Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Bijlage VII
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
15-12-2023, Stcrt. 2023, 35294 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/ 33685782)
08-09-2023, Stcrt. 2023, 25961 (uitgifte: 15-09-2023, regelingnummer: WJZ/ 27590052)
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2023, Stcrt. 2023, 35294 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/ 33685782)
26-09-2023, Stcrt. 2023, 26454 (uitgifte: 02-10-2023, regelingnummer: 2023-0000589458)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
bij artikelĀ 4.14, eerste lid, van deze regeling (maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik met betrekking tot milieubelastende activiteiten)
Inhoudsopgave
Onderdeel Code | Categorie Code | Categorie Omschrijving (onderwerp) |
---|---|---|
F | A | Perslucht |
F | B | Stoom |
F | C | Aandrijvingen |
F | D | Productkoeling |
F | E | Grootkeukenapparatuur |
F | F | Ovens |
F | G | Terreinverlichting |
F | H | Zwembad |
F | I | Serverruimte |
F | J | Roltrap |
F | K | Zonnepanelen |
P | A | Natlakspuitcabines |
P | B | Drogen |
P | C | Procesbaden |
P | D | Procesapparatuur |
P | E | Proceswarmte |
P | F | Proceskoeling |
P | G | Veehouderijen |
P | H | Datacentrum |
Onderdeel 1. Faciliteiten
Categorie: Perslucht
Onderwerp | Perslucht |
---|---|
Nummer maatregel | FA1 |
Toe te passen maatregel | Vergroot de persluchtbuffer. Door het aansluiten van een (extra) buffervat op het bestaande persluchtnet kan meer perslucht opgeslagen worden, waardoor het aantal starts en stops van de compressor wordt beperkt. |
Huidige situatie | Er is een persluchtcompressor met aan/uit-schakelaar aanwezig zonder buffervat of met een te klein buffervat. Hierdoor draait de persluchtinstallatie minimaal 15 minuten per bedrijfsuur in nullast. Bij vergroting van de buffer is het uitgangspunt om maximaal 5 minuten aaneengesloten in nullast te draaien. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 4.100 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 3.400 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er is voldoende ruimte nabij de persluchtcompressor om een persluchtbuffervat te plaatsen. De persluchtvraag is gemiddeld gezien variabel gedurende een bedrijfsuur. De persluchtcompressor heeft een vermogen van minimaal 10Ā kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig op persluchtlekkages en verhelp deze. |
Onderwerp | Perslucht |
---|---|
Nummer maatregel | FA2 |
Toe te passen maatregel | Plaats een afsluiter met tijdschakelaar om verlies van perslucht buiten bedrijfstijden te beperken. Door het toepassen van een afsluiter met tijdschakelaar op het persluchtnet of delen daarvan kunnen apparaten en machines worden losgekoppeld van de perslucht. Zo hoeft de compressor niet onnodig perslucht te comprimeren buiten bedrijfstijden. |
Huidige situatie | Er is een centraal persluchtnet aanwezig dat geheel of deels onder druk staat buiten gebruikstijden. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De op het persluchtnet aangesloten apparaten en machines zijn geschikt om zonder persluchtdruk buiten bedrijf stil te staan. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig op persluchtlekkages en verhelp deze. Controleer regelmatig de instelling van de tijden dat het persluchtnet buiten bedrijf is en zorg dat deze bij veranderende bedrijfstijden (zoals bij zomer- en wintertijd) worden bijgewerkt. |
Onderwerp | Perslucht |
---|---|
Nummer maatregel | FA3 |
Toe te passen maatregel | Pas een flow-drukregelaar toe in het persluchtnet. Door integratie van een flow-drukregelaar (regelklep direct na het buffervat) in een persluchtnet kunnen schommelingen in de persluchtvraag worden uitgebalanceerd. Om de schommelingen op te vangen is de persdruk vaak hoger ingesteld dan nodig. Door toepassing van een flow-drukregelaar kan de persdruk in het buffervat worden verlaagd. De verlaging in persdruk zorgt voor een besparing op het energiegebruik van de compressor. Daarbij zal door lagere druk het persluchtgebruik per gebruiker afnemen en lekt er minder perslucht weg. Door minder persluchtgebruik of -lekkage zal de compressor ook energie besparen. |
Huidige situatie | Er is een persluchtnet met een centrale toerengeregelde persluchtcompressor(en) en buffervat aanwezig, waarbij een flow-drukregelaar ontbreekt. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.700 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het vermogen van de compressor is ten hoogste 45Ā kW en het persluchtgebruik is maximaal 7Ā m3/min. In het persluchtnet vinden hoge drukvallen plaats door grote persluchtafname. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verlaag de persluchtdruk na plaatsing van de schakelaar en controleer regelmatig de ingestelde waarde. |
Onderwerp | Perslucht |
---|---|
Nummer maatregel | FA4 |
Toe te passen maatregel | Plaats een luchtkanaal zodat de persluchtcompressor (koude) buitenlucht aanzuigt. Plaats een luchtkanaal voor het aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte. Als de persluchtcompressor koudere lucht aanzuigt kan er energiezuiniger perslucht worden gemaakt. |
Huidige situatie | Er is een centraal persluchtnet aanwezig met een persluchtcompressor van ten minste 7,5Ā kW die warme lucht aanzuigt vanuit de ruimte waarin deze is opgesteld. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.000 bedrijfsuren van de persluchtcompressor per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De compressor staat binnen 5Ā m van een buitenmuur. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Perslucht |
---|---|
Nummer maatregel | FA5 |
Toe te passen maatregel | Gebruik zuinige persluchtgereedschappen. Door gebruik te maken van nieuwe en energiezuinige perslucht aangedreven gereedschappen, zoals blaaspistolen, wordt er minder perslucht gebruikt en energie bespaard. |
Huidige situatie | Er wordt gebruik gemaakt van āconventioneleā persluchtgereedschappen, zoals blaaspistolen, met een nominaal gebruik van meer dan 120Ā l/min. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij gereedschappen die meer dan 1.800 uur per jaar worden gebruikt. |
Technische randvoorwaarden | De persluchtcompressoren hoeven niet te worden aangepast door het verminderde gebruik van perslucht. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Onderhoud de perslucht aangedreven gereedschappen zodat er geen onnodige perslucht verloren gaat en houd ze schoon. Controleer regelmatig op persluchtlekkages aan gereedschap, koppelingen en leidingen en verhelp deze. |
Onderwerp | Perslucht |
---|---|
Nummer maatregel | FA6 |
Toe te passen maatregel | Gebruik elektrisch handgereedschap als vervanging voor pneumatisch aangedreven gereedschap. Door waar mogelijk elektrisch handgereedschap toe te passen en perslucht aangedreven gereedschap alleen te gebruiken wanneer er geen elektrisch alternatief is, kan het persluchtgebruik worden beperkt. Het opwekken van perslucht voor het aandrijven van gereedschap is minder efficiƫnt dan het gebruiken van elektrisch aangedreven gereedschap. |
Huidige situatie | Persluchtaangedreven handgereedschap wordt gebruikt voor toepassingen waar een elektrisch alternatief voor kan worden gebruikt. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij gebruik van het gereedschap van meer dan 6Ā u/wk. |
