Inhoudsopgave
TPWS 2016/38:Het bijzondere opzetvereiste bij deelneming aan een criminele organisatie: wetenschap (in de zin van onvoorwaardelijk opzet)
TPWS 2016/38
Het bijzondere opzetvereiste bij deelneming aan een criminele organisatie: wetenschap (in de zin van onvoorwaardelijk opzet)
Documentgegevens:
A. Kesteloo, datum 29-02-2016
- Datum
29-02-2016
- Auteur
A. Kesteloo1
- JCDI
JCDI:ADS821807:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In deze bijdrage wordt de subjectieve zijde van ‘deelneming aan’ in art. 140 lid 1 Sr, het onvoorwaardelijk opzet, nader toegelicht. Van dit opzetvereiste wordt de ontwikkeling in rechtspraak en strafrechtliteratuur beschouwd. Daarbij staat het arrest van de Hoge Raad van 18 november 1997 (ECLI:NL:HR:1997:ZD0858, NJ 1998/225, m.nt. J. de Hullu) centraal. Met dit arrest werd het opzetvereiste, dat de deelnemer in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie als oogmerk heeft het plegen van misdrijven, in het Nederlandse strafrecht geïntroduceerd en door latere rechtspraak bevestigd. Aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.