3] geeft even zijn direct leidinggevende, alias Hitler aan de telefoon.
[betrokkene 1] moet lachen en zegt wat een teringleier he .. tegen [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] moet lachen
had gezegd, omdat hij morgen weggaat, dat hij niet kwam.
[betrokkene 1] : Naar aanleiding van gister is er geen aanleiding om te komen, maar er is vandaag wel wat voorgevallen, dus wij hebben wel koffie vanavond, laat maar zeggen.
: Ja
[betrokkene 1] : Euhh .. Je ken zeggen, van Ja euhh .. ik hoor het later, maar dan weet je in ieder geval wel, dat er zo wat besproken wordt.
: Oké .. en hoe laat is dat, de koffie? [betrokkene 1] : Koffie is altijd 9 uur he ..
vindt 9 uur wel erg laat en moet even kijken [medeverdachte 1] ziet [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] morgen.
[betrokkene 1] zal [medeverdachte 5] informeren en dan hoort [medeverdachte 1] het morgen wel van [medeverdachte 5] . [...]
18. Een proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 1] vordering tot inbewaringstelling d.d. 1 februari 2017 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
U houdt mij voor dat [betrokkene 1] mij na de mishandeling van [getuige 9] heeft gebeld en dat hij heeft gezegd dat er vandaag jets is voorgevallen en dat er vanavond koffie is. Hij heeft ook gezegd: 'Dan weet je in ieder geval dat er zo wat besproken wordt'. Achteraf hebben wij gehoord dat dat incident had plaatsgevonden.
(…)
19. Een proces-verbaal van onderzoek wapen van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 26 juli 2016 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Op [...] 19 juli 2016 werden gedurende een zoeking in een woning op het adres [c-straat 1] te [plaats] een vuurwapen en munitie aangetroffen.
(…)
20. Een proces-verbaal van bevindingen beluisterde OVC gesprekken in het clubhuis Hells Angels, charter Haarlem van de datum 19-07-2016 van de Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 7 december 2016 (…).
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Door de officier van justitie van het arrondissementsparket Noord-Holland en de rechtercommissaris van de Rechtbank Noord-HoIland zijn [....] een machtiging en bevel tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel in het clubhuis van de Hells Angels, charter Haarlem, [a-straat 1] te Haarlem afgegeven. [...]
Identificatie gespreksdeelnemers OVC gesprekken. (...)
Deze deelnemers die vooralsnog zijn geïdentificeerd betreffen:
[betrokkene 2] , geboren [geboortedatum] 1974. (...)
[betrokkene 3] , geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] . (...)
[medeverdachte 5] , geboren [geboortedatum] 1965. (...)
[medeverdachte 3] , geboren [geboortedatum] 1972. (...)
OVC van [a-straat 1] te Haarlem (...) Uitwerking OVÇ gesprekken van 19-07-2016 (...)
12:04:56 uur komt [betrokkene 2] boven aan op het CH. [betrokkene 2] : vuurwapen gevonden.
Nnman1: is ie mee. [betrokkene 2] : huh ... Nnman1: is ie mee.
[betrokkene 2] : zeg jij het maar pik ... onverstaanbaar... tip gehad veel geld veel wapens ... op zoek naar wapens en er moet veel geld in huis liggen ... onverstaanbaar.
Nnman1 : ik geeft ze geen ongelijk hahaha. (...)
[betrokkene 2] : ... onverstaanbaar ... [betrokkene 3] ... gister naar mijn moeder gereden en me moeder belde kom effe naar huis ... onverstaanbaar...
[betrokkene 2] ... Nokiatje .
[betrokkene 3] : maar wat hadden ze nog meer gevonden. [betrokkene 2] : niks, een wapen en de tas ... onverstaanbaar.
[betrokkene 3] : ohh das kut voor haar, ja want het is natuurlijk een huurhuis of niet.
[betrokkene 2] : dan word je er toch niet uitgegooid want een huur huurhuis ... onverstaanbaar... vuurwapens ...
[betrokkene 3] : nee maar ze moet dan wel zeggen van wie die is natuurlijk.
[betrokkene 2] : onverstaanbaar. (...)
[betrokkene 3] : maar ze hebben t wel meegenomen, maar ze hebben alleen je wapen mee genomen [betrokkene 2] : jah alleen wapen (...)
12-15-34
[betrokkene 2] : onverstaanbaar... ze moesten blijven zitten en eh toen vroegen ze een nummer hun bellen naar mijn schoonzus ... onverstaanbaar ... en toen hebben ze vuurwapen gevonden
[betrokkene 3] : stond hier die hond bij
.. onverstaanbaar...
Nnman1: ik moest toen aan de keukentafel blijven zitten .. een keer.... .
onverstaanbaar ... er roept een nnman jongens ik ben aan het werk hoor, sorry. Er klinkt een ringtoon van een telefoon. De nnman neemt op en zegt met [medeverdachte 5] . (de stem van de NNman lijkt na stemvergelijking op de tap op de stem van [medeverdachte 5] )
[betrokkene 2] : onverstaanbaar ze waren naar geld op zoek en wapens
[betrokkene 2] : beloof me 1 ding beloof met gewoon effe 1 ding gooi die kankertelefoon in 't Noordzeekanaal Nnmannen: ja
[betrokkene 2] : al kost het 500 (...)
[betrokkene 2] : ik gooi hem gooi hem voor dat je vanavond gaat slapen regel je shit ouwe haal een nieuwe telefoon .. onverstaanbaar gooi em gooi em
Nnman2: maakt niet uit dat je hem kan delete
.. onverstaanbaar..
[betrokkene 3] : je moet hem echt weg gooien [medeverdachte 3] onverstaanbaar ze kunnen alles terughalen je ken deleten
maar ze vinden alles terug (…)
12.37.40 uur
[betrokkene 3] : maar goed gebarricadeerd pik als ze niet eens binnen kunnen komen
[betrokkene 2] : hij zat niet eens op nachtslot het is gewoon een aluminium deur … onverstaanbaar …
… er gaat een nnman (de stem van de NNman lijkt na stemvergelijking op de tap op de stem van [medeverdachte 3] ) weer werken en verder gaat het over een abonnement voor telefoon ook over dat ze de telefoons moeten vernietigen maar dat ze de sim kaartjes kunnen houden. Foto’s en adressen wissen van telefoon Icloud en skypen. [betrokkene 2] legt aan nnman uit hoe hij dat moet doen en zegt misschien weet [betrokkene 20] het wel. (…)
21. Een proces-verbaal aanvulling OVC clubhuis 19-07-2016 van Politie Eenheid Noord-Holland) d.d. 1 mei 2017 (…)
Dit proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
Op woensdag 7 december 2016, werd een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt naar aanleiding van het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel in het clubhuis van de Hells Angels, charter Haarlem, [a-straat 1] te Haarlem.
De datum van opname van deze gesprekken betrof 19 juli 2016.
Gespreksdeelnemers van deze dag zijn:
Onder de kop “Gespreksdeelnemers van deze dag zijn” staan onderstaande namen beschreven als gespreksdeelnemers van die dag:
[betrokkene 2]
[betrokkene 3] NNmannen
Hier moet echter staan als gespreksdeelnemers van die dag: [betrokkene 2]
[betrokkene 3] (…)
[medeverdachte 5] NNman ( [medeverdachte 3] )’
8. Ik attendeer erop dat bij de civiele kamer van Uw Raad het cassatieberoep aanhangig is tegen het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin onder meer is beslist dat de in eerste aanleg uitgesproken verbodenverklaring en ontbinding van Hells Angels Motorcycle Club Holland in stand blijven.81.In die zaak spelen feiten en omstandigheden een rol die ook in deze strafzaak aan de orde zijn. Het gaat hier evenwel om een andere procedure, met andere rechtsvragen; ik zal in het navolgende niet aan deze zaak refereren. Ik vermeld voorts dat een deel van de vonnissen en arresten die gewezen zijn in de strafzaken tegen leden van het charter Hells Angels Haarlem zijn gepubliceerd.82.En ik wijs erop dat art. 140 Sr ook bij de strafvervolging van leden van andere Outlaw Motorcycle Gangs een belangrijke rol heeft gespeeld.83.
Het eerste middel
9. Het eerste middel bevat de klacht dat het hof op onbegrijpelijke en/of ontoereikende gronden is voorbijgegaan aan het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt dat niet de Hells Angels charter Haarlem, maar enkel de jonge garde daarvan, gevormd door [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] , een criminele organisatie vormde. Het middel valt in een aantal deelklachten uiteen. Alvorens op die deelklachten in te gaan merk ik het volgende op.
10. Voor een veroordeling wegens art. 140 Sr is vereist dat sprake is van een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Van een organisatie is sprake bij een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon.84.Van een organisatie die het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft, kan ook worden gesproken als het plegen van die misdrijven het naaste doel of een nevendoel van de organisatie is; vereist is niet dat het plegen van misdrijven de voornaamste bestaansgrond van de organisatie is.85.
11. Van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt is sprake als dat standpunt duidelijk, door argumenten geschraagd en voorzien van een ondubbelzinnige conclusie ten overstaan van de feitenrechter naar voren is gebracht. In verband met de mate waarin een beslissing nader dient te worden gemotiveerd komt betekenis toe aan onder meer de aard van het aan de orde gestelde onderwerp alsmede de inhoud en indringendheid van de aangevoerde argumenten. Daarbij kan zich het geval voordoen dat de nadere motivering in de bewijsmotivering besloten ligt.86.Naar het mij voorkomt kan het door de raadsman aangevoerde bezwaarlijk anders worden verstaan dan als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt met de in het middel verwoorde inhoud.
12. Het hof is met de bewezenverklaring van het bepleite standpunt afgeweken. Het hof heeft in de bewijsmotivering vooropgesteld dat er sprake is van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen de leden van de Hells Angels Haarlem, de Stichting en [betrokkene 4] gedurende de ten laste gelegde periode. Het hof heeft inzake het oogmerk van de organisatie vervolgens (A) de bedreigende en gewelddadige reputatie van de organisatie, (B) het belonen en aanmoedigen van strafbare gedragingen, en (C) gepleegde misdrijven in aanmerking genomen. En het hof heeft vervolgens tegen deze achtergrond geconcludeerd dat de organisatie ‘een oogmerk’ heeft gericht op het plegen van (de in de bewezenverklaring omschreven) misdrijven. Aldus ligt in de bewijsmotivering van het hof besloten waarom het, in afwijking van het standpunt dat de raadsman heeft betrokken, de leden van het charter Hells Angels Haarlem samen met de Stichting en [betrokkene 4] heeft aangemerkt als een organisatie die het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.87.Het middel betreft de begrijpelijkheid en toereikendheid van deze overwegingen.
13. In verband met die begrijpelijkheid wijs ik alvast op een arrest van Uw Raad van 22 januari 2008.88.In het betreffende arrest was ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat hij samen met vijf medeverdachten had deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van (nader omschreven) in de Opiumwet strafbaar gestelde misdrijven. Uw Raad was van oordeel dat het hof uit de bewijsmiddelen had kunnen afleiden dat (kort gezegd) de verdachte en een medeverdachte in gestructureerd verband hadden samengewerkt, dat de verdachte daarbij telkens een centrale rol vervulde en dat de verdachte en deze medeverdachte beiden hadden samengewerkt met een of meer van de andere medeverdachten van wie was bewezenverklaard dat zij deel uitmaakten van (kort gezegd) de criminele organisatie. Daarmee illustreert het arrest dat een organisatie die het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft kan bestaan uit enkele personen die (bij het plegen van misdrijven) een centrale positie innemen en andere personen.
14. De steller van het middel voert in de eerste plaats aan dat ’s hofs vaststellingen over de reputatie van de Hells Angels blijkens de bewijsvoering uitsluitend te herleiden zijn tot de medeverdachten [betrokkene 1] , [betrokkene 2] , [betrokkene 3] en [betrokkene 4] . ’s Hofs vaststelling dat de leden van de Hells Angels Haarlem zich bewust zijn van deze reputatie zou voorts uitsluitend gegrond zijn op uitlatingen van de medeverdachten [betrokkene 2] en [betrokkene 1] . De beide krantenberichten die het hof vermeldt zouden uitsluitend over medeverdachte [betrokkene 1] gaan.