Technische randvoorwaarden | Er is een geschikt elektrisch alternatief beschikbaar dat voldoet aan de specifieke eisen van de werkzaamheden zoals voldoende koppel en een handzaam gewicht en formaat. De gereedschappen worden niet in een ATEX omgeving gebruikt. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Perslucht |
---|---|
Nummer maatregel | FA7 |
Toe te passen maatregel | Gebruik een blower voor het schoonblazen in plaats van perslucht. Voor werkzaamheden zoals schoonblazen van vloeren en machines waarbij met perslucht wordt geblazen kan een decentrale blower worden gebruikt. Dit is energiezuiniger dan blazen met perslucht. |
Huidige situatie | Blazen gebeurt met perslucht van ten minste 6 bar. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij gebruik van perslucht voor schoonblazen van meer dan 6Ā u/wk. |
Technische randvoorwaarden | Het proces moet toestaan dat er met een lagere druk en groter luchtvolume schoongeblazen wordt. De blower is binnen 10Ā m van de toepassing te plaatsen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Perslucht |
---|---|
Nummer maatregel | FA8 |
Toe te passen maatregel | Vervang de regelklepbediening op basis van perslucht door elektrische aandrijvingen. Door het op perslucht aangedreven besturend element (actuator) van de regelklep te vervangen door een servo- of stappenmotor, kan energie worden bespaard. Bij een perslucht aangedreven actuator moet het gehele jaar lucht op druk worden gehouden. Daarom is een elektrische aandrijving efficiƫnter. |
Huidige situatie | Er is een regelklep met een door perslucht aangedreven actuator (besturend element) aanwezig die is aangesloten op het centrale persluchtnet. De actuator kan separaat worden vervangen. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: bij processen die het hele jaar continu in bedrijf zijn. |
Technische randvoorwaarden | Er is een elektrische voedingskast beschikbaar binnen 10Ā m. De regelklep bevindt zich niet in een ATEX-omgeving. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Stoom
Onderwerp | Stoom |
---|---|
Nummer maatregel | FB1 |
Toe te passen maatregel | Verlaag de stoomdruk van het centrale stoomnet. Een verlaging van de stoomdruk zorgt voor lagere (stoom)temperaturen en voor een lagere schoorsteentemperatuur. Daardoor verliest de ketel minder warmte en wordt het warmteverlies door de schoorsteen kleiner. Bovendien neemt het verlies in het (stoom)distributienet en het flashverlies in condenspotten af. De mate van verlaging van de stoomdruk wordt bepaald door de stoomafnemer die om de hoogste stoomdruk vraagt om te kunnen blijven opereren. |
Huidige situatie | Er is een stoomketel aanwezig die is gekoppeld aan een centraal stoomnet en de druk op het stoomnet is hoger dan voor de aangesloten apparaten vereist is. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het stoomnet is meer dan 2.300 uur per jaar op druk. |
Technische randvoorwaarden | Voor de verlaging van het stoomdruksetpoint zijn geen verdere veranderingen aan het systeem nodig. De stoomafnemers kunnen functioneren met de verlaagde stoomdruk. De huidige leidingen en appendages dienen geschikt te zijn voor een verhoging van de stromingssnelheden van de stoom. De stoomdruk bedraagt minimaal 4 bar. De stoomdruk kan met ten minste 10% worden verlaagd. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de stoomdruk in het stoomnet. |
Onderwerp | Stoom |
---|---|
Nummer maatregel | FB2 |
Toe te passen maatregel | Gebruik een economiser om warmte uit de rookgassen van de stoomketel nuttig in te zetten. Door het uitkoelen van rookgas met een economiser kan de restwarmte uit de rookgassen worden benut om het ketelvoedingwater voor te verwarmen. |
Huidige situatie | Er is een stoomketel aanwezig en de warmte uit de rookgassen wordt niet benut. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 2.100 vollasturen van de stoomketel per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De klep voor het ketelvoedingswater moet modulerend zijn om een constante flow in de economiser te garanderen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verricht regelmatig metingen aan de in- en uitgaande temperaturen om vast te stellen of de economiser goed werkt. |
Onderwerp | Stoom |
---|---|
Nummer maatregel | FB3 |
Toe te passen maatregel | Gebruik een rookgascondensor om warmte uit de rookgassen van de stoomketel nuttig in te zetten. Door het condenseren van rookgas met een RVS-condensor kan de restwarmte uit de rookgassen nuttig worden ingezet. Toepassing van de maatregel vereist dat de brander van de stoomketel opnieuw wordt afgesteld. |
Huidige situatie | Er is een stoomketel met economiser aanwezig en de rookgassen verlaten de schoorsteen (na de economiser) met een temperatuur van 130Ā Ā°C of hoger. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Er is redelijk koud suppletiewater aanwezig (10 ā 20Ā°C). Het suppletiewaterdebiet is relatief hoog (meer dan 80% van de massastroom stoom), of er is warmtevraag aanwezig zoals water voor centrale verwarming of schoonmaakwater. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Onderhoud de warmtewisselaar volgens de leveranciersvoorschriften. |
Onderwerp | Stoom |
---|---|
Nummer maatregel | FB4 |
Toe te passen maatregel | Vervang stoom als middel voor ruimteverwarming. Door stoom als middel voor ruimteverwarming te vervangen voor een efficiƫnter alternatief wordt energie bespaard. Mogelijke alternatieven zijn een indirect gestookte heater, een direct gestookte hoogrendement (HR)-heater of donkere stralers. |
Huidige situatie | De ruimteverwarming gebeurt met een met stoom gevoede luchtverhitter. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Er is een aansluitpunt voor gas aanwezig binnen een afstand van 50Ā m van de te verwarmen ruimte. De huidige constructie en de elektriciteitsaansluiting kunnen worden hergebruikt (Ć©Ć©n-op-Ć©Ć©n vervanging van de huidige heaters). Er zweeft geen brandbaar stof (zoals houtstof of andere organische stoffen) in de ruimte. De rookgasafvoer kan direct door het dak gerealiseerd worden. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Stoom |
---|---|
Nummer maatregel | FB5 |
Toe te passen maatregel | Isoleer ongeĆÆsoleerde warme delen van de stoomketel. Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 1,0Ā m2K/W bij ongeĆÆsoleerde mangaten, ketel-achterfronten en voedingswaterregelkleppen van stoomketels, kan warmteverlies worden voorkomen. |
Huidige situatie | Bepaalde delen van de stoomketel, zoals mangaten, het ketel-achterfront en de voedingswaterregelklep zijn niet of onvoldoende geĆÆsoleerd. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie. |
Onderwerp | Stoom |
---|---|
Nummer maatregel | FB6 |
Toe te passen maatregel | Isoleer stoomleidingen en appendages. Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 2,5Ā m2K/W rondom stoomleidingen en appendages wordt warmteverlies tegengegaan. |
Huidige situatie | De stoomleidingen zijn niet of onvoldoende geĆÆsoleeerd. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie. |
Onderwerp | Stoom |
---|---|
Nummer maatregel | FB7 |
Toe te passen maatregel | Pas een omgekeerde osmose (RO)-installatie toe om de ketelwaterkwaliteit te verbeteren. Met een omgekeerde osmose-installatie kan de waterkwaliteit voor een gasgestookte stoomketel worden verbeterd. Hierdoor is er minder toevoeging van nieuw water nodig en wordt er ook minder water ververst (spui). Dit verlaagt het watergebruik en daardoor hoeft er minder water te worden opgewarmd in de stoomketel. |
