NJ 1988, 425
HR, 13-10-1987, nr. 81860
HR 13-10-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC3222
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 1987
- Magistraten
De Waard, Jeukens, Davids, Remmelink
- Zaaknummer
81860
- LJN
AC3222
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC3222, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC3222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑1987
- Wetingang
Sr art. 140; Sv art. 261; Sv art. 350; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 2; Sv art. 359 lid 3
Essentie
1. Toereikende weerlegging van het verweer dat de inleidende dagvaarding in haar geheel een obscuur libel is.
2. Toereikende weerlegging van het verweer dat het onder I, II subs. en III subs. ten laste gelegde onvoldoende feitelijk zou zijn omschreven; 's hofs oordeel a. dat de term ‘deelneming’ conform art. 140 Sr mede feitelijke inhoud heeft en b. wat daaronder moet worden verstaan, geeft geen blijk van miskenning van art. 261 Sv en is niet onbegrijpelijk.
3. Bij het misdrijf van art. 140 Sr gaat het niet om het gepleegd zijn van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.