15. In de bewijsoverwegingen die het hof aan de bedreigende en gewelddadige reputatie van de Hells Angels Haarlem heeft gewijd, stelt het de verklaringen en tapgesprekken van slachtoffers voorop. Daarbij gaat het om de getuigen [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 2] , [getuige 5] , [getuige 6] , [getuige 7] en [getuige 8] . Uit de uitlatingen van deze getuigen blijkt van (het hebben van angst voor) de Hells Angels als groep. Alleen al tegen deze achtergrond heeft het hof de bedreigende en gewelddadige reputatie als een kenmerk van de Hells Angels Haarlem als geheel kunnen aanmerken. Ik wijs er daarbij op dat het in de rede ligt dat de grootte van de groep Hells Angels als zelfstandige factor aan de reputatie (en de angst) heeft bijgedragen.
16. Aan ’s hofs vaststelling dat de leden van de Hells Angels Haarlem zich bewust waren van hun reputatie doet niet af dat die vaststelling gebaseerd is op uitlatingen van de medeverdachten [betrokkene 2] en [betrokkene 1] , die tot de jonge garde behoorden. De betreffende uitlating van [betrokkene 2] , inhoudend dat het chapter Haarlem in Holland bekend staat als kei- en keihard, is gedaan op de clubavond op 16 september 2016 waar de verdachte en de andere leden bij aanwezig waren en draagt het karakter van een constatering. In beide krantenberichten komt de naam van [betrokkene 1] voor, maar wordt ook gesproken over het ‘beruchte chapter’, van het uit zijn op oorlog en van het hanteren van een harde lijn. Daaraan heeft het hof in verband met (bekendheid bij de leden van) de reputatie van het chapter betekenis kunnen hechten.
17. De eerste deelklacht faalt.
18. De steller van het middel meent voorts dat de misdrijven die het hof opsomt telkens (in wisselende samenstelling) zijn begaan door uitsluitend [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . De afpersing van [getuige 4] is volgens het hof, zo vermeldt de steller van het middel, begaan door zes leden van ‘de Hells Angels, daarbij zou het hof evenwel in het midden hebben gelaten of dit leden van het charter Haarlem waren.
19. Als laatste (zevende) deelklacht voert de steller van het middel aan dat het hof de stellingen dat volgens [betrokkene 1] de door ‘de jonge garde' gepleegde geweldsincidenten niets met de club te maken hebben, dat volgens [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en hijzelf met ‘de rest’ nauwelijks contact hadden over ‘bepaalde dingen’ en dat, eveneens volgens [betrokkene 3] , geweld door individuele leden van de Hells Angels op het clubhuis niet werd besproken, ten onrechte onbesproken zou hebben gelaten. En dat zou ook gelden voor de stelling dat de 'oude garde’ zich distantieerde van de ‘jonge garde’, de ‘jonge garde’ aansprak op negatief gedrag en de ‘jonge garde’ na kennisneming van hun criminele gedragingen in 'bad standing’ de club uit is gezet.
20. Deze deelklachten lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
21. Uit de bewijsmiddelen volgt dat [getuige 4] heeft verklaard dat op de betreffende avond zijn vestje van No Surrender is afgepakt door zes leden van de Hells Angels, dat zij op een donderdagavond omstreeks 21:30 uur in zijn café kwamen, dat donderdagavond een clubavond van de Hells Angels is, dat zij in full colours het café binnenkwamen, en dat de Hells Angels hebben gezegd dat zij geen No Surrender in Haarlem wilden (bewijsmiddel 10). Uit de bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid wie precies voor de afpersing van het betreffende vest verantwoordelijk waren. Wel volgt daaruit dat de afpersing in het teken stond van de doelstellingen van Hells Angels Haarlem en niet door alleen de door de raadsman genoemde personen is gepleegd.
22. Uit ’s hofs bewijsvoering volgt voorts dat [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] bij hun criminele activiteiten niet op eigen houtje opereerden. De afpersing van [getuige 2] en daarmee de klap die in dat kader is uitgedeeld was uitvloeisel van een clubbesluit. Dat geldt ook voor de afpersing van [getuige 7] . De gewelddadigheden tegen leden van andere motorclubs zijn een uitvloeisel van wat [betrokkene 1] tijdens de clubvergadering van 16 september 2016 (bewijsoverwegingen onder het kopje ‘Afpersing, dwang, bedreiging en mishandeling’) omschrijft als ‘onze eigen houding’. Uit de bewijsvoering volgt ook dat meer leden van het charter bij acties in dit kader betrokken zijn. Als Mongols worden gespot in Zandvoort (dat de Hells Angels Haarlem als onderdeel van hun territorium zien) rijdt medeverdachte [medeverdachte 2] daar rond (bewijsmiddel 6). De vriendin van medeverdachte [medeverdachte 2] waarschuwt [betrokkene 3] nadat deze [getuige 10] , lid van Satudarah, heeft mishandeld, dat ‘ze’ naar hem op zoek zijn (bewijsmiddelen 11 en 12). [betrokkene 1] wijst vier leden van het charter aan (waaronder zichzelf) die vast hadden gezeten als Van der Valk (waar een vechtpartij tussen de Hells Angels en de Mongols had plaatsgevonden) betere camera’s had gehad (bewijsoverweging onder het kopje ‘De koers/toekomst van de organisatie zelf en verhullen/afdekken’). Na de mishandeling van [getuige 9] (lid van No Surrender) vindt een vergadering plaats waarover in ieder geval medeverdachte [medeverdachte 5] en medeverdachte [medeverdachte 1] worden geïnformeerd (bewijsmiddelen 17 en 18).
23. Ook bij de gang van zaken rond andere misdrijven zijn meer leden van het charter betrokken. [getuige 3] , die wordt gedwongen om zijn tattooshop te sluiten, belt medeverdachte [medeverdachte 1] , die in [plaats] een tattooshop heeft (bewijsmiddelen 8 en 9). [getuige 2] stuurt een appje naar medeverdachte [medeverdachte 2] en belt hem ook (bewijsmiddelen 13 en 14). De medeverdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] krijgen na de inbeslagneming van een vuurwapen van medeverdachte [betrokkene 2] het advies om hun telefoon in het Noordzeekanaal te gooien (bewijsmiddelen 19, 20 en 21). En bij de andere misdrijven die het hof in aanmerking neemt ligt eveneens in de bewijsvoering besloten waarom deze met (het criminele oogmerk van) de organisatie verband houden. [getuige 8] is afgeperst uit hoofde van de positie die [betrokkene 1] en [betrokkene 2] binnen de Hells Angels Haarlem hadden, en heeft klappen gekregen in het clubhuis; [betrokkene 3] verwijst bij de afpersing van [getuige 5] in telefoongesprekken naar de Hells Angels en geeft aan dat de club ermee gemoeid is. En het hof koppelt de in de open haard van het clubhuis aangetroffen kogel aan het vuurwapen dat [betrokkene 1] en [betrokkene 3] voorhanden hadden.
24. De enkele omstandigheid dat de misdrijven die het hof opsomt (voor het overgrote deel) zijn begaan door [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] staat er in dit licht niet aan in de weg dat het hof het grotere verband van de Hells Angels Haarlem, samen met [betrokkene 4] en de Stichting, mede op grond van deze misdrijven heeft kunnen aanmerken als een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
25. Dat niet alles op het clubhuis werd besproken, heeft ook het hof onder ogen gezien. Het wijst onder het kopje ‘Belonen en aanmoedigen van strafbare gedragingen’ onder meer op uitlatingen van [betrokkene 1] tijdens de clubvergadering van 16 september 2016, waarin deze aangeeft: ‘als er echt wat te bespreken (BFK: valt) gaan we weg’. Mede in aanmerking genomen dat de raadsman de stelling dat de oude garde zich van de jonge garde distantieerde enkel heeft gebaseerd op het ‘naar boven’ gaan op clubavonden, het corrigeren van [betrokkene 1] bij ‘negatief gedrag’ en het maken van een opmerking toen iemand tegen een motor opliep (pleitnota randnummer 18), meen ik dat het hof inzake die stelling niet tot nadere motivering gehouden was. Aan de toereikendheid van de bewijsvoering doen deze stellingen niet af. Dat geldt ook voor de stelling dat de ‘jonge garde’ in bad standing uit de Hells Angels Haarlem zou zijn gezet (pleitnota randnummer 86). Die beslissing kan verschillende achtergronden hebben en is kennelijk na de bewezenverklaarde periode genomen.
26. In ’s hofs vaststellingen ligt al met al besloten waarom het van oordeel is dat in de bewezenverklaarde periode niet sprake was van een ‘scheiding’ tussen jonge en oude garde die meebrengt dat de Hells Angels Haarlem niet in zijn geheel als organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven heeft kan worden aangemerkt. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd. In zoverre wordt geklaagd dat het hof niet expliciet op alle stellingen van de raadsman is ingegaan merk ik op dat de in art. 359, tweede lid, tweede volzin, Sv omschreven motiveringsplicht niet zo ver gaat dat bij de niet-aanvaarding van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt op ieder detail van de argumentatie moet worden ingegaan.89.
27. De tweede en zevende deelklacht falen.
28. De steller van het middel voert in verband met de oorkonde ‘Deathhead Purple Heart’, de patch ‘dequiallo’ en het symbool van de ‘ball peen hammer’ aan dat volgens de bewijsoverwegingen in concreto uitsluitend over ‘dequiallo’ is gesproken, en wel door de medeverdachten [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] . Uit de bewijsoverwegingen zou voorts volgen dat in de context van strafbare feiten uitsluitend door deze medeverdachten aan ‘dequiallo’ is gerefereerd.
29. Het hof wijst in de bewijsoverweging over ‘Belonen en aanmoedigen van strafbare gedragingen’ eerst op de oorkonde ‘Deathhead Purple Heart’ die in het clubhuis hangt en stelt vast dat op die oorkonde in het Engels staat dat een ieder die dit heeft verdiend zijn bloed heeft gegeven ter verdediging en eer van de Hells Angels. Het hof leidt vervolgens uit het dossier af dat de zogenaamde patch ‘dequiallo’ verdiend kan worden door geweld dat clubleden van Hells Angels hebben toegepast richting overheidspersoneel. Deze patch is in het clubhuis op de muur geschilderd en vier leden dragen deze patch. Het hof overweegt vervolgens dat een andere betekenis van de term ‘dequiallo’ niet aannemelijk is, en wijst in die context op afgeluisterde gesprekken van [betrokkene 1] en [betrokkene 3] en op de ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring van [betrokkene 2] . De omstandigheid dat alleen uitlatingen van deze medeverdachten (mede) aan de vaststelling van de betekenis ten grondslag zijn gelegd, doet er niet aan af dat het hof de vaststellingen inzake deze patch mede ten grondslag heeft kunnen leggen aan het oordeel ‘dat het plegen van strafbare gedragingen, met name geweld, door de Hells Angels Haarlem wordt aangemoedigd en beloond.’
30. Ook de derde deelklacht faalt.
31. De steller van het middel meent voorts dat niet begrijpelijk is dat uit de door het hof genoemde symbolen een aanmoedigen en belonen van strafbare feiten kan worden afgeleid, nu het hof niet heeft vastgesteld dat de oorkonde, de patch en de ‘ball peen hammer’ telkens in lijn met de betekenis die daar volgens de overwegingen aan moet worden toegekend, is verstrekt. En ook als aan deze symbolen een verheerlijking van geweld niet kan worden ontzegd, zou ’s hofs arrest niet toereikend zijn gemotiveerd, nu verheerlijking van geweld geen misdrijf is. Ook zou het hof in dit verband ten onrechte niet hebben gereageerd op het standpunt dat de 'oude garde’ een goede band had met onder meer de burgemeester van Haarlem en de wijkagent.
32. Uit ’s hofs overwegingen volgt dat de oorkonde ‘Deathhead Purple Heart’ in het clubhuis hangt, en dat op die oorkonde in het Engels staat dat een ieder die dit heeft verdiend, zijn bloed heeft gegeven ter verdediging en eer van de Hells Angels. Het hof heeft daaruit kennelijk afgeleid en kunnen afleiden dat de oorkonde een beloning is voor de toepassing van geweld. Geweldsdelicten zijn in de bewezenverklaring vermeld; bewezenverklaard is dat de organisatie onder meer het plegen van openlijke geweldpleging en de strafbaar gestelde vormen van mishandeling tot oogmerk heeft. De patch ‘dequiallo’ kan, zo volgt uit ‘s hofs overwegingen, verdiend worden door geweld dat clubleden van Hells Angels hebben toegepast richting overheidspersoneel. Deze patch was in het clubhuis op de muur geschilderd en vier leden droegen deze patch. Het hof heeft daaruit kennelijk afgeleid en kunnen afleiden dat de patch een beloning is voor het toepassen van geweld tegen een ambtenaar in functie. In de bewezenverklaring is onder de geweldsdelicten expliciet ook (gekwalificeerde) mishandeling van ambtenaren gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening opgenomen. De ‘ball peen hammer’ is, zo stelt het hof vast, een symbool bedoeld voor leden die geverifieerd geweld namens de club hebben gebruikt en is op de motor van de verdachte aangetroffen. Het hof heeft kunnen oordelen dat ook dit symbool aldus een beloning is voor een geweldsdelict. Aldus ligt in ’s hofs vaststellingen besloten dat van het enkel verheerlijken van geweld geen sprake is. Ik attendeer er voorts op dat het hof de bewezenverklaring van het criminele oogmerk niet alleen heeft gebaseerd op de omstandigheden waar het onder het kopje ‘Belonen en aanmoedigen van strafbare gedragingen’ op heeft gewezen.