Huidige situatie | Er is een stoomketel zonder waterbehandeling of met enkel een eenvoudige ontharder zoals een harskolom aanwezig. De waterverversing (spui) is ten minste 10%. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Er is voldoende opstelruimte in het ketelhuis voor een omgekeerde osmose-installatie. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer jaarlijks op lekkages en voer zo nodig onderhoud uit aan de reverse osmose-installatie. |
Onderwerp | Stoom |
---|---|
Nummer maatregel | FB8 |
Toe te passen maatregel | Plaats een warmtewisselaar bij de uitgang van een heetwaterproces om het suppletiewater voor te verwarmen met warmte uit te lozen water. Door het plaatsen van een warmtewisselaar bij de uitgang van een heetwaterproces kan het suppletiewater van de stoomketel worden voorverwarmd met warmte uit te lozen afvalwater. Voorbeelden van dergelijke warmteterugwinning zijn een kratten- of gereedschapwasser. |
Huidige situatie | Er is een heetwaterproces aanwezig (bijvoorbeeld een kratten- of gereedschapwasser) waarbij het warme afvalwater wordt geloosd op het vuilwaterriool zonder dat daar warmte uit is teruggewonnen. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.500 bedrijfsuren van het heetwaterproces per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het heetwaterproces verbruikt ten minste 500Ā m3 water per jaar. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Inspecteer en reinig elke twee jaar de warmtewisselaar. |
Categorie: Aandrijvingen
Onderwerp | Aandrijvingen |
---|---|
Nummer maatregel | FC1 |
Toe te passen maatregel | Pas een frequentieregeling toe op machines. Met de toepassing van een frequentieregelaar op de elektromotor welke een machine of machinedeel aandrijft kan de motor optimaal worden ingezet in de bedrijfsvoering. De aandrijving door de elektromotor kan middels de frequentieregelaar optimaal worden ingeregeld, waarbij de snelheid van de elektromotor zodanig wordt gekozen dat de aandrijving zijn functie goed kan vervullen met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen. Deze maatregel beslaat directe en indirecte aandrijvingen, zoals via as, snaar, riem, ketting en dergelijke. |
Huidige situatie | Er is een machine aanwezig met een aandrijving via elektromotor met een elektrisch vermogen van ten minste 8Ā kW. De efficiĆ«ntieklasse van de elektromotor is ten minste IE2. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 draaiuren per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 800 draaiuren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, Ć³f de motor is goed toegankelijk, waardoor de frequentieregelaar nabij de elektromotor kan worden geplaatst. De functionaliteit van de machine moet een variabel of verlaagd toerental toestaan. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Aandrijvingen |
---|---|
Nummer maatregel | FC2 |
Toe te passen maatregel | Pas een frequentieregeling op pompen toe. Door het toepassen van een frequentieregelaar op de pomp kan de pomp optimaal worden ingeregeld. Daarbij wordt het werkpunt van de pomp zodanig gekozen dat de pomp zijn functie goed kan vervullen met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen. Bij veel toepassingen kan een eenvoudige debiet- of drukregeling worden ingesteld, waarbij de pomp altijd naar het optimale werkpunt wordt geregeld. |
Huidige situatie | Er is een variabele flow of een overcapaciteit welke wordt gesmoord met een regel- of smoorklep. Er is een pomp van ten minste 4Ā kW aanwezig, die wordt aangedreven door een elektromotor van efficiencyklasse IE2 of hoger. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 4.100 draaiuren per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 3.000 draaiuren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, Ć³f de frequentieregelaar kan nabij de elektromotor worden geplaatst. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Aandrijvingen |
---|---|
Nummer maatregel | FC3 |
Toe te passen maatregel | Pas een frequentieregeling toe op compressoren van onder andere de koel-, vries- en persluchtinstallaties. Door het toepassen van de frequentieregelaar wordt het toerental van de compressor optimaal ingeregeld, zodanig dat de compressor de gewenste druk en debiet kan leveren met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen. Daarnaast kan bij veel toepassingen een eenvoudige druk- of temperatuurregeling worden ingesteld, waarbij de compressor altijd naar het optimale werkpunt wordt geregeld. Bij een installatie waarin meerdere compressoren parallel opereren moet alleen de compressor met het grootste regelvermogen van een frequentieregelaar worden voorzien. |
Huidige situatie | Er is een compressor zonder frequentieregeling aanwezig, aangedreven door een elektromotor met een elektrisch vermogen van ten minste 8Ā kW. De efficiĆ«ntieklasse van de elektromotor is ten minste IE2. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 draaiuren per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 draaiuren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, Ć³f de frequentieregelaar kan nabij de elektromotor worden geplaatst. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Aandrijvingen |
---|---|
Nummer maatregel | FC4 |
Toe te passen maatregel | Vervang elektromotoren met efficiĆ«ntieklasse IE2 of lager door een motor met efficiĆ«ntieklasse IE4 of hoger. Elektromotoren met een hogere efficiĆ«ntieklasse, zoals IE4 gebruiken minder elektriciteit dan elektromotoren met een lagere efficiĆ«ntieklasse. Door het vervangen van elektromotoren met efficiĆ«ntieklasse IE2 of lager door elektromotoren met efficĆÆĆ«ntieklasse IE4 of hoger wordt energie bespaard. |
Huidige situatie | Er zijn elektromotoren aanwezig met efficiƫntieklasse IE2 of lager. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er geen IE-klasse, klasse IE1 of IE2 op het typeplaatje van de motor staat. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 draaiuren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het vermogen van de motoren is ten minste 0,75Ā kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Test en controleer regelmatig de lagers en de weerstand van de wikkelingen volgens leveranciersvoorschriften. |
Onderwerp | Aandrijvingen |
---|---|
Nummer maatregel | FC5 |
Toe te passen maatregel | Vervang IE3-elektromotoren door efficiƫntieklasse IE4 of hoger. Elektromotoren met een hogere efficiƫntieklasse, zoals IE4 gebruiken minder elektriciteit dan elektromotoren met een lagere efficiƫntieklasse. Door het vervangen van IE3-elektromotoren door IE4-elektromotoren of hoger wordt energie bespaard. |
Huidige situatie | Er zijn elektromotoren aanwezig met efficiƫntieklasse IE3. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er IE3 op het typeplaatje van de motor staat. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: bij meer dan 1.900 draaiuren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het vermogen van de motoren is meer dan 0,75Ā kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Test en controleer regelmatig de lagers en de weerstand van de wikkelingen volgens leveranciersvoorschriften. |
Categorie: Productkoeling
