Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 9.9 (voorschriften zettingsgevoeligheid bodem)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Aan een omgevingsvergunning worden voorschriften verbonden die inhouden dat de vergunninghouder:
- a.
een deskundige inschakelt om op de plaats waar is of wordt gestort een onderzoek uit te voeren naar de gevoeligheid van de bodem voor zettingen onder invloed van de stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, vierde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving; en
- b.
de resultaten van het onderzoek betrekt bij het bepalen van de ligging van de stortzool ten opzichte van de te verwachten gemiddeld hoogste grondwaterstand.