33. Verder ontgaat mij waarom het hof afzonderlijk zou hebben dienen te reageren op het standpunt dat de ‘oude garde’ een goede band zou hebben gehad met onder meer de burgemeester van Haarlem en de wijkagent. Dat de Hells Angels Haarlem een goede band zouden hebben gehad met de politie vindt zijn weerlegging in een voor het bewijs gebezigde verklaring van [betrokkene 1] : ‘Wij zijn bij politie en justitie een doorn in het oog.’ Los daarvan merk ik op dat art. 359, tweede lid, tweede volzin, Sv de rechter er niet toe noopt op elk detail van het aangevoerde in te gaan.90.
34. De vierde deelklacht faalt eveneens.
35. De steller van het middel voert voorts aan dat ’s hofs oordeel dat uit ‘inzamelingen voor gedetineerde leden’ blijkt dat het plegen van strafbare feiten door de leden van de Hells Angels Haarlem volstrekt normaal wordt gevonden en wordt geaccepteerd, onbegrijpelijk is, omdat uit de bewijsvoering niet zou blijken van meerdere inzamelingen en het daadwerkelijk ophalen van geld. Ook zou daaruit niet blijken dat [betrokkene 1] , met wiens detentie de inzameling verband hield, gevangen zat wegens een feit dat uit naam van de Hells Angels Haarlem is begaan. Uit ’s hofs bewijsvoering zou niets anders kunnen worden afgeleid dan dat dergelijke inzameling de betekenis had van het verlenen van financiële steun ter voorkoming van het verlies van de woning wanneer door de gedetineerde de huur of hypotheekrente niet meer zou zijn op te brengen.
36. Het hof heeft onder het kopje ‘Belonen en aanmoedigen van strafbare gedragingen’ overwogen dat ook uit de inzamelingen die voor gedetineerde leden worden georganiseerd, blijkt dat het plegen van strafbare feiten door de leden van de Hells Angels Haarlem volstrekt normaal wordt gevonden en wordt geaccepteerd en daarmee indirect wordt aangemoedigd. Het hof wijst daarbij op ‘de zogenaamde Big House Crew’. Onder het kopje ‘Betalen voor een gedetineerd lid’ is overwogen dat bij de doorzoeking van het clubhuis op 26 januari 2017 twee ‘BHC-potten’ zijn aangetroffen, waarbij op één ‘ [betrokkene 1] ’ is vermeld, en waarover de verdachte heeft verklaard: ‘dit is een pot met geld voor jongens die vastzitten’. Het hof wijst voorts op een inzameling die op 23 juli 2016 plaatsvond voor [betrokkene 1] , die op dat moment gedetineerd zat. En het hof wijst op uitlatingen van [betrokkene 1] tijdens de clubvergadering van 16 september 2016, waarin deze ingaat op het risico van vast komen te zitten. Uit een proces-verbaal van bevindingen waarin verslag wordt gedaan van onderzoek naar bankafschriften van de Stichting Hells Angels Haarlem over de periode 1 januari 2013 t/m 10 juli 2015 blijkt voorts dat in deze periode ‘diverse bedragen voor verschillende personen’ zijn overgemaakt naar verschillende penitentiaire inrichtingen. In 2013 is een bedrag van € 1.600,00 t.b.v. [betrokkene 9] . In 2014 is een bedrag van € 1.440,00 overgemaakt t.b.v. [medeverdachte 3] en [betrokkene 10] . En in 2015 is een bedrag van € 1.800,00 overgemaakt ten behoeve van [medeverdachte 3] en [betrokkene 1] (bewijsmiddel 2). Anders dan de steller van het middel meen ik dat uit de bewijsvoering blijkt van meerdere inzamelingen (via de Big House Crew en op 23 juli 2016 voor [betrokkene 1] ) en van het daadwerkelijk ophalen van geld voor en betalen van geld aan gedetineerde leden.
37. Aan de begrijpelijkheid van ’s hofs overwegingen doet voorts niet af dat niet blijkt dat [betrokkene 1] gevangen zat wegens een feit dat uit naam van de Hells Angels Haarlem is begaan. Het hof leidt uit de (betalingen en) inzamelingen slechts af dat het plegen van strafbare feiten meer in het algemeen volstrekt normaal wordt gevonden en geaccepteerd. Dat blijkt ook uit de uitlatingen van [betrokkene 1] die door het hof geciteerd worden. [betrokkene 1] sprak onder meer over het risico van ‘vast komen als jij woorden krijgt met je buurman en je slaat hem achterstevoren’. Het ging ook [betrokkene 1] kennelijk niet alleen om detentie als gevolg van strafbare feiten die met het criminele oogmerk van de Hells Angels Haarlem samenhingen.
38. Ook de omstandigheid dat de betalingen en inzamelingen samen zouden hangen met het risico van verlies van de woning doet aan die begrijpelijkheid niet af. Waar het hof in de geciteerde overweging betekenis aan hecht is dat het risico van vast komen te zitten blijkens de betalingen en inzameling niet werd gezien als een persoonlijk risico dat het betrokken lid – dat voor het strafbare feit vast zit – zelf diende te dragen. Juist bij dit risico sprongen de andere leden en de Stichting bij.
39. De vijfde deelklacht faalt.
40. De steller van het middel acht het ook onbegrijpelijk dat het hof de acceptatie van strafbare gedragingen door leden van de Hells Angels Haarlem tevens afleidt uit de omstandigheid dat het niet de bedoeling is dat deze leden (met de politie) praten. Een dergelijke ‘geheimhoudingsplicht’ of ‘zwijgplicht’ zou niet kunnen worden geduid als een beloning en/of aanmoediging van geweld. En uit de bewijsvoering zou niet kunnen worden afgeleid dat een dergelijke plicht betrekking had op (één van) de in de bewezenverklaring genoemde misdrijven. Het hof zou daarbij ten onrechte onbesproken hebben gelaten dat de oude garde volgens de verdediging goede contacten had met de wijkagent. Dat het hof betekenis heeft toegekend aan de uitlating door medeverdachte [medeverdachte 5] in de arrestantenbus zou evenmin begrijpelijk zijn, omdat [medeverdachte 5] deze uitlating kennelijk deed als verdachte en uit de bewijsvoering niet zou blijken jegens wie hij deze deed. Tot slot zou ’s hofs overweging dat medeverdachte [medeverdachte 4] niet wilde dat over de telefoon over drugs in het clubhuis werd gesproken niet begrijpelijk zijn omdat het oogmerk op overtreding van de Opiumwet niet bewezen is verklaard en [medeverdachte 4] deze uitlating deed in een telefoongesprek met een vriendin.
41. Het hof heeft onder het kopje ‘Belonen en aanmoedigen van strafbare gedragingen’ overwogen dat de acceptatie van strafbare gedragingen door leden van de Hells Angels naar het oordeel van het hof eveneens blijkt uit de omstandigheid dat het niet de bedoeling was dat leden van de Hells Angels Haarlem (met de politie) praatten. Het hof wijst daarbij in de eerste plaats op regel 12 van de clubregels en op de tekst ‘omerta’ die op de muur van het clubhuis was geschilderd. Anders dan de steller van het middel meen ik dat het hof aan deze omstandigheid betekenis heeft kunnen hechten in verband met het oordeel dat het plegen van strafbare gedragingen door de Hells Angels Haarlem werd aangemoedigd en beloond. Dat het niet de bedoeling is dat de leden met de politie praten brengt mee dat de kans wordt verkleind dat strafbare feiten waar andere leden kennis van dragen tot een veroordeling leiden .91.Het hof heeft kennelijk geoordeeld en kunnen oordelen dat daar, in samenhang met de andere vaststellingen inzake het criminele oogmerk van de organisatie, een aanmoediging vanuit gaat om deze feiten (in het bijzijn van andere leden) te plegen.
42. Uit ’s hofs overwegingen volgt voorts dat het hof heeft geoordeeld dat de geheimhoudingsplicht betrekking had op alle strafbare feiten. Regel 12 van de clubregels luidt: ‘Alles wat Hells Angels H’lem met elkaar bespreken blijft tussen ons; dus wordt op geen enkele manier naar buiten gebracht’. Juist dit algemene, ongeclausuleerde karakter van de zwijgplicht, en de handhaving via de clubregels, brengt mee dat het hof mede uit de zwijgplicht heeft kunnen afleiden dat het plegen van strafbare feiten door de organisatie werd aangemoedigd. Dat algemene karakter brengt voorts mee dat de zwijgplicht ook betrekking had op de in de bewezenverklaring omschreven – door de organisatie beoogde - misdrijven. De stelling dat de oude garde goede contacten zou hebben gehad met de wijkagent doet voorts niet aan de begrijpelijkheid van ’s hofs overwegingen af. Ik neem daarbij in aanmerking dat niet is aangevoerd dat de wijkagent op de hoogte is gebracht met feiten en omstandigheden die onder de zwijgplicht vallen.
43. Het hof heeft in deze context ook gewezen op een uitlating van medeverdachte [medeverdachte 5] in de arrestantenbus: “zwijgen … met alles”. Anders dan de steller van het middel meent, kan uit de bewijsmiddelen worden afgeleid dat [medeverdachte 5] als verdachte in de arrestantenbus met [medeverdachte 1] in het compartiment achter is geplaatst (bewijsmiddel 7). De gefluisterde mededeling van [medeverdachte 5] was derhalve kennelijk voor medeverdachte [medeverdachte 1] bedoeld. Dat is voor de betekenis die het hof aan deze mededeling heeft gehecht naar het mij voorkomt overigens niet van belang. Dat [medeverdachte 5] deze uitlating mogelijk als verdachte heeft gedaan, staat er evenmin aan in de weg dat het hof er betekenis aan kon hechten in verband met de vaststelling van een zwijgplicht. Ik wijs er in dat verband op dat [medeverdachte 1] werd meegedeeld dat hij ‘met alles’ moest zwijgen.
44. Het hof heeft er aan het slot van de overwegingen inzake de zwijgplicht nog op gewezen dat medeverdachte [medeverdachte 4] , wanneer een vrouw contact met hem zoekt die ervan wordt beschuldigd verdovende middelen te hebben gestolen vanuit het clubhuis van de Hells Angels te Haarlem, niet wil dat dit soort dingen over de telefoon wordt besproken. Naar het mij voorkomt heeft het hof ook aan de uitlatingen van [medeverdachte 4] in dit telefoongesprek in deze context betekenis kunnen hechten. Daaraan doet niet af dat niet bewezen is verklaard dat de organisatie het plegen van in de Opiumwet strafbaar gestelde misdrijven tot oogmerk heeft. Waar het om gaat is dat ook uit deze uitlatingen duiden op een cultuur waarin het weghouden van informatie over strafbare feiten bij de politie een belangrijk element is. Ook de omstandigheid dat de uitlatingen zijn gedaan in een gesprek met een vriendin doet aan deze betekenis niet af.
45. De zesde deelklacht faalt.
46. In verband met de (overkoepelende) klacht dat het hof ontoereikend gemotiveerd voorbij is gegaan aan het standpunt dat de Hells Angels charter Haarlem niet (samen met [betrokkene 4] en de Stichting) een criminele organisatie vormden, wijs ik nog op het ook door het hof en de steller van het middel genoemde arrest van Uw Raad van 15 mei 2007.92.Uw Raad gaf in dat arrest aan dat voor het bewijs van dit oogmerk onder meer betekenis zal kunnen toekomen aan, kort gezegd (1) misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, (2) het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, en (3) de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op het gemeenschappelijk doel van de organisatie verrichte activiteiten. Het hof heeft in de bewijsoverwegingen uiteengezet welke betekenis het heeft gehecht aan misdrijven die in het kader van de organisatie zijn gepleegd. Uit ‘s hofs overwegingen blijkt voorts dat de samenwerking een sterk gestructureerd karakter had. De Stichting vervulde een aantal functies, het charter had een strakke structuur met diverse functies, en er was structureel periodiek overleg waar beslissingen op democratische wijze werden genomen. De planmatigheid en stelselmatigheid van de met het oog op het plegen van misdrijven verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie komen alleen al uit de bewijsvoering inzake de bedreigende en gewelddadige reputatie van de Hells Angels Haarlem naar voren.