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD1 |
Toe te passen maatregel | Gebruik een alternatief voor elektrische verwarming aan de binnenzijde van de glazen deur van een verticaal vriesmeubel. Door anti-condensfolie of een coating aan de binnenkant van de glazen deur aan te brengen is er geen elektrische verwarming meer nodig en kan deze verwijderd worden. Dit geeft een besparing op het elektriciteitsgebruik van het vriesmeubel en de koelinstallatie, omdat de koelinstallatie de ontstane warmte dan niet weg hoeft te koelen. |
Huidige situatie | Er is een verticaal vriesmeubel aanwezig waarbij gebruik wordt gemaakt van elektrische (rand)verwarming op de glazen deur voor het voorkomen van condensvorming. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het vriesmeubel is meer dan 1.800 uur per jaar in gebruik. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer dat de ruitverwarming is uitgeschakeld nadat een folie of coating is aangebracht. |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD2 |
Toe te passen maatregel | Plaats deuren voor verticale koelmeubels. Door het plaatsen van glazen deuren voor verticale koelmeubels is er minder koudeverlies vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming. |
Huidige situatie | Er zijn verticale koelmeubels aanwezig die niet of alleen 's nachts worden afgedekt. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het koelmeubel is meer dan 4.400 uur per jaar in gebruik. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD3 |
Toe te passen maatregel | Pas nachtafdekking toe bij semi-verticale koelmeubels. Een semi-verticaal koelmeubel heeft schappen die van onder naar boven minder diep worden. Nachtafdekking bestaat vaak uit een of meer rolgordijnen die aan het koelmeubel kunnen worden vastgemaakt en eenvoudig met de hand open en dicht kunnen worden gemaakt. Hierdoor is er buiten openingstijden minder koudeverlies vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming. |
Huidige situatie | Er zijn semi-verticale koelmeubels aanwezig zonder nachtafdekking. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het koelmeubel is meer dan 2.100 uur per jaar in gebruik. |
Technische randvoorwaarden | Het koelmeubel is geschikt voor het plaatsen van nachtafdekking. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Dek de koelmeubels af na sluitingstijd. |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD4 |
Toe te passen maatregel | Plaats dagafdekking op horizontale vriesmeubels. Door schuifdeuren of andere dagafdekking toe te passen op horizontale vriesmeubels vindt er minder koudeverlies plaats vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming. |
Huidige situatie | Er zijn horizontale vriesmeubels aanwezig zonder dagafdekking. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD5 |
Toe te passen maatregel | Isoleer koel- en vriesleidingen. Door het aanbrengen van isolatie om koel- en vriesleidingen wordt koudeverlies naar de omgeving beperkt. Hierdoor zal het energiegebruik van de koelinstallatie afnemen. Gebruik vanwege condensvorming FEF (flexibel elastomeric foam) of een ander isolatiemateriaal met een structuur van gesloten cellen, een hoge dampdiffusieweerstand en een laag warmtegeleidingsvermogen. |
Huidige situatie | De gekoelde koel- of vriesleidingen zijn niet of onvoldoende geĆÆsoleerd. Het gaat hierbij om de leidingen van de koelmachine naar het afgiftesysteem. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade. |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD6 |
Toe te passen maatregel | Koppel de verdamperventilator aan de vriesceldeur. Door het koppelen van de verdamperventilator aan de vriesceldeur gaat deze uit op het moment dat de deur wordt geopend. Dit voorkomt onnodig koudeverlies bij het openen van de deur. Bovendien vindt minder ijsvorming plaats op de verdamper. |
Huidige situatie | Er is een vriescel aanwezig, waarbij de verdamperventilator en de vriesceldeur niet zijn gekoppeld, waardoor de verdamperventilator blijft draaien als de deur wordt geopend. De deur is niet voorzien van lamellen of een snelsluitdeur. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De grenswaarden voor de maximale temperatuur van de producten in de vriescel moeten gewaarborgd kunnen blijven. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD7 |
Toe te passen maatregel | Isoleer de wanden van koelcellen om warmte buiten te houden. Door het isoleren van de koelcelwanden wordt koudeverlies naar de omgeving voorkomen en de temperatuur in een koelcel behouden. Pas isolatiemateriaal toe met een Rd-waarde van ten minste 6Ā m2K/W. Hierdoor daalt het elektriciteitsgebruik van de koelinstallatie. |
Huidige situatie | Er is een niet of onvoldoende geĆÆsoleerde koelcel aanwezig. De isolatiedikte is ten hoogste 15Ā mm (Rd-waarde is 0,5Ā m2K/W of lager). |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de isolatie op beschadigingen en vochtproblemen volgens de leveranciersvoorschriften. |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD8 |
Toe te passen maatregel | Regel de verdamperventilatoren van koelcellen op basis van meerdere temperatuursensoren. In de koelcellen draait continu een ventilator bij de verdamper om temperatuurverschillen in de koelcel te voorkomen. Door de verdamperventilator te regelen op basis van meerdere temperatuursensoren kan energie worden bespaard. |
Huidige situatie | Er is een koelcel aanwezig, waarbij de verdamperventilator niet wordt geregeld op basis van meerdere temperatuursensoren. De verdamperventilator is voorzien van een frequentieregelaar. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: de koelcel is meer dan 4.800 uur per jaar in gebruik. |
Technische randvoorwaarden | De oppervlakte van de koelcel is ten minste 100Ā m2. In de koelcel wordt geen groenten en/of fruit opgeslagen, vanwege gevaar van ethyleenophoping. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD9 |
Toe te passen maatregel | Pas een frequentieregelaar toe om het circulatievoud te regelen bij gekoelde opslag van groente, fruit of andere plantaardige producten (levend product). Het circulatievoud van de lucht is het aantal malen per uur dat een ruimte-inhoud wordt doorspoeld met geconditioneerde lucht uit een luchtbehandelingsinstallatie. Tijdens de bewaarperiode is het niet nodig de volledige ventilatiecapaciteit van de koeling te benutten. Door te sturen op de ethyleenconcentratie kan het ventilatievoud worden geoptimaliseerd door middel van frequentieregeling van de ventilatoren. |
Huidige situatie | Er is een koelcel aanwezig voor de opslag van groente, fruit of andere plantaardige producten, waarbij het ventilatievoud niet wordt geregeld. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 4.500 draaiuren van de circulatieventilatoren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De circulatieventilatoren zijn geschikt voor frequentieregeling. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD10 |
Toe te passen maatregel | Scheid de luchttoevoer naar de koelinstallatie van de warme lucht uit de koelinstallatie. Wanneer een condensor binnen staat wordt de warmte van de condensor overgedragen aan de te koelen lucht. Door het plaatsen van een apart aanzuigkanaal vanuit de buitenlucht of een onverwarmde ruimte kan de te koelen lucht worden gescheiden van de warme afgegeven lucht van de condensor. Hierdoor verbruikt de koelinstallatie minder elektriciteit. |
