NJ 1991, 442
HR, 16-10-1990, nr. 86988: Mariënburcht
HR 16-10-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AD1248, m.nt. G.J.M. Corstens (Mariënburcht)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 oktober 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Neleman
- Zaaknummer
86988
- Conclusie
P-G Remmelink
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AD1248
- Roepnaam
Mariënburcht
- JCDI
JCDI:ADS66095:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD1248, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑10‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD1248, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑1990
- Wetingang
Sr art. 1; Sr art. 47; Sr art. 140; Sv art. 120; Sv art. 125h; Sv art. 181 lid 3; Sv art. 338; Sv art. 348; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; GW art. 7; GW art. 16; EVRM art. 7; EVRM art. 10; IVBP art. 15
Essentie
1. Toereikende weerlegging van beroep op niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie in verband met gebruik van telefoontaps.
2. De enkele omstandigheid dat niet onverwijld een nadere vordering conform art. 181 lid 3 Sv is ingediend staat aan de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie niet in de weg.
3. Toereikende weerlegging van beroep op niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie en onrechtmatig verkregen bewijs wegens ‘gebruik van de pers als een verlengstuk van het opsporingsapparaat’.
4. De eis dat de in art. 120 Sv bedoelde schriftelijke last zich bevindt bij de stukken van het geding vindt geen steun in het recht. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.