47. Al met al meen ik dat de bewezenverklaring van het criminele oogmerk van de organisatie en de afwijking van het omschreven standpunt ook in het licht van de vingerwijzing die Uw Raad in genoemd arrest heeft gegeven toereikend zijn gemotiveerd.
48. Het eerste middel faalt.
Het tweede middel
49. Het tweede middel bevat de klacht dat het hof het deelnemen door de verdachte aan een criminele organisatie op onbegrijpelijke althans ontoereikende gronden heeft aangenomen. Ook deze klacht valt in een aantal deelklachten uiteen.
50. De steller van het middel voert in de eerste plaats aan dat uit de bewijsvoering niet kan volgen dat daadwerkelijk door de Hells Angels Haarlem is vergaderd over het door [getuige 2] inleveren van diens motor en het door [getuige 7] betalen van een boete. Het hof zou voorts in dit verband slechts hebben vastgesteld dat in vergaderingen op grond van democratische besluitvorming werd beslist en niet hoe telkens de stem van de verdachte luidde. Aldus zou het hof ten onrechte geen betekenis hebben gegeven aan de mogelijkheid dat de verdachte in die vergaderingen tegen deze besluiten heeft gestemd.
51. Van deelneming aan een organisatie als bedoeld in art. 140 Sr is sprake ‘indien de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk’.93.Ook betrekkelijk passieve gedragingen kunnen de kwalificatie ‘deelneming’ rechtvaardigen.94.Van het hebben van een aandeel in dan wel ondersteunen van de omschreven gedragingen is geen sprake als de vastgestelde activiteiten van de betrokkene verband houden met aspecten van de organisatie die los staan van het criminele oogmerk.95.A-G Hofstee heeft het wel aldus geformuleerd dat ‘de deelnemers aan een organisatie die in de criminele tak ervan geen enkele rol spelen buiten schot blijven’.96.
52. Uit ’s hofs vaststellingen volgt dat de verdachte één van de negen deelnemers aan de vergaderingen van de Hells Angels Haarlem was. Die vergaderingen werden (in beginsel) eens per twee weken gehouden. Het hof heeft voorts verklaringen en bescheiden voor het bewijs gebezigd waaruit blijkt dat besluiten alleen werden genomen als alle leden aanwezig waren.97.Dat brengt mee dat de aanwezigheid van de verdachte bij de vergaderingen waar werd beslist over het door [getuige 2] achter moeten laten van zijn motor en over het opleggen van een boete aan [getuige 7] , cruciaal was.
53. Dat door alle leden en dus ook door de verdachte is vergaderd over het door [getuige 2] moeten inleveren van zijn motor heeft het hof afgeleid en kunnen afleiden uit de drie aangehaalde OVC-gesprekken. Het eerste is het gesprek tussen [betrokkene 4] en [betrokkene 1] waarin [betrokkene 1] over de motor van [getuige 2] zegt: ‘lekker laten staan’. [betrokkene 4] zegt tegen [betrokkene 1] dat zij aan [betrokkene 2] zal doorgeven hoe [betrokkene 1] over de kwestie denkt en merkt vervolgens op: ‘ze kunnen niks beslissen zonder jou’. In het tweede gesprek, eveneens tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 4] , wordt gesproken over het voorstel om de motor van [getuige 2] te verkopen. In dat gesprek vertelt [betrokkene 4] tegen [betrokkene 1] dat [betrokkene 3] een bestemming van een deel van de opbrengst van de motor heeft genoemd en heeft aangegeven dat als [betrokkene 1] dat wil, hij ‘het in de groep (gaat) gooien’. In het derde gesprek, tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 1] , bespreekt [betrokkene 3] een appje van [getuige 2] dat hij heeft ontvangen. [betrokkene 1] herinnert [betrokkene 3] aan ‘wat we hebben afgesproken’. [betrokkene 3] zegt dat hij het met ‘de gasten’ over het appje zal hebben. Hij geeft aan dat [betrokkene 1] niet hoeft ‘te bellen en te doen. Terwijl wij misschien een andere koers gaan varen’.98.
54. Inzake het opleggen van de boete aan [getuige 7] heeft het hof gewezen op een gesprek van 10 december 2015 tussen [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en een NN-man dat over [getuige 7] ging. Het hof heeft uit dat gesprek afgeleid en ook kunnen afleiden dat door alle leden van de Hells Angels Haarlem, dus ook door de verdachte, is vergaderd en gestemd over het opleggen van een boete aan [getuige 7] . Ik wijs er daarbij in het bijzonder op dat [betrokkene 1] in dat gesprek heeft gezegd: ‘maar ik sta gewoon achter de jongens die een beslissing hebben genomen’ en ‘Maar op het moment dat er beslissingen zijn genomen dan eh kan ik er ook niks meer aan doen. Want wij zijn mannen van ons woord en als er ehh met zijn allen wordt gezegd van zo gaat het gebeuren dan gaat het uiteindelijk zo gebeuren’.
55. Het hof heeft voorts uit de bewijsmiddelen kunnen afleiden dat de beslissingen die door de vergadering genomen werden de leden sterk bonden. Ik wijs daarbij op de opmerkingen van medeverdachte [betrokkene 1] naar aanleiding van de aan [getuige 7] opgelegde boete. De beslissingen waar de verdachte aan meewerkte door aan de vergaderingen deel te nemen en aldaar te stemmen waren de grondslag voor de daaropvolgende (strafbare) gedragingen jegens [getuige 2] en [getuige 7] . Het hof heeft in dat licht kunnen oordelen dat de verdachte door het deelnemen aan deze vergaderingen en door daarin te stemmen een aandeel had in (dan wel ondersteunde) gedragingen die strekten tot (of rechtstreeks verband hielden met) de verwezenlijking van het bewezenverklaarde oogmerk van de organisatie (het plegen van onder meer bedreiging met geweld en afpersing).
56. Daarbij kan ook met een schuin oog worden gekeken naar rechtspraak en literatuur over het begrip feitelijke leidinggeven. Ook daar kan het gaan om persoonlijke verantwoordelijkheid voor gedragingen die in de context van een organisatie worden begaan. Van feitelijke leidinggeven kan volgens Uw Raad onder meer sprake zijn ‘bij de verdachte die bevoegd en redelijkerwijs gehouden is maatregelen te treffen ter voorkoming of beëindiging van verboden gedragingen en die zulke maatregelen achterwege laat’.99.De Hullu meent dat een taakverdeling binnen een bestuur van een rechtspersoon bij het gehouden zijn tot ingrijpen relevant kan zijn.100.Van een taakverdeling was in dit verband geen sprake, het ging om democratisch genomen beslissingen. En de verdachte bleef na de vergaderingen waarin de betreffende beslissingen werden genomen lid, en was (uitgaande van de normering van het feitelijke leidinggeven) ook na de vergaderingen gehouden maatregelen te treffen ter voorkoming van de voorgenomen misdrijven.
57. Ik merk nog op dat deelneming aan een criminele dan wel terroristische organisatie ook in een arrest van 3 juli 2012 (mede) uit het deelnemen aan bijeenkomsten was afgeleid.101.De misdrijven waarop het oogmerk was gericht waren (kort gezegd) opruiing (de artt. 131 en 132 Sr), aanzetten tot haat en geweld (art. 137d Sr), en bedreiging (art. 285 Sr). Uw Raad overwoog dat het hof blijkens de gebezigde bewijsmiddelen had vastgesteld dat de verdachte ‘met enige regelmaat bijeenkomsten bijwoonde waarbij de gewelddadige verspreiding van de islam werd gepropageerd en waarbij beeldmateriaal van onthoofdingen werd vertoond’. En voorts dat de verdachte ‘zelf voor zulke bijeenkomsten wel eens beeldmateriaal meebracht van het afslachten van vrouwen en kinderen en van het opblazen van Russische tanks, teneinde het gedachtegoed van de jihad uit te dragen’. Het hof had voorts vastgesteld dat de verdachte ‘actief heeft willen bijdragen aan het propageren van de islam door aan bedoelde bijeenkomsten deel te nemen en mee te werken aan de verspreiding van een geschrift met radicale inhoud, getiteld "How to catch a wolf", waarin tot de gewapende jihad wordt opgeroepen’ (rov. 2.5). ’s Hofs oordeel ‘dat de verdachte door zo te handelen daadwerkelijk een aandeel heeft gehad in, of heeft ondersteund, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het binnen de organisaties bestaande oogmerk en derhalve aan die organisaties heeft "deelgenomen" in de hiervoor bedoelde betekenis’ was volgens Uw Raad niet onbegrijpelijk (rov. 2.6).
58. Keijzer stelde in zijn noot onder het arrest dat de term ‘ondersteunt’ veronderstelt ‘dat de betrokkene het plegen van misdrijven als door de organisatie beoogd bevordert, in die zin dat het gevaar van verwezenlijking van die misdrijven wordt vergroot’.102.Voor zover die eis van ‘bevordering’ (ook in deze context) geldt, is daar naar het mij voorkomt in de onderhavige zaak aan voldaan: door deel te nemen aan besluitvorming inzake deze beslissingen, die de basis vormden voor de daaropvolgende (strafbare) gedragingen jegens [getuige 2] en [getuige 7] , heeft de verdachte het gevaar van verwezenlijking vergroot. Keijzer wees in verband met de uit de bewijsvoering blijkende gedragingen van de verdachte op het proefschrift van De Vries-Leemans, die schreef: ‘Zo zal bijvoorbeeld het spreken op vergaderingen alleen dan strafbare deelneming kunnen opleveren indien met het betoog ook daadwerkelijk een bijdrage wordt geleverd aan de verwezenlijking van het oogmerk, bijvoorbeeld door het opruien van de toehoorders tot het plegen van de beoogde misdrijven of door het bewust verschaffen van informatie welke op het plegen van die misdrijven betrekking heeft.’103.Deze passage illustreert dat het mede van het tenlastegelegde delict en de (andere) omstandigheden van het geval afhangt, of en zo ja welke gedragingen van de verdachte op een bijeenkomst als deelneming in de zin van art. 140 Sr kunnen gelden. Als opruien één van de door de organisatie beoogde misdrijven is, kan het verspreiden van (opruiende) geschriften op een bijeenkomst deelneming opleveren. Het kan dat ook zijn als de opruiing ertoe strekt de door de organisatie beoogde misdrijven door derden (die daartoe opgeruid worden) te laten verwezenlijken. In de context van de onderhavige zaak, waarin door negen leden van de Hells Angels werd besloten over jegens [getuige 2] en [getuige 7] te plegen strafbare feiten, heeft het hof kunnen oordelen dat het mogelijk maken en deelnemen aan die besluitvorming deelneming in de zin van art. 140, eerste lid, Sr oplevert.
59. Ik merk ten slotte op dat in hoger beroep niet is aangevoerd dat de verdachte tegen heeft gestemd of nadien de uitvoering van de genomen besluiten heeft getracht te verhinderen. Daarvan blijkt ook niets uit de bewijsvoering van het hof. De raadsman heeft in hoger beroep over zowel het door [getuige 7] betaalde bedrag als het inleveren van de motor door [getuige 2] aangevoerd dat een rechtstreeks verband met de Hells Angels Haarlem niet vaststaat.104.
60. De eerste deelklacht faalt.
61. In de tweede deelklacht voert de steller van het middel aan dat het hof de bewezenverklaring (mede) heeft gebaseerd op het door de verdachte deelnemen aan een vergadering waarin de vijandige houding van de Hells Angels Haarlem richting andere motorclubs, de koers en toekomst van de organisatie en ‘verhullen en afdekken’ aan de orde zijn gekomen. Het hof zou in dit verband niet meer hebben vastgesteld dan dat tijdens deze vergadering de genoemde onderwerpen aan de orde zijn gekomen dan wel dat daarover is gesproken. Niet is vastgesteld dat over deze onderwerpen in die vergadering is besloten. Dat zou ten aanzien van de bewezenverklaring van ‘deelneming’ in de zin van art. 140 Sr temeer klemmen omdat blijkens de vaststellingen van het hof in die vergadering over het ‘beleid’ is gezegd dat dit ‘te donker’ is en met betrekking tot een vechtpartij tussen de Hells Angels en Mongols is gezegd dat ‘we sowieso niet meer op deze manier moeten handelen.’ Ook zou uit ’s hofs vaststelling dat [betrokkene 1] tijdens een vergadering over de vechtpartij tussen de Hells Angels en de Mongols in het Van der Valk hotel te Rotterdam op 7 april 2016 heeft gezegd dat ‘we dan allemaal een probleem hadden gehad’, terwijl de verdachte daarop zei ‘mother fucking probleem gehad ja’, niet kunnen volgen dat ‘allemaal’ slaat op het gehele chapter Haarlem.