Huidige situatie | Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de luchttoevoer en de afgegeven warme lucht van de condensor in dezelfde ruimte terechtkomen, waardoor deze opwarmt. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De condensor staat binnen en de buitenlucht kan worden aangezogen met een aanzuigkanaal korter dan 5Ā m. De maatregel is niet toepasbaar bij stekkerklare koelmeubels. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD11 |
Toe te passen maatregel | Pas een condensordrukregeling op buitenluchttemperatuur toe op de koelinstallatie. Door het toepassen van een automatische condensordrukregeling op basis van de buitenluchttemperatuur, zal de condensortemperatuur op jaarbasis gemiddeld dalen. Hierdoor werkt de koelinstallatie efficiƫnter. |
Huidige situatie | Er is een koelinstallatie met een vermogen van ten minste 20Ā kWth aanwezig, die is voorzien van een elektronisch expansieventiel en die werkt met een vaste condensordruk gedurende het gehele jaar. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De bestaande software kan worden aangepast met een variabel condensorsetpoint. De regelkast van de koelinstallatie is bereikbaar en geschikt voor de toevoeging van een buitentemperatuursensor. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD12 |
Toe te passen maatregel | Gebruik de restwarmte van de condensors van de koelinstallatie. Door middel van een extra warmtewisselaar in het persgascircuit kan de restwarmte uit de condensors nuttig worden gebruikt. |
Huidige situatie | Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de warmte van de condensors niet nuttig wordt gebruikt. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: de beschikbare warmte kan ten minste 1.000 uur per jaar nuttig worden ingezet. |
Technische randvoorwaarden | Er is ten minste 50Ā kWth aan warmte van de condensor beschikbaar. Het moet technisch mogelijk zijn om de warmte nuttig te gebruiken. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD13 |
Toe te passen maatregel | Pas dagafdekking toe bij semi-verticale koelmeubels. Door het toepassen van dagafdekking bij een semi-verticaal koelmeubel vindt er minder koudeverlies plaats vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming. |
Huidige situatie | Er zijn semi-verticale koelmeubels aanwezig zonder dagafdekking. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: het koelmeubel is meer dan 7.200 uur per jaar in gebruik. |
Technische randvoorwaarden | Het semi-verticale koelmeubel moet geschikt zijn voor het plaatsen van dagafdekking. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD14 |
Toe te passen maatregel | Plaats LED-armaturen in gekoelde cellen. Door het vervangen van TL verlichting in gekoelde ruimten door LED-armaturen wordt het vermogen van de verlichting beperkt. Naast de beperking van het elektrische vermogen wordt ook de warmtelast verlaagd waardoor er minder koeling nodig is. |
Huidige situatie | In de gekoelde cellen zijn armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8 of TL5) aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak regelmatig de verlichtingsarmaturen schoon. |
Onderwerp | Productkoeling |
---|---|
Nummer maatregel | FD15 |
Toe te passen maatregel | Pas heetgasontdooiing toe op de vriesinstallatie. Om een goede koeling mogelijk te maken dient ijsvorming voorkomen te worden. Door het toepassen van heetgasontdooiing bij plaatsing van een nieuwe vriesinstallatie kan energie bespaard worden. |
Huidige situatie | Er is een vriesinstallatie aanwezig waarbij een regeling voor ontdooiing ontbreekt. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de werking van de heetgasontdooiing. Er mag in principe geen ijsaangroei op de verdamper zichtbaar zijn. |
Categorie: Grootkeukenapparatuur
Onderwerp | Grootkeukenapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | FE1 |
Toe te passen maatregel | Vervang de infrarood-salamander door een salamander met automatische pan/bord detectie. Door het vervangen van de infrarood-salamander door een salamander met pan/bord detectie kan worden voorkomen dat deze onnodig aanstaat wanneer deze niet in gebruik is. |
Huidige situatie | Er zijn Ć©Ć©n of meer infrarood-salamanders aanwezig waarbij een aan/uit- of tijdschakelaar ontbreekt. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.700 gebruiksuren van de salamander per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Grootkeukenapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | FE2 |
Toe te passen maatregel | Pas hot-fill toe bij bestaande vaatwasapparatuur in grootkeukens. Door het toepassen van warmwater uit een bestaande warmwateraansluiting in vaatwasapparatuur (hot-fill) wordt warm water gebruikt dat op een efficiƫntere manier is geproduceerd. Dit is bijvoorbeeld het geval als het water is opgewarmd met een warmtepomp, een zonneboiler en/of restwarmte. |
Huidige situatie | Er is een horeca vaatwasser aanwezig die is aangesloten op een koudwaterleiding. Het warme tapwater wordt op een efficiƫnte manier opgewekt zoals bijvoorbeeld met restwarmte van de koeling, een zonneboiler of een warmtepomp. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 400 gebruiksuren van de vaatwasser per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De warmwaterleiding ligt nabij de vaatwasser. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Grootkeukenapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | FE3 |
Toe te passen maatregel | Pas een dubbelwandige vaatwasser toe in grootkeukens. Door het toepassen van een energiezuinige dubbelwandige horecavaatwasser vindt minder warmteverlies plaats door de wanden van de vaatwasser. Daardoor wordt energie bespaard. |
Huidige situatie | Er is een enkelwandige horeca vaatwasser aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: bij meer dan 400 gebruiksuren van de vaatwasser per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Grootkeukenapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | FE4 |
Toe te passen maatregel | Pas een laagdebiet afzuigkap toe bij grootkeukens. In een laagdebiet afzuigkap zijn luchttoevoercompartimenten aangebracht voor het inblazen van lucht aan de onder- en/of binnenzijde van de luifelranden. Dit leidt tot betere afvangprestaties dan bij een conventionele afzuigkap, waardoor de afzuigkap met een lager debiet kan werken. Dat zorgt voor energiebesparing. |
Huidige situatie | Er is een conventionele afzuigkap aanwezig zonder extra luchttoevoercompartimenten. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: bij meer dan 3.200 draaiuren van de afzuigkap per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig de afzuigkap volgens het interval zoals aangegeven in de leveranciersvoorschriften. |
Onderwerp | Grootkeukenapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | FE5 |
Toe te passen maatregel | Pas een elektrisch frituurtoestel toe in plaats van een gasgestookt toestel. Door het vervangen van het huidige frituurtoestel op gas door een elektrisch frituurtoestel wordt het warmteverlies naar de omgeving verminderd. Hierdoor neemt de efficiƫntie toe. |
Huidige situatie | Er is een gasgestookt frituurtoestel aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: het elektriciteitsgebruik is ten minste 50.000Ā kWh en het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000Ā m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Grootkeukenapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | FE6 |
