NJ 1993, 100
HR, 06-10-1992, nr. 91847
HR 06-10-1992, ECLI:NL:PHR:1992:AB9524
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 1992
- Magistraten
Haak, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Meijers
- Zaaknummer
91847
- LJN
AB9524
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:AB9524, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑1992
ECLI:NL:PHR:1992:AB9524, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑1992
- Wetingang
Sr art. 50; Sr art. 140 lid 1; Sr art. 140 lid 3; Sv art. 41 lid 1 onder b; Sv art. 350
Essentie
(In opmaak sluit de weergave van de uitspraken van de strafkamer van de Hoge Raad voortaan aan bij de strikt chronologische volgorde waarmee de lezer van de jurisprudentie van de civiele kamer al langer vertrouwd is; red.)
1. De verdachte die ter terechtzitting in hoger beroep verklaart geen prijs te stellen op behandeling van zijn zaak met bijstand van zijn (afwezige) raadsman en onmiddellijke behandeling en afdoening te wensen, behoeft niet cfm. art. 41 lid 1 onder b Sv een raadsman te worden toegevoegd, nu het niet gaat om een verdachte zonder raadsman maar om een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.