62. In de derde deelklacht voert de steller van het middel aan dat niet begrijpelijk is waarom het versnipperen van ‘moties’ en het (voornemen tot) ‘sweepen’ van het clubhuis als een aan de verwezenlijking van het oogmerk in de zin van art. 140 Sr bijdragende of ondersteunende handeling is aangemerkt. Zonder nadere motivering zou niet begrijpelijk zijn waarom het enkele ‘versnipperen’ of ‘sweepen’ als dergelijke handelingen zijn te kwalificeren. Wat betreft de ‘moties’ zou het hof voorts niet hebben vastgesteld dat de inhoud daarvan voor de verdachte als belastend in de zin van art. 140 Sr is aan te merken. Wat het (voornemen tot) ‘sweepen’ betreft zou van belang zijn dat het hof zijn vaststellingen daarover heeft gebaseerd op één gesprek, waaraan uitsluitend [betrokkene 2] en [betrokkene 1] deelnamen, zodat ‘s hofs vaststelling dat ook de verdachte heeft deelgenomen aan gesprekken (meervoud) over dit ‘sweepen’ onbegrijpelijk is.
63. Deze twee deelklachten lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
64. Uit de overwegingen van het hof volgt dat het hof het versnipperen van de ‘moties’ en het ‘sweepen’ van het clubhuis van belang heeft geacht in verband met ‘de koers/toekomst van de organisatie zelf en verhullen/afdekken’. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte moties die op de vergaderingen moesten worden besproken op een stick in ontvangst heeft genomen, dat hij deze (deels) heeft uitgeprint en heeft gezegd deze te zullen vernietigen. Daarnaast heeft het hof vastgesteld dat de verdachte heeft deelgenomen aan gesprekken over het ‘sweepen’ van het clubhuis. Uit ’s hofs vaststellingen volgt voorts dat het versnipperen van de moties en het ‘sweepen’ van het clubhuis aan de orde was bij de vergadering van 16 september 2016, dat deze handelingen zagen op het verhullen en afdekken en dat de verdachte bij deze vergadering aanwezig was. Voor zover het middel erover klaagt dat ’s hofs vaststellingen wat betreft het ‘sweepen’ zouden zijn gebaseerd op één gesprek waaraan uitsluitend de medeverdachten [betrokkene 2] en [betrokkene 1] deelnamen, berust de klacht op een verkeerde lezing van het arrest.
65. De onderwerpen die op de vergadering van 16 september 2016 aan de orde kwamen, hadden een ander karakter dan de besluitvorming over de motor van [getuige 2] en de boete voor [getuige 7] . Het ging blijkens de bewijsvoering van het hof over de relatie met andere motorclubs, de koers/toekomst van de organisatie zelf (in verband met het werven van nieuwe leden) en het verhullen en afdekken van gedragingen die met de verwezenlijking van het criminele oogmerk verband houden. Deze onderwerpen staan alle drie in verband met de koers van de organisatie. Het bepalen van de koers kan gezien worden als een gedraging die rechtstreeks verband houdt met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Ik neem daarbij in aanmerking dat art. 140, vierde lid, Sr bepaalt dat de gevangenisstraffen ten aanzien van de leiders met een derde kunnen worden verhoogd. Deze formulering maakt duidelijk dat ook de leider wordt gezien als iemand die aan de organisatie deelneemt. Uit de parlementaire behandeling van de wijziging van art. 140 Sr waardoor dit begrip in de strafverzwaringsgrond werd ingevoegd, kan worden afgeleid dat voor het zijn van ‘leider’ doorslaggevend is het hebben van een bepaalde macht dan wel gezag, en dat in dat verband van belang is of de betrokkene dwingende aanwijzingen kan geven.105.Die macht en dat gezag en de bevoegdheid om dwingende aanwijzingen te geven, lagen bij de Hells Angels Haarlem in belangrijke mate bij de vergadering waar alle leden aan deelnamen. Mede tegen die achtergrond heeft het hof het deelnemen aan een vergadering waar de koers van het chapter aan de orde was (inclusief het bespreken van moties op de vergadering die de verdachte op een stick in ontvangst heeft genomen, heeft uitgeprint en heeft gezegd te zullen vernietigen en het deelnemen aan een gesprek over het ‘sweepen’ van het clubhuis) kunnen aanmerken als het hebben van een aandeel in (dan wel ondersteunen van) gedragingen die (strekken tot of) rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
66. Daaraan doet niet af dat het hof de inhoud van de moties niet heeft vastgesteld. En daaraan doet ook niet af dat tijdens die vergadering door medeverdachte [betrokkene 2] is gezegd dat het beleid ‘gewoon te donker’ is. En dat medeverdachte [betrokkene 1] tijdens diezelfde vergadering naar aanleiding van een eerder treffen tussen de Hells Angels en de Mongols in het Van der Valk hotel te Rotterdam, met het oog op het risico van het vast komen te zitten van leden, heeft gezegd dat ‘we sowieso niet meer op deze manier moeten handelen’. Uit de weergave van het tijdens de vergadering besprokene in de bewijsmiddelen blijkt niet dat de koers wezenlijk zou zijn bijgesteld.
67. Naar aanleiding van de stelling dat [betrokkene 1] , toen hij naar aanleiding van de vechtpartij tussen de Hells Angels en de Mongols sprak over het ‘allemaal’ een probleem hebben, kan hebben gedoeld op alleen de nieuwe garde, merk ik op dat de verdachte daarop opmerkte: ‘mother fucking probleem gehad ja’. Ook de verdachte voelde zich kennelijk aangesproken. Daarbij heeft [betrokkene 1] daaraan voorafgaand vier personen, waaronder zichzelf, aangewezen als personen die vast hadden gezeten als er betere camera’s waren geweest. De nieuwe garde bestaat uit drie man ( [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] ). Mede in dat licht staat in toereikende mate vast dat het probleem waar [betrokkene 1] over sprak, een probleem betrof van alle leden die op de vergadering aanwezig waren.
68. De tweede en derde deelklacht falen.
69. De steller van het middel klaagt vervolgens dat het hof in verband met het wachtlopen bij het clubhuis niet meer heeft vastgesteld dan dat het doel daarvan was het beveiligen van het clubhuis. ’s Hofs overweging in verband hiermee dat ‘op enig moment’ een vuurwapen in het clubhuis aanwezig is, zou onbegrijpelijk zijn, althans ontoereikend gemotiveerd, nu het hof daarover slechts heeft vastgesteld dat dit ‘kennelijk’ het geval was en niet dat de verdachte heeft wachtgelopen tijdens die kennelijke aanwezigheid. Daarbij zou het hof hebben vastgesteld dat volgens de verdachte het wachtlopen er was omdat een buitenlands member (onverwacht) langs kon komen en opgevangen diende te worden. Voor zover het hof met betrekking tot het wachtlopen een ander doel heeft aangenomen zou het arrest in het licht van die vaststelling innerlijk tegenstrijdig en aldus onbegrijpelijk zijn.
70. Het hof overweegt dat de verdachte heeft verklaard dat er ‘wacht’ was omdat een buitenlands member (onverwacht) langs kon komen en opgevangen diende te worden. Dat het hof deze verklaring van de verdachte weergeeft, betekent niet dat het hof zou hebben vastgesteld dat het wachtlopen voor de verdachte daadwerkelijk dat doel had. Voor zover het middel ervan uitgaat dat het hof zou hebben vastgesteld dat het wachtlopen verband hield met de mogelijke komst van een gast uit het buitenland, ontbeert het aldus feitelijke grondslag. Daarbij merk ik op dat het hof blijkens de aanvulling de verklaring van de verdachte die hij ter terechtzitting van de rechtbank van 27 maart 2018 heeft afgelegd voor het bewijs heeft gebezigd. De verdachte heeft toen over het wachtlopen het volgende verklaard: ‘Wij liepen wacht om de boel in de gaten te houden’ (bewijsmiddel 1).
71. Het hof citeert in de bewijsoverweging die het aan het doel van het wachtlopen heeft gewijd vervolgens eerst een passage uit een gesprek tussen de medeverdachten [betrokkene 1] en [betrokkene 2] van 4 januari 2016. Daarin wordt in relatie tot de club gesproken over een vuurwapen. Het hof citeert voorts een passage uit een gesprek dat later die dag tussen de medeverdachten [betrokkene 1] en [betrokkene 4] is gevoerd. Daarin wordt gesproken over het gebruiken van ‘dat ding’ als iemand voor de deur staat. Vervolgens citeert het hof een passage uit een gesprek tussen de medeverdachten [betrokkene 2] , [betrokkene 3] en [betrokkene 1] van 30 november 2015 waarin [betrokkene 2] aangeeft dat met de Kerst en Oud en Nieuw wachtgelopen zal moeten worden, en een passage uit een gesprek tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 4] van 18 december 2015, de dag na de mishandeling van No Surrenderlid [getuige 9] , waarin [betrokkene 1] aangeeft dat het ‘ons’ goed leek om die avond ‘bemand’ te zijn ‘hier’.
72. Het hof heeft uit deze gesprekken in combinatie met het criminele oogmerk van de organisatie afgeleid dat het doel van het wachtlopen de beveiliging van het clubhuis was. Het hof heeft daarbij in de eerste plaats gewezen op de aanwezigheid ‘op enig moment’ van een vuurwapen in het clubhuis, dat gebruikt kan worden in geval van eventuele indringers, in de tweede plaats op het wachtlopen met Kerst en Oud en Nieuw, ‘dagen waarop het onwaarschijnlijk is dat een buitenlands member spontaan zou langskomen’ en in de derde plaats op de ‘extra’ beveiliging na de mishandeling van een lid van No Surrender. Dat het hof uit deze aanwijzingen heeft afgeleid dat het doel van het wachtlopen de beveiliging van het clubhuis was, is niet onbegrijpelijk en dit oordeel is toereikend gemotiveerd. Daaraan doet niet af dat uit ’s hofs vaststellingen niet volgt dat het wapen aanwezig was toen de verdachte wacht liep. Het wachtlopen was niet gekoppeld aan de aanwezigheid van het wapen, maar aan de beveiliging van het clubhuis.
73. In het licht van de vastgestelde doelstelling van het wachtlopen heeft het hof het wachtlopen door de verdachte voorts kunnen aanmerken als het hebben van een aandeel in (dan wel ondersteunen van) gedragingen die (strekken tot of) rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van het criminele oogmerk van de organisatie.
74. Ook de vierde deelklacht faalt.
75. De steller van het middel voert voorts aan dat het onbegrijpelijk is dat het ‘betalen voor een gedetineerd lid’ door de verdachte is aangemerkt als een aan de verwezenlijking van het oogmerk in de zin van art. 140 Sr bijdragende of ondersteunende handeling. Op de eerste plaats zou uit de bewijsvoering niet af te leiden zijn dat de verdachte een dergelijke betaling heeft verricht. Op de tweede plaats zou uit het verlenen van financiële steun ter voorkoming van verlies van de woning niet een aan de verwezenlijking van het oogmerk in de zin van art. 140 Sr bijdragende of ondersteunende handeling kunnen worden afgeleid. Dat zou temeer klemmen omdat uit de bewijsvoering niet zou volgen dat [betrokkene 1] , met wiens detentie de inzameling verband hield, gevangen zat wegens een feit dat uit naam van de Hells Angels Haarlem is begaan. Voor zover het hof zou hebben bedoeld dat die betalingen tot doel hadden om [betrokkene 1] , die gedetineerd zat, zijn stemrecht te kunnen laten uitoefenen, zou dat onbegrijpelijk zijn, omdat zonder nadere motivering niet zou zijn in te zien dat een betaling daartoe functioneel is.