Toe te passen maatregel | Pas een elektrische combisteamer toe in plaats van een gasgestookte variant. Door het toepassen van een elektrische combisteamer in plaats van een gasgestookte combisteamer kan op aardgas worden bespaard. |
Huidige situatie | Er is een gasgestookte combisteamer aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: het elektriciteitsgebruik is ten minste 50.000Ā kWh en het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000Ā m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Ovens
Onderwerp | Ovens |
---|---|
Nummer maatregel | FF1 |
Toe te passen maatregel | Pas een rookgasklep toe in het rookgaskanaal van de gasgestookte oven om warmteverlies te beperken. Toepassen van rookgaskleppen bij ovens om warmteverlies als gevolg van thermische trek te voorkomen, wanneer de brander van de oven uitgeschakeld is en de oven nog warm is. Met deze maatregel koelt de oven minder snel af, waarmee energie wordt bespaard. |
Huidige situatie | Er is een gasgestookte oven aanwezig, waarbij het rookgaskanaal niet is voorzien van een rookgasklep. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 gebruiksuren van de oven per jaar en een aardgasgebruik van ten hoogste 170.000Ā m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De huidige ontsteking van de brander is geschikt om een rookgasklep te kunnen besturen. De oven heeft een thermisch vermogen van ten minste 40Ā kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Ovens |
---|---|
Nummer maatregel | FF2 |
Toe te passen maatregel | Pas modulerende branders in ovens toe.Door het toepassen van modulerende branders in ovens wordt het brandervermogen beter geregeld op basis van de warmtevraag, waardoor minder stilstands- en opstartverliezen plaatsvinden. Bij een gastoevoerdruk van meer dan 50Ā mbar zijn een apart gasfilter en een aparte drukregelaar nodig. |
Huidige situatie | Er is een gasgestookte oven met een brandervermogen van tenminste 100Ā kW aanwezig zonder modulerende branders. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 2.100 gebruiksuren van de oven per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Terreinverlichting
Onderwerp | Terreinverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | FG1 |
Toe te passen maatregel | Plaats een tijdklok samen met een daglichtregeling als de verlichting op vaste tijden moet branden terwijl het donker is. Door het gebruik van een tijdklok samen met een daglichtregeling staan lampen die op vaste uren moeten branden niet onnodig aan. |
Huidige situatie | De buitenverlichting heeft geen tijdklok en/of geen daglichtregeling op plaatsen waar de verlichting op vaste uren moet branden terwijl het donker is. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing bij verlichting die om veligheidsredenen de gehele nacht aan moet blijven. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak regelmatig de sensoren van de verlichtingsregeling schoon en controleer jaarlijks de instellingen van de tijdklok. |
Onderwerp | Terreinverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | FG2 |
Toe te passen maatregel | Plaats een bewegingssensor op plaatsen waar de lampen niet altijd aan hoeven te zijn. Door het plaatsen van een bewegingssensor op plaatsen waar de terreinverlichting alleen aan hoeft te zijn als er mensen aanwezig zijn, staan lampen niet onnodig aan. |
Huidige situatie | Er zijn lampen zonder een bewegingssensor aanwezig op plaatsen waar alleen verlichting nodig is als er mensen aanwezig zijn. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.100 onnodige branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing bij verlichting die om veligheidsredenen de gehele nacht aan moet blijven. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak regelmatig de sensoren van de verlichtingsregeling schoon. |
Onderwerp | Terreinverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | FG3 |
Toe te passen maatregel | Plaats extra schakelaars voor de veldverlichting per veld. Door het plaatsen van extra schakelaars om de veldverlichting per veld te kunnen schakelen, die na een gekozen tijd automatisch uit gaan, worden velden niet onnodig verlicht. |
Huidige situatie | De veldverlichting kan alleen voor meerdere velden tegelijkertijd worden geschakeld. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 11Ā kW aan verlichting per veld. |
Technische randvoorwaarden | Per veld zijn al aparte kabels voor de stroomvoorziening aanwezig. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Terreinverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | FG4 |
Toe te passen maatregel | Vervang op een lichtmast de armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen door LED-armaturen. Door op een lichtmast armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt. De lichtmast blijft behouden. |
Huidige situatie | Er zijn lichtmasten met armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen (kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI) aanwezig, waarbij het armatuur kan worden vervangen zonder de mast te vervangen. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Het LED-armatuur kan worden toegepast op de bestaande lichtmast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Terreinverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | FG5 |
Toe te passen maatregel | Vervang bij terreinverlichting zonder mast de armaturen met gasontladingslampen door LED-armaturen. Door bij terreinverlichting, die niet op een mast staat, het armatuur met gasontladingslampen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er is terreinverlichting die niet op een mast staat aanwezig met armaturen met een van de volgende gasontladingslampen: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Categorie: Zwembad
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH1 |
Toe te passen maatregel | Vervang in bestaande kozijnen en ramen in de zwembadruimte het enkelglas door HR++ glas. Door het bestaande enkel glas te vervangen door HR++ glas wordt warmteverlies beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn ramen of kozijnen met enkel glas aanwezig in de verwarmde zwembadruimtes. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | HR++ glas kan in het bestaande kozijn of raam worden geplaatst. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH2 |
Toe te passen maatregel | Pas isolatie toe op ongeĆÆsoleerde zwembadwaterleidingen in een zwembad. Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,4Ā m2K/W rondom zwembadwaterleidingen, flenzen en appendages wordt het warmteverlies verminderd. |
Huidige situatie | Er zijn ongeĆÆsoleerde zwembadwaterleidingen en appendages aanwezig, die zich bevinden in een binnenopsteling. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De leidingen zijn goed bereikbaar. De gemiddelde temperatuur van het water in de leidingen is hoger dan de gemiddelde temperatuur van de omgeving waarin de leidingen en appendages zich bevinden. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie. Voer eenmaal per 5 jaar een warmtemeting uit. |
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH3 |
