Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 317 [Afpersing]
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2004
- Bronpublicatie:
21-04-2004, Stb. 2004, 180 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29025)
- Inwerkingtreding
16-06-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-06-2004, Stb. 2004, 251 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
1.
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens, wordt, als schuldig aan afpersing, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij die de dwang, bedoeld in het eerste lid, uitoefent door de bedreiging dat gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, onbruikbaar of ontoegankelijk zullen worden gemaakt of zullen worden gewist.
3.
De bepalingen van het tweede en derde lid van artikel 312 zijn op dit misdrijf van toepassing.