76. Het hof heeft in verband met het ‘betalen voor een gedetineerd lid’ gewezen op de verklaring die de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep over de ‘BHC-potten’ heeft afgelegd: ‘dit is een pot met geld voor jongens die vastzitten’. Het hof vermeldt daarbij dat op één van de potten de naam de naam ‘ [betrokkene 1] ’ staat. Het hof heeft daarna gewezen op hetgeen tijdens de vergadering van 16 september 2016 is gezegd door [betrokkene 1] , die op dat moment met verlof uit detentie was: ‘Kijk wij hebben een huurhuis ja? En wij redden het financieel wel (..) Maar ik weet ook, ik zie hier ook mensen die een fucking baan hebben met een contract, fucking hypotheken hebben, die echt fucking gezeik krijgen wanneer ze een tijdje weggaan en weet je wat het allerergste dan is dan moet het niet zo zijn dat nu moeten jullie voor mij betalen (…)’. Het hof heeft uit ‘het voorgaande, in onderlinge samenhang’ afgeleid dat de verdachte voor [betrokkene 1] heeft betaald tijdens zijn detentie. Het hof stelt voorts vast dat [betrokkene 1] was gedetineerd in verband met een veroordeling voor bezit van diverse zware wapens. Het hof overweegt vervolgens dat [betrokkene 1] vanuit detentie, via [betrokkene 4] en [betrokkene 3] , zijn invloed en stemrecht uitoefende bij de Hells Angels Haarlem. Naar ’s hofs oordeel is de betaling door de verdachte voor [betrokkene 1] ‘aan te merken als ondersteunend/bijdragend aan het criminele oogmerk van de organisatie’.
77. Uit de bewijsvoering van het hof volgt dat de leden van de club in zijn algemeenheid met een financiële bijdrage zorgden voor leden wanneer deze gedetineerd raakten. Ik wijs in dat verband op ‘s hofs overwegingen onder het kopje ‘Belonen en aanmoedigen van strafbare gedragingen’. Het hof heeft naar het mij voorkomt ook uit de bewijsvoering kunnen afleiden dat de verdachte voor [betrokkene 1] heeft betaald tijdens diens detentie. Dat volgt niet alleen uit diens uitlatingen; uit de bewijsmiddelen, in hun geheel beschouwd, volgt ook dat van het sociale verband van de Hells Angels Haarlem een betrekkelijk grote druk op de leden uitging. Ik neem voorts in aanmerking dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de Stichting Hells Angels in 2015 in totaal € 1.200 overmaakte aan de medeverdachte [betrokkene 1] (bewijsmiddel 3). En dat uit de bewijsoverwegingen volgt dat op 23 juli 2016 een inzameling voor medeverdachte [betrokkene 1] plaatsvond en dat bij de doorzoeking van het clubhuis op 26 januari 2017 een BHC-pot is aangetroffen met daarop de naam ‘ [betrokkene 1] ’.
78. Het hof heeft het betalen voor een gedetineerd lid voorts als het hebben van een aandeel in (dan wel ondersteunen van) gedragingen die (strekken tot of) rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in art. 140 Sr omschreven oogmerk kunnen aanmerken. Die betalingen maakten duidelijk dat de mogelijke financiële gevolgen van detentie niet of in mindere mate een reden behoefden te zijn om van het plegen van misdrijven die met het charter verband hielden af te zien. Door voor een gedetineerd lid te betalen, bevorderde de verdachte aldus het plegen van misdrijven als door de organisatie beoogd; het gevaar van verwezenlijking van die misdrijven werd vergroot. Dat brengt mee dat het niet relevant is of [betrokkene 1] op dat moment gedetineerd zat voor een strafbaar feit dat gerelateerd kan worden aan de Hells Angels Haarlem.
79. Uit ’s hofs overwegingen kan, meen ik, niet worden afgeleid dat het door de verdachte tijdens diens detentie betalen voor [betrokkene 1] als een ‘deelneming’ opleverende gedraging is aangemerkt in verband met het tijdens detentie uitoefenen van invloed dan wel stemrecht door [betrokkene 1] . Tegen die achtergrond ga ik voorbij aan het bezwaar dat geformuleerd is voor het geval wel van die lezing zou moeten worden uitgegaan.
80. De vijfde deelklacht faalt.
81. De steller van het middel voert verder aan dat ‘s hofs oordeel dat het betalen van contributie ‘deelneming’ in de zin van art. 140 Sr oplevert niet toereikend zou zijn gemotiveerd, omdat uit ‘s hofs bewijsvoering niet zou kunnen worden afgeleid dat het betalen van contributie geschiedde om gesprekken over criminele activiteiten te faciliteren, terwijl evenmin uit die bewijsvoering zou zijn af te leiden dat de verdachte van een dergelijk doel van het betalen van contributie wetenschap droeg. Dit zou temeer klemmen omdat de raadsman van de verdachte heeft aangevoerd dat de verdachte sinds 2006 lid was van de Hells Angels, vanuit intenties die niet te maken hadden met het door het hof bewezenverklaarde oogmerk, terwijl het hof deze intenties van de verdachte ten onrechte onbesproken heeft gelaten.
82. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte contributie heeft betaald voor het lidmaatschap van de Hells Angels Haarlem. Het hof heeft daarbij gewezen op de verklaring van de verdachte in hoger beroep, inhoudend dat hiermee de vaste lasten voor het clubhuis werden betaald; gas, water, licht, internet en de gemeentelijke belastingen. Het hof heeft vervolgens overwogen dat het clubhuis het hart vormde van de Hells Angels Haarlem. De leden kwamen daar samen, er werden besluiten genomen en allerlei andere gesprekken gevoerd in verband met het criminele oogmerk van de organisatie. Het clubhuis moest worden ‘gesweept’ en bewaakt en er werd geld ingezameld voor gedetineerde leden. Het hof concludeert dat het betalen van de vaste lasten voor dit clubhuis dan ook kan worden beschouwd als ondersteunend/bijdragend aan het criminele oogmerk van de organisatie.
83. Uit de bewijsvoering van het hof volgt dat de leden samenkwamen in het clubhuis, dat daar onder meer werd vergaderd en gestemd, en dat daar gesprekken werden gevoerd die verband hielden met het criminele oogmerk van de organisatie. Als de leden geen contributie hadden betaald waaruit de vaste lasten voldaan konden worden, zou de Stichting Hells Angels Haarlem het clubhuis niet beschikbaar hebben kunnen houden voor de leden. Dat brengt mee dat het hof het betalen van de contributie heeft kunnen aanmerken als (het hebben van een aandeel in dan wel) ondersteunen van gedragingen die (strekken tot of) rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in art. 140 Sr bedoelde oogmerk. Door het betalen van de contributie is het gevaar van verwezenlijking van het criminele oogmerk vergroot.
84. Aan een en ander doet niet af hetgeen namens de verdachte is aangevoerd over de intenties van waaruit hij eerder lid was geworden van de Hells Angels. En daaraan doet evenmin af dat uit de bewijsvoering niet zou volgen dat het betalen van contributie als (naaste) doel het financieren van gesprekken over criminele activiteiten had.
85. Ik wijs er in dit verband ook op dat in art. 140 Sr expliciet is bepaald: ‘Onder deelneming als omschreven in het eerste lid wordt mede begrepen het verlenen van geldelijke of andere stoffelijke steun aan alsmede het werven van gelden of personen ten behoeve van de daar omschreven organisatie’.106.Uit rechtspraak van Uw Raad volgt dat deze omschrijving niet afdoet aan de eis dat de betrokkene dient te behoren tot het samenwerkingsverband. De verduidelijking heeft volgens Uw Raad betrekking op het vereiste van een aandeel in of ondersteunen van bepaalde gedragingen.107.Zij kan naar het mij voorkomt aldus worden begrepen dat – volgens de wetgever - aan die eis voldaan is indien van één van de in dit lid genoemde handelingen sprake is, zonder dat nadere vaststellingen vereist zijn over een specifiek doel waarvoor de geldelijke of andere steun is aangewend dan wel de gelden of personen zijn geworven.
86. De zesde deelklacht faalt.
87. De steller van het middel voert in de zevende deelklacht aan dat uit ’s hofs vaststellingen over het deelnemen aan vergaderingen, het versnipperen van ‘moties’ en het ‘sweepen’, het wachtlopen, het ‘betalen voor een gedetineerd lid’ en het betalen van contributie niet kan worden afgeleid dat de verdachte in zijn algemeenheid wist dat de Hells Angels, charter Haarlem tot oogmerk had het plegen van misdrijven. Ook daarom zou het arrest niet toereikend met redenen zijn omkleed.
88. Om een persoon als deelnemer aan de organisatie te kunnen aanmerken, is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.108.Niet vereist is dat de verdachte enige vorm van opzet op de door de organisatie beoogde concrete misdrijven heeft gehad. Vereist lijkt mij evenmin dat (het hof expliciet vaststelt dat) de verdachte wetenschap had van alle kenmerken van de organisatie waar het hof de vaststelling van het criminele oogmerk op heeft gebaseerd. Voldoende is dat de feiten en omstandigheden waar de verdachte van wist het oordeel kunnen dragen dat hij in zijn algemeenheid wist dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had.
89. Het hof heeft geoordeeld dat in het verrichten van ‘al de hiervoor genoemde gedragingen’, waarmee de verdachte ‘aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie bijdragende en ondersteunende handelingen heeft verricht’, de wetenschap van de verdachte van dit oogmerk besloten ligt. Het hof heeft in de eerste plaats het deelnemen aan vergaderingen over en het stemmen over het door [getuige 2] achter moeten laten van zijn motor en het opleggen van een boete aan [getuige 7] in aanmerking genomen. Het hof heeft voorts het deelnemen aan de vergadering van 16 september 2016 in aanmerking genomen, waar de relatie met andere motorclubs, de koers/toekomst van de organisatie en verhullen/afdekken besproken werden. Naar het mij voorkomt heeft het hof in het bijzonder uit deze gedragingen de wetenschap van de verdachte van het criminele oogmerk van de organisatie kunnen afleiden. Daar komt bij dat de verdachte heeft verklaard dat het wachtlopen plaatsvond om ‘de boel in de gaten te houden’. In het licht van een en ander heeft het hof kunnen aannemen dat ook het betalen voor een gedetineerd lid en het betalen van de contributie plaatsvond terwijl de verdachte (in zijn algemeenheid) wist van het criminele oogmerk van de organisatie.
90. De zevende deelklacht faalt.
91. Als achtste deelklacht voert de steller van het middel ten slotte aan dat het hof bij de in aanmerking genomen gedragingen ten onrechte niet zou hebben gereageerd op het namens de verdachte ingenomen standpunt dat de jonge garde los van de oude samen met elkaar optrok onder meer tot het plegen van geweldsmisdrijven, dat volgens [betrokkene 1] de door de jonge garde gepleegde geweldsincidenten niets met de club te maken hadden, dat [betrokkene 1] . [betrokkene 2] en [betrokkene 3] volgens [betrokkene 3] met ‘de rest’ nauwelijks contact hadden over ‘bepaalde dingen’, dat eveneens volgens [betrokkene 3] geweld door individuele leden van de Hells Angels op het clubhuis niet werd besproken, dat de ‘oude garde’ de ‘jonge garde’ aansprak op negatief gedrag en dat de ‘oude garde’ - waaronder dus de verdachte - als maatregel naar aanleiding van het gedrag van de ‘jonge garde’, deze ‘jonge garde’ in ‘bad standing’ uit de club heeft gezet toen men erachter kwam wat zij had gedaan. Ook daarom zou het arrest niet toereikend zijn gemotiveerd.
92. De steller van het middel heeft ook bij andere deelklachten de aandacht gevestigd op deze onderdelen van het in hoger beroep gevoerde pleidooi. Ik heb bij de bespreking van die deelklachten aangegeven waarom het hof niet afzonderlijk op diverse van deze onderdelen uit het pleidooi behoefde in te gaan. Ook aan de toereikendheid van de bewijsvoering inzake de wetenschap van het criminele oogmerk bij de verdachte doen zij niet af. Dat geldt ook voor de stelling dat de ‘jonge garde’ in bad standing uit de Hells Angels Haarlem zou zijn gezet in het licht van het gebeurde. Die beslissing doet niet af aan vaststellingen inzake wat de verdachte tijdens de bewezenverklaarde periode wist.
93. De achtste deelklacht faalt. Dat brengt mee dat het tweede middel faalt.
94. Ik merk nog op dat het hof van een aantal gedragingen van de verdachte separaat heeft vastgesteld dat deze deelneming door de verdachte aan een criminele organisatie opleveren. Uw Raad heeft eerder ook wel beoordeeld of een samenstel van door het hof vastgestelde gedragingen als deelneming kan worden aangemerkt.109.Beide benaderingen zijn mijns inziens verenigbaar met de interpretatie die Uw Raad aan het begrip ‘deelneming’ heeft gegeven. Anders dan bij medeplegen behoeft niet een bijdrage van ‘voldoende gewicht’ te worden vastgesteld.110.Het optellen van verschillende gedragingen teneinde aan dit gewicht te komen is zo bezien niet noodzakelijk. In beide benaderingen geldt mede in dat licht naar het mij voorkomt dat in het geval Uw Raad van oordeel zou zijn dat één van de door het hof in aanmerking genomen omstandigheden niet zelfstandig als ‘deelneming’ kan worden aangemerkt, dit nog niet behoeft mee te brengen dat voldoende belang bij cassatie bestaat.