Toe te passen maatregel | Dek het zwembad af met zwembadafdekking buiten de openingstijden. Door het afdekken van een rechthoekig zwembad na sluitingstijd wordt warmteverlies via verdamping tegengegaan. |
Huidige situatie | Er is een rechthoekig zwembad aanwezig dat onafgedekt achterblijft wanneer het zwembad gesloten is. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Afdekking buiten gebruikstijden mag niet leiden tot overschrijding van de grenswaarden voor vluchtige stoffen in het zwembadwater. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH4 |
Toe te passen maatregel | Plaats een glijbaanafsluiter op de uitgang van de waterglijbaan, die deels buiten de gebouwschil loopt. Door aan de uitgang onderaan de glijbaan een glijbaanafsluiter te plaatsen, wordt warmteverlies voorkomen. De afkoeling van de lucht blijft beperkt tot de inhoud van de glijbaan. |
Huidige situatie | Er is bij een verwamd en overdekt zwembad een ongeĆÆsoleerde waterglijbaan aanwezig, die gedeeltelijk buiten de gebouwschil loopt. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasverbruik is ten hoogste 170.000Ā m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Plaats de glijbaanafsluiter als de glijbaan buiten bedrijf is. |
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH5 |
Toe te passen maatregel | Isoleer de wanden van het zwembassin. Door het plaatsen van isolatieplaten met een Rd-waarde van ten minste 1,8Ā m2K/W wordt warmteverlies door de wanden van het zwembassin beperkt. |
Huidige situatie | Er is een verwarmd zwembassin aanwezig met ongeĆÆsoleerde wanden. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De gemiddelde temperatuur van het zwembadwater is hoger dan de gemiddelde temperatuur van de omgeving waarin de wanden van het zwembassin zich bevinden. De wanden van het zwembassin zijn goed bereikbaar. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie. |
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH6 |
Toe te passen maatregel | Win warmte terug uit het spoelwater door gebruik te maken van een spoelwaterbuffer. Door gebruik te maken van een spoelwaterbuffer kan warmte uit het spoelwater van het zwembad worden teruggewonnen met een warmtewisselaar. |
Huidige situatie | Er is een verwarmd zwembad aanwezig waarbij het warme spoelwater wordt geloosd op het riool. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Er is voldoende ruimte voor het plaatsen van een spoelwaterbuffer van tenminste 5Ā m3. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH7 |
Toe te passen maatregel | Pas een HR-ketel toe voor zwembadwaterverwarming. Door de bestaande ketel te vervangen door een hoogrendement HR-107 ketel wordt de efficiƫntie van de verwarming van het zwembadwater verhoogd. |
Huidige situatie | Er wordt gebruik gemaakt van een conventionele of verbeterde rendementketel voor het verwarmen van het zwembadwater. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 2.300 bedrijfsuren van het zwembad per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH8 |
Toe te passen maatregel | Verbeter de isolatie van het dak van het zwembad. Een zwembad heeft over het algemeen een hoge binnentemperatuur. Door het dak (verder) te isoleren tot een Rc-waarde van 6,3Ā m2K/W wordt het warmteverlies beperkt en is er minder energie nodig om het zwembad te verwarmen. De isolatie kan worden aangebracht bovenop of onder de dakbedekking (omgekeerd dak of warm dak). |
Huidige situatie | Het dak van de zwembadruimte is niet of onvoldoende geĆÆsoleerd (Rc-waarde kleiner dan 2,0Ā m2K/W). |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Zwembad |
---|---|
Nummer maatregel | FH9 |
Toe te passen maatregel | Pas een efficiƫnte warmtewisselaar toe op de balansventilatie van het zwembad. Door een dubbele kruisstroomwarmtewisselaar toe te passen in de balansventilatie van het zwembad wordt het warmteverlies beperkt. |
Huidige situatie | In het zwembad is mechanische toe- en afvoer van ventilatielucht zonder warmteterugwinning, of met warmteterugwinning door middel van een twincoilsysteem aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De luchttoevoer- en afvoerkanalen liggen in elkaars nabijheid. De warmte uit de ventilatielucht wordt niet met behulp van een warmtepomp teruggewonnen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon. |
Categorie: Serverruimte
Onderwerp | Serverruimte |
---|---|
Nummer maatregel | FI1 |
Toe te passen maatregel | Pas virtualisatie en consolidatie toe bij servers. Door middel van virtualisatie en consolidatie (het intern of extern samenvoegen van werklast) wordt het aantal in gebruik zijnde servers teruggebracht. |
Huidige situatie | Er zijn meerdere fysieke servers aanwezig met een totaal opgesteld vermogen ten minste 5Ā kW, waarbij de beschikbare verwerkingscapaciteit groter is dan de actuele behoefte aan verwerkingscapaciteit. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De door de virtualisatie en consolidatie gereduceerde servercapaciteit is voldoende om pieken in de vraag naar capaciteit op te vangen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Serverruimte |
---|---|
Nummer maatregel | FI2 |
Toe te passen maatregel | Stel geautomatiseerd energiebeheer in op servers. Door het instellen van geautomatiseerd energiebeheer (power management) past de server zijn energiegebruik aan op de actuele vraag naar verwerkingscapaciteit. Het afstemmen kan door het instellen van een passend dynamisch power management profiel (balanced mode). De instellingen op het niveau van de hardware (BIOS) en het operating system moeten zodanig zijn dat de server alle mogelijkheden voor het aanpassen van het energiegebruik kan benutten. |
Huidige situatie | Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5Ā kW. Er is sprake van een gemiddelde CPU-belasting van minder dan 80%. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De op de server geplaatste applicaties zijn niet zodanig vertragingsgevoelig dat vertragingen van enkele microseconden problematisch zijn. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Serverruimte |
---|---|
Nummer maatregel | FI3 |
Toe te passen maatregel | Neem een laagbelaste Uninterrupted Power Supply (UPS) uit bedrijf. Door de belasting van UPS-en (Batterijen) te optimaliseren kan een maximale conversie efficiƫntie worden bereikt. Door het uit bedrijf nemen van laagbelaste UPS-en (<30%) en/of het gebruik van modulaire UPS-en kan de belasting van de UPS-en zodanig worden verhoogd dat een conversie efficiƫntie van tenminste 96% wordt bereikt. |
Huidige situatie | Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5Ā kW en deze is aangesloten op meerdere UPS-en. Ten minste Ć©Ć©n UPS wordt gemiddeld minder dan 30% belast. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Er zijn voldoende UPS-en actief om de nagestreefde redundantie in de serverruimte te waarborgen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Monitor en registreer (automatisch) de UPS-efficiƫntie en de geleverde vermogens en analyseer de uitkomsten. |
Onderwerp | Serverruimte |
---|---|
Nummer maatregel | FI4 |
Toe te passen maatregel | Pas een buitenluchtklep toe voor koeling van de serverruimte. Bij kleine serverruimtes die grenzen aan de buitenlucht kan een geautomatiseerde buitenluchtklep een effectieve maatregel zijn. Door het toepassen van een buitenluchtklep met sensoren voor luchtvochtigheid en temperatuur kan worden gekoeld met buitenlucht en kan de inzet van de koelinstallatie worden verminderd. |