Het derde middel
95. Het derde middel bevat de klacht dat het hof de strafoplegging onbegrijpelijk en/of ontoereikend heeft gemotiveerd door deze mede te baseren op de overweging dat alle ‘full colour members’ van de Hells Angels charter Haarlem ervan op de hoogte zijn geweest dat door enkele leden van het charter, tegen de achtergrond van hun lidmaatschap van de Hells Angels, strafbare feiten werden gepleegd.
96. Het hof heeft in het kader van de strafmotivering onder meer het volgende overwogen:
‘In het onderzoek Toren stond de afdeling Haarlem van de ‘outlaw motorcycle gang’ Hells Angels centraal. Deze afdeling, ook wel charter genoemd, van de Hells Angels is opgericht in 1980. Het charter Haarlem bestond ten tijde van de bewezenverklaarde periode - uiteindelijk - uit negen zogenaamde ‘full colour members’, dit zijn leden die volledig lid zijn van de Hells Angels. De verdachte [verdachte] was één van hen. De verdachte maakt sinds 27 april 2006 als ‘full colour member’ deel uit van het charter Haarlem en had in de bewezenverklaarde periode de functie van ‘secretary’. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangegeven nog steeds ‘member’ te zijn van de Hells Angels Haarlem.
Het hof acht bewezen dat de negen ‘full colour members’ samen met de Stichting Hells Angels Haarlem en medeverdachte [betrokkene 4] in de periode van mei 2014 tot en met januari 2017 een criminele organisatie hebben gevormd en dat de verdachte daaraan heeft deelgenomen.
Het hof heeft daarbij vastgesteld, dat in de bewezenverklaarde periode meerdere ernstige geweldsincidenten waaronder afpersingen, mishandelingen en brandstichtingen hebben plaatsgevonden die direct gerelateerd kunnen worden aan de club Hells Angels charter Haarlem. Op meerdere momenten zijn de geweldsacties besproken binnen het charter. Alle ‘full colour members’ zijn ervan op de hoogte geweest dat door enkele leden van het charter, tegen de achtergrond van hun lidmaatschap van de Hells Angels, strafbare feiten werden gepleegd. De ‘full colour members’ hebben op meerdere momenten deelgenomen aan de besluitvorming die plaatsvond in het kader van bijvoorbeeld afpersingen.
Het charter beschikte over een clubhuis in Haarlem. In dit clubhuis vonden niet alleen vergaderingen en feesten - onder andere ter geldinzameling voor gedetineerde leden - plaats, maar werd ook in woord en geschrift uiting gegeven aan het zich buiten de wet willen plaatsen. Zo stond de tekst ‘dequiallo’, hetgeen betekent dat men zich verzet heeft tegen een overheidsdienaar, op een van de wanden in het clubhuis geschreven en hing er een geschrift aan de muur waarop stond ‘Deathhead Purple Heart’ met daaronder in het Engels onder meer de tekst dat een ieder die de ‘Purple Heart’ heeft verdiend zijn bloed heeft gegeven ter verdediging en eer van de Hells Angels. Op een muur in het clubhuis stond ook groot geschreven het woord ‘omerta’ dat, zoals algemeen bekend is, verwijst naar een zwijgcultuur in een criminele omgeving.
Het laatste komt ook tot uitdrukking in de op 16 september 2016 gehouden vergadering van de ‘full colour members’, als daar wordt gesproken over weer eens ‘sweepen’ van het clubhuis. De president - [betrokkene 1] - van het charter zegt daarop dat als er echt iets te bespreken is ze dat wel buiten het clubhuis doen. Ook de opmerking van de verdachte [medeverdachte 5] ‘zwijgen met alles’ in de arrestantenbus net na de aanhouding past in de cultuur van ‘omerta’.De omstandigheid dat de verdachte en zijn medeverdachten zich bij de berechting in hoger beroep niet op hun zwijgrecht dan wel verschoningsrecht hebben beroepen, doet aan bovenstaande niet af.
Het hof heeft zich niet aan de indruk kunnen onttrekken dat verklaringen van de verdachten onderling waren afgestemd. De eensgezinde uitleg ter zitting in hoger beroep van ‘dequiallo’, die volstrekt in tegenspraak was met de uitleg die ‘full colour member’ [betrokkene 2] als getuige op de zitting had gegeven (verzet bij arrestatie, hetgeen past bij de algemeen internationaal bekende betekenis), was bijvoorbeeld opmerkelijk. Te meer nu de gegeven uitleg niet eerder door één van de verdachten naar voren was gebracht terwijl zij daar wel naar gevraagd waren. De ogenschijnlijke afstemming van verklaringen en het feit dat zowel de verdachte als zijn medeverdachten desgevraagd bevestigden dat zij nog steeds lid zijn van de Hells Angels charter Haarlem, zijn illustratief voor de vergaande verbondenheid die de verdachten - die elkaar ‘brothers’ noemen - naar elkaar ervaren en dat het charter nog steeds actief is.
Het gegeven dat de verdachte en zijn in hoger beroep terechtstaande medeverdachten niet zelf actief hebben deelgenomen aan de gewelddadigheden zoals die door drie andere leden zijn gepleegd, doet aan de strafwaardigheid van de deelname aan een criminele organisatie niet af.
Deelnemen aan een criminele organisatie is als zelfstandig delict strafbaar gesteld omdat van dergelijke samenwerkingsverbanden een bijzondere dreiging richting de maatschappij uitgaat. Het is een misdrijf tegen de openbare orde. Deze strafzaak illustreert dit ook; meerdere ter terechtzitting in hoger beroep gehoorde getuigen gaven aan geen specifieke vrees te hebben voor de individuele verdachten die terecht stonden in hoger beroep, maar gaven wel aan vrees te hebben voor de Hells Angels als club.
De verdachte is lid geweest van het charter Haarlem, heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie waartoe dit - in de woorden van [betrokkene 2] als kei- en keihard bekend staande - charter behoorde en was er ook overigens van op de hoogte dat er strafbare feiten uit naam van de Hells Angels werden gepleegd. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie.’
97. De steller van het middel voert aan dat het hof heeft geoordeeld dat de verdachte ‘aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie bijdragende en ondersteunende handelingen heeft verricht’. In aanmerking genomen dat voor het bewijs van deelneming aan een criminele organisatie niet is vereist dat misdrijven of strafbare pogingen daartoe zijn begaan of zelfs maar voorbereidingen zijn getroffen, zou het hof de aan de verdachte ‘toegeschreven wetenschap over strafbare feiten (…) door enkele leden van het charter (…) kennelijk als strafverzwarende omstandigheid (hebben) aangemerkt’. Uit de bewijsvoering zou echter niet kunnen worden afgeleid dat de verdachte ‘als ‘full colour member’ ervan op de hoogte is geweest dat door enkele leden van het charter, tegen de achtergrond van hun lidmaatschap van de Hells Angels, strafbare feiten werden gepleegd’. In het bijzonder zou het hof blijkens de bewijsvoering niet hebben vastgesteld dat de verdachte ‘op de hoogte was van het (vervolgens) door anderen daadwerkelijk afpersen van [getuige 2] en [getuige 7] ’.
98. Het hof heeft bewezenverklaard dat de verdachte in de periode van 1 mei 2014 tot en met 26 januari 2017 heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten (kort samengevat) openlijke geweldpleging, brandstichting, dwang, bedreiging, (zware) mishandeling (met voorbedachte raad en van ambtenaren), afpersing en het voorhanden hebben van (een) wapen(s) en munitie. Deze organisatie bestond uit de full members van het charter Hells Angels Haarlem, waaronder de verdachte, alsmede [betrokkene 4] en de Stichting Hells Angels Haarlem. Het hof heeft onder het kopje ‘De deelname en rol van [verdachte] aan/bij vergaderingen over’ onder het subkopje ‘Aan de verwezenlijking van het criminele oogmerk van de organisatie bijdragende of ondersteunende handelingen’ onder meer vastgesteld dat de verdachte ‘met de andere leden van de Hells Angels Haarlem (heeft) vergaderd en gestemd over concrete, door de organisatie te plegen strafbare feiten en heeft vergaderd over gepleegde strafbare feiten’. Daarin ligt, zo stelt het hof onder het kopje ‘Conclusie met betrekking tot wetenschap’ vast, wetenschap van de verdachte van het criminele oogmerk van de organisatie besloten.
99. Daarmee vindt de door het hof in aanmerking genomen omstandigheid dat de verdachte ervan op de hoogte is geweest ‘dat door enkele leden van het charter, tegen de achtergrond van hun lidmaatschap van de Hells Angels, strafbare feiten werden gepleegd’ een toereikende basis in de feiten die het hof in de bewijsmotivering heeft vastgesteld. Dat geldt in het bijzonder (ook) voor de afpersing van [getuige 2] en [getuige 7] . Ik neem daarbij in aanmerking dat door de ledenvergadering genomen beslissingen de leden in sterke mate bonden, zoals blijkt uit de eerder geciteerde uitlatingen van [betrokkene 1] inzake de ‘boete’ die aan [getuige 7] was opgelegd. Ik wijs er voorts op dat voorbereiding van en poging tot afpersing strafbaar is. Wat de gepleegde strafbare feiten betreft wijs ik voorts op de vergadering van 16 september 2016, waar ‘onze eigen houding’ tegen andere motorclubs, het beleid dat ‘te donker’ is, het vast kunnen komen te zitten naar aanleiding van de vechtpartij met de Mongols in het Van der Valk hotel in Rotterdam en het verhullen/afdekken voorbij kwamen. Tegen die achtergrond meen ik dat de klacht, die ik aldus begrijp dat deze door het hof in aanmerking genomen omstandigheid geen toereikende basis zou hebben in de door het hof vastgestelde feiten, faalt.111.
100. Het derde middel faalt.
Afronding
101. Alle middelen falen en kunnen in beginsel worden afgedaan met de aan art. 81, eerste lid, RO ontleende formulering. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
102. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 19‑04‑2022
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] d.d. 9 juli 2014, p. F0429.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] d.d. 9 september 2014, p. F0592-0593 en proces-verbaal gesprek [getuige 4] van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] d.d. 22 mei 2017, p. H213-214.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 7] d.d. 22 augustus 2015, p. F1162-1163.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] d.d. 5 januari 2016, p. F1199-1200.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] d.d. 7 juni 2017, p. F2429.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 4] d.d. 16 februari 2017, p. H175-178.
De verklaring van getuige [getuige 3] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 12 november 2020, p. 65-66.
De verklaring van getuige [getuige 6] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 12 november 2020, p. 61-65.
De verklaring van getuige [getuige 7] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 19 november 2020, p. 111.
De verklaring van getuige [getuige 8] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 10 november 2020, p. 55-56.
Proces-verbaal terechtzitting in hoger beroep van 2 november 2020, p. 19.
De verklaring van getuige [getuige 2] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 17 november 2020, p. 92.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 11] d.d. 7 maart 2017, p. H186.
De verklaring van getuige [getuige 1] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 9 november 2020, p 45-46.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/197.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Brandaris van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 13] , p. K2.7/105, 106 en 111.
Proces-verbaal van bevindingen spoedtaps n.a.v. krantenbericht van verbalisant [verbalisant 14] d.d. 13 mei 2015, p F0006.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 16] d.d. 7 juni 2017, F2414-2415.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 19] d.d. 22 mei 2017, p. F2356.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 19] d.d. 22 mei 2017, p. F2363.
Zaaksrelaas C-27 Criminele Organisatie van Politie Eenheid Noord-Holland d.d 1 augustus 2017, p C-27/66.
Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 4] d.d. 22 april 2016, p. L1.2/771- 772.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Arrestantenbus van verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 25] d.d. 20 februari 2017, p. K2.10/004.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC VW Golf van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 17] d.d. 10 november 2015, p. K2.3/0038.
De verklaring van getuige [betrokkene 2] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 2 november 2020, p. 12.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/176.
Proces-verbaal van bevindingen bolhamers van verbalisant [verbalisant 11] d.d. 28 maart 2017, p. F1976 en 1981.
Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 22 maart 2017, p. P/A en proces-verbaal van bevindingen bolhamers van verbalisant [verbalisant 11] d.d. 28 maart 2017, p. F1978-1980.
Proces-verbaal van bevindingen toezicht [a-straat] Haarlem van verbalisant [verbalisant 24] d.d. 2 augustus 2016, p. F0207.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/196.
Proces-verbaal van bevindingen uitsluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/199.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] d.d. 3 april 2017, p. F1950.
Zaaksrelaas C-27 Criminele Organisatie van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 1 augustus 2017, p. C-27/66.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Arrestantenbus van verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 25] d.d. 20 februari 2017, p. K2.10/012.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/201-202.
Proces-verbaal bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/082 en proces-verbaal van bevindingen aanvulling OVC Clubhuis van verbalisant [verbalisant 15] d.d. 1 mei 2017, p. K2.6/230-231.
Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [medeverdachte 4] en [betrokkene 21] d.d. 14 januari 2017, p. L1.2/699-700 en proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 16] d.d. 28 februari 2017, p. F1854-1855.
Zaaksrelaas C-27 Criminele Organisatie van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 1 augustus 2017, p. C-27/5 en 6.
De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting in hoger beroep van 19 en 21 januari 2021, p. 46.
De verklaring van getuige [medeverdachte 4] ter terechtzitting in hoger beroep van 19 januari 2021, p. 40.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC VW Golf van verbalisant [verbalisant 17] d.d.12 juni 2016, p. K2.3/1323.
De verklaring van getuige [medeverdachte 5] ter terechtzitting in hoger beroep van 19 januari 2021, p. 55.
De verklaring van getuige [medeverdachte 1] ter terechtzitting in hoger beroep 18 januari 2021, p. 24.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 18] d.d. 22 november 2016, p. F0331 en de verklaring van getuige [getuige 1] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 9 november 2020, p. 43, 46 en 47.
Zaaksrelaas C-27 Criminele Organisatie van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 1 augustus 2017, p. C-27/10.
De verklaring van getuige [getuige 11] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 19 november 2020, p. 104.
Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 1] d.d. 9 augustus 2015, p. L1.2/653-654.
Zie de uitwerking van de bewijsmiddelen in de bewijsmiddelenbijlage onder zaaksdossier C14 Uitkijk.
Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 4] d.d. 30 juni 2015, p. L1.1/027-028.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren PI Zwaag van verbalisanten [verbalisant 14] en [verbalisant 23] d.d. 24 juli 2015, p. K2.1/041, 42).
Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 3] d.d. 13 augustus 2015, p. I1.2/455.
Zie de uitwerking van de bewijsmiddelen in de bewijsmiddelenbijlage onder zaaksdossier C17 Millennium.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Seat van verbalisant [verbalisant 26] d.d. 17 juli 2017., p. K 2.4/608-609.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/170-204.
Zaaksrelaas C-27 Criminele Organisatie van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 1 augustus 2017, p. C-27/180.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] d.d. 13 december 2016, p. F0253-0261.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/175.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/171.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/183-185.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/196.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/197.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/198.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/199.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/174, 178 en 179.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016, p. K2.6/201-202.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 19] d.d. 22 mei 2017, p. F2352.
De verklaring van getuige [medeverdachte 5] ter terechtzitting in hoger beroep van 19 januari 2021, p. 56.
De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van de rechtbank van 27 maart 2018, p. 2.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Mercedes van verbalisanten [verbalisant 20] en [verbalisant 21] d.d. 14 oktober 2016, p. K2.2/506-507.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren OVC Mercedes van verbalisanten [verbalisant 20] en [verbalisant 21] d.d. 14 oktober 2016, p. K2.2/509.
Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 2] d.d. 30 november 2015, p. L1.2/583.
Een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 4] en [betrokkene 1] d.d. 18 december 2015, p. L1.2/545.
De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting in hoger beroep van 19 en 21 januari 2021, p. 52.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 19] d.d. 22 mei 2017, p. F2358.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren Clubhuis van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] d.d. 6 december 2016. p. K2.6/196.
Zaaksrelaas C-27 Criminele Organisatie van Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 1 augustus 2017, p. C-27/94.
De verklaring van verdachte [medeverdachte 3] ter terechtzitting in hoger beroep van 19 en 21 januari 2021, p. 33.
De verklaring van getuige [medeverdachte 5] ter terechtzitting in hoger beroep van 19 januari 2021, p. 54.
De verklaring van getuige [verdachte] ter terechtzitting in hoger beroep van 19 januari 2021, p. 45.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 december 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10406. Zie de conclusie van A-G Assink van 25 maart 2022, ECLI:NL:PHR:2022:296.
Zie Gerechtshof Amsterdam 10 maart 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:636, 637, 639, 644, 645, 646 en Rechtbank Noord-Holland 18 juli 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:6115, 6181, 6188, 6251, 6252, 6260, 6266, 6268, 6273, 6277, 6280.
Rechtbank Limburg 9 juli 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:5442, 5443, 5458, 5465, 5484, 5488, 5489, 5490, 5491, 5492, 5505, 5512, 5524, 5525, 5533, 5544, 5546, 5570, 5571, 5572 (Bandidos); Rechtbank Noord Nederland 13 november 2020, ECLI:RBNNE:2020:3888, 3889, 3892, 3893 (No Surrender); Rechtbank Limburg 22 februari 2019, ECLI:RBLIM:2019:1676 (Satudarah).
HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134, NJ 2008/72, rov. 4.3; HR 2 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK5189, NJ 2010/687, rov. 4.3; HR 17 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2631, rov. 7.4. HR 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:378, NJ 2018/169, rov. 2.3.2. Het criterium is in de kern reeds te vinden in HR 16 oktober 1990, ECLI:NL:HR:1990:AD1248, NJ 1991/442 m.nt. Corstens (Mariënburcht), rov. 13.1-13.3.
HR 26 februari 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC8741, NJ 1991/499, rov. 5.3; HR 6 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992ÄB9524, NJ 1993/100, rov. 6.3; HR 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0502, NJ 2008/559 m.nt. Mevis, rov. 3.4; HR 15 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6148, NJ 2010/357, rov. 2.3.4.
HR 11 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9130, NJ 2006/393 m.nt. Buruma, rov. 3.7.1, 3.8.1 en 3.8.2.
De bewezenverklaring spreekt van het charter Haarlem; het hof en de stellers van de middelen gebruiken ook de term chapter. Ik zal in deze conclusie ook beide termen gebruiken.
HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134, NJ 2008/72. Vgl. ook eerdere arresten betreffende mededaders: HR 19 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9220 en HR 19 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9222.
HR 11 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9130, NJ 2006/393 m.nt. Buruma, rov. 3.8.4.
HR 11 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9130, NJ 2006/393 m.nt. Buruma, rov. 3.8.4.
Vgl. in dat verband Gerechtshof Amsterdam 15 juni 2007, ECLI:NL:GHAMS:2007:BA7689, NJ 2009/370 m.nt. Buruma. Buruma beschrijft hoe de omerta er in deze zaak toe leidde dat twaalf leden van het Limburgse chapter van de Hells Angels werden vrijgesproken van het medeplegen van moord dan wel doodslag op drie clubgenoten. De omerta is een breder probleem bij opsporing in verband met Outlaw Motorcycle Gangs; vgl. de Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2017 van het Landelijk Strategisch Overleg Integrale aanpak OMG’s, p. 7.
ECLI:NL:HR:2007:BA0502, NJ 2008/559 m.nt. Mevis.
Vgl. onder meer HR 18 november 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0858, NJ 1998/225 m.nt. De Hullu, rov. 5.3; HR 21 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM4415, NJ 2011/21, rov. 3.5.2; HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264, rov. 4.3 en HR 15 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:406, rov. 2.3.
Vgl. HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264. Het hof leidde het vereiste opzet af uit het bewust een bedrijfscultuur laten ontstaan en voortbestaan waarin de regels omtrent het melden van ongebruikelijke transacties structureel niet werden nageleefd.
Vgl. HR 16 oktober 1990, NJB 1990, nr. 154. Zie daarover nader M.J.H.J. De Vries-Leemans, Art. 140 Wetboek van Strafrecht. Een onderzoek naar de strafbaarstelling van deelneming aan misdaadorganisaties, Arnhem: Gouda Quint 1995, p. 52. Ook in HR 29 januari 1991, DD 91.169 (Vredesactiekamp) en in HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5161, NJ 2012/657 m.nt. Keijzer werd de bewijsvoering van deelneming ontoereikend geoordeeld.
Conclusie voor HR 24 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:448, randnummer 86. Zie in verband met de reikwijdte van het begrip deelneming ook zijn conclusie voor HR 5 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:835, randnummer 12. Vgl. voor een weergave van opvattingen over de betekenis van het bestanddeel ‘deelneming’ in de literatuur A.N. Kesteloo, Deelneming aan een criminele organisatie, Nijmegen: WLP 2011, p. 57-61.
Het hof verwijst naar het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 18] d.d. 22 november 2016, p. F0331 en de verklaring van getuige [getuige 1] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 9 november 2020, p. 43, 46 en 47; de verklaring van getuige [getuige 11] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 19 november 2020, p. 104 en een schriftelijk bescheid, zijnde een tapgesprek tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 1] d.d. 9 augustus 2015, p. L1.2/653-654.
Ik attendeer in dit verband ook nog op drie in de aanvulling opgenomen bewijsmiddelen. In een tapgesprek met NNvrouw 6927 zegt [getuige 2] dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] er ‘een stokkie voor hadden kunnen steken’ maar dat niet hebben gedaan (bewijsmiddel 15). In een ander tapgesprek zegt [getuige 2] dat ‘die ouderen allemaal (…) hadden moeten ingrijpen’ (bewijsmiddel 16). Kennelijk gaat ook [getuige 2] ervanuit dat andere leden dan [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] het moeten afstaan van zijn motor hadden kunnen tegenhouden. [getuige 1] heeft op 4 oktober 2016 verklaard dat hij medio september 2014 uit de club is gegooid en dat hij zijn motor moest inleveren (bewijsmiddel 6). De behandeling die [getuige 2] ten deel viel stond kennelijk niet op zichzelf.
HR 26 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:733, NJ 2016/375 m.nt. Wolswijk, rov. 3.5.2.
J. de Hullu, Materieel strafrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2021, p. 488-489.
HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5178, NJ 2012/658 m.nt. Keijzer. Dat was ook het geval in HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5136, NJ 2012/656 m.nt. Keijzer.
Vgl. in die zin ook A-G Bleichrodt in de conclusie voor HR 12 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1741, randnummer 16. Zie ook De Hullu, a.w., p. 426.
Vgl. De Vries-Leemans, a.w., p. 53.
Zie de randnummers 47-49, 53-55. Zie voorts de verklaring die de verdachte op 19 januari 2021 tijdens het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep als getuige heeft afgelegd. Daarin verklaart hij dat de club heeft besloten dat [getuige 2] niet meer terug hoefde te komen. Op de vraag wie daarbij aanwezig waren, verklaart de verdachte: ‘van mij hoefde hij in ieder geval niet meer terug te komen’. Hem is niet bekend ‘dat [getuige 2] zijn motor moest inleveren’ (p. 51). Op 21 januari 2021 heeft [verdachte] , gehoord als verdachte, verklaard dat hij bleef bij de verklaring die hij op 19 januari als getuige had afgelegd; deze kon ook in zijn strafzaak gelden (p. 70).
Kamerstukken II 1997/98, 25 638, nr. 6, p. 2 en 4. Zie ook Kamerstukken II 1997/98, 25 638, nr. 3, p. 3.
Deze begripsbepaling is als vierde lid aan art, 140 Sr toegevoegd door de Wet terroristische misdrijven, Stb. 2004, 290 en inmiddels vernummerd tot vijfde lid (Wet herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen, Stb. 2019, 311).
Zie HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:416, NJ 2018/72 en HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:413, NJ 2018/73, m.nt. Kooijmans.
Vgl. HR 18 november 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0858, NJ 1998/225, m.nt. De Hullu, rov. 5.4; HR 8 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE5651, NJ 2003/64, rov. 3.3 en HR 8 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9814, rov. 2.3.1. Zie over deze eis nader A. Kesteloo, ‘Het bijzonder opzetvereiste bij deelneming aan een criminele organisatie: wetenschap (in de zin van onvoorwaardelijk opzet)’, TPWS 2016/38, met verwijzingen.
Vgl. HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5136, BW5161, BW5178, NJ 2012/656-658 m.nt. Keijzer.
Vgl. HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, NJ 2015/390 m.nt. Mevis, rov. 3.2.1; HR 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:718, NJ 2015/395 m.nt. Mevis, rov. 3.2.1 en HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1316, NJ 2016/411 m.nt. Rozemond. Zie nader De Hullu, a.w., p. 439-444.
Ten overvloede merk ik nog op dat, meer in het algemeen, niet vereist is dat feiten en omstandigheden die in de strafmotivering in aanmerking worden genomen, uit de bewijsmiddelen kunnen worden afgeleid. Zie Borgers en Kooijmans, a.w., p. 961.