Huidige situatie | Er is een compressiekoelinstallatie aanwezig voor de koeling van de serverruimte. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De serverruimte grenst met ten minste Ć©Ć©n zijde aan een buitengevel om een gestuurde buitenluchtklep te kunnen installeren. De aangezogen buitenlucht bevat geen stoffen die voor vervuiling of schade aan de installaties kan zorgen. Indien aangezogen lucht voor de installatie schadelijke stoffen bevat moet er een filterinstallatie geplaatst kunnen worden. Het opgestelde vermogen in de serverruimte is ten minste 5Ā kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de vocht- en temperatuursensoren van de buitenluchtklep volgens leveranciersvoorschriften en reinig deze indien nodig. |
Onderwerp | Serverruimte |
---|---|
Nummer maatregel | FI5 |
Toe te passen maatregel | Pas een energiezuinige koelinstallatie toe voor de koeling van serverruimten. Vervang bestaande directe expansie koelinstallaties door nieuwe efficiƫntere koelinstallaties. Door lagere condensatietemperaturen in tussenseizoen en winter verbetert de efficiƫntie substantieel en wordt energie bespaard. |
Huidige situatie | Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5Ā kW. Voor het koelen van deze ruimte wordt gebruik gemaakt van een koelinstallatie met directe expansiekoeling. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De COP (Coefficient of performance) van de huidige koelinstallatie is 3,5 of lager. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Serverruimte |
---|---|
Nummer maatregel | FI6 |
Toe te passen maatregel | Breng een scheiding aan tussen de koude aanvoerlucht en de warme afvoerlucht in de datazaal. Door het aanbrengen van gangafdekking, deuren en blindplaten worden koude en warme compartimenten gecreƫerd. Dat voorkomt vermenging van koude aanvoerlucht waarmee de apparatuur wordt gekoeld, en de warme lucht die naar buiten wordt afgevoerd. Hierdoor neemt de efficiƫntie van de koeling toe. |
Huidige situatie | Er vindt vermenging plaats van aan- en afvoerlucht in de serverruimte. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de afdichting van de compartimenten en de plaatsing van de blindplaten. |
Categorie: Roltrap
Onderwerp | Roltrap |
---|---|
Nummer maatregel | FJ1 |
Toe te passen maatregel | Pas aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of met onderbrekende roltrapbesturing toe. Door het toepassen van een aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of een onderbrekende roltrapbesturing, wordt de roltrap stilgezet of vertraagd als er geen aanbod is van personen. |
Huidige situatie | Er is een roltrap aanwezig die continu in bedrijf is en die niet is uitgevoerd met een aanbodafhankelijke regeling. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.600 bedrijfsuren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De roltrap moet geschikt zijn voor een aanbodsafhankelijke regeling of onderbrekende roltrapbesturing. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Zet de roltrap uit buiten openingstijden. |
Categorie: Zonnepanelen
Onderwerp | Zonnepanelen |
---|---|
Nummer maatregel | FK1 |
Toe te passen maatregel | Plaats zonnepanelen op het dak. Door de plaatsing van zonnepanelen wordt duurzame elektriciteit opgewekt. Daarmee wordt bespaard op de inkoop van elektriciteit via het elektriciteitsnet. |
Huidige situatie | Er is een grootverbruikaansluiting voor elektriciteit (meer dan 3x80 A). Er is ten minste 2.000Ā m2 aan geschikt dakoppervlak beschikbaar voor het plaatsen van minimaal 300Ā kWp aan zonnepanelen. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Het dak heeft voldoende vrije draagkracht voor de plaatsing van zonnepanelen en bijbehorende ballast. De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet. Het dak hoeft de komende 10 jaar niet te worden gerenoveerd. De verzekeraar gaat akkoord met plaatsen van de zonnepanelen zonder dat dit tot een significante prijsstijging van de verzekeringspremie leidt. Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. Bij een installatie van 300Ā kWp kan alle opgewekte energie direct in het gebouw worden gebruikt. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak de zonnepanelen jaarlijks schoon. Controleer regelmatig of de verwachte productie gehaald wordt of laat dit monitoren. |
Onderdeel 2. Processen
Categorie: Natlakspuitcabines
Onderwerp | Natlakspuitcabines |
---|---|
Nummer maatregel | PA1 |
Toe te passen maatregel | Pas een omschakelmodule toe om de ventilatiestand van de spuitcabine automatisch van ventilatie- naar circulatie te schakelen. Tijdens het spuitproces moet er voldoende ventilatie met verse buitenlucht zijn. Na de nadraaitijd kan de spuitcabine daarom worden geschakeld naar circulatiestand, zodat er minder koude buitenlucht opgewarmd hoeft te worden. Dit kan door het toepassen van een omschakelmodule gekoppeld aan het persluchtsysteem van de spuitcabine. De recirculerende lucht wordt weer opgewarmd in de luchtbehandelingskast. Tijdens het drogen is er niemand aanwezig in de spuitcabine. |
Huidige situatie | Er is een spuitcabine van 10Ā m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 600 gebruiksuren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het luchtbehandelingssysteem kan worden omgebouwd voor recirculatie (kanaalwerk van de afvoerlucht koppelen aan luchtbehandelingskast, aanbrengen recirculatiekleppen, et cetera). |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Natlakspuitcabines |
---|---|
Nummer maatregel | PA2 |
Toe te passen maatregel | Win de warmte terug uit de ventilatielucht van de spuitcabine. Bij warmteterugwinning uit ventilatielucht bij een spuitcabine wordt de verse buitenlucht voorverwarmd met restwarmte uit de afgezogen ventilatielucht. Door warmte terug te winnen is er minder energie nodig om buitenlucht te verwarmen. Er zijn verschillende systemen op de markt zoals een kruisstroomwisselaar of een twincoilsysteem. Welk systeem het beste kan worden toegepast is afhankelijk het aanwezige ventilatiesysteem en de beschikbare ruimte. |
Huidige situatie | Er wordt geen warmte teruggewonnen uit de ventilatielucht van de spuitcabine. Er is een spuitcabine van 10Ā m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie met luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 800 uur droogtijd door de spuitcabine per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon. Controleer de filters regelmatig en vervang deze tijdig. |
Onderwerp | Natlakspuitcabines |
---|---|
Nummer maatregel | PA3 |
Toe te passen maatregel | Pas een openbrandersysteem toe voor de verwarming van de spuitcabine. Door het toepassen van een openbrandersysteem bij spuitcabines worden de rookgassen van de brander(s) gemengd met de ventilatielucht en worden deze niet eerst naar buiten afgevoerd. Hierdoor wordt het warmteverlies van het systeem beperkt, doordat er geen warmte-overdracht hoeft plaats te vinden. |
Huidige situatie | Er is een conventioneel brandersysteem aanwezig bij de spuitcabine, waarbij de rookgassen en de warmte daaruit direct naar buiten worden afgevoerd. Er is een spuitcabine van 10Ā m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 800 uur droogtijd in de spuitcabine per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 600 uur droogtijd in de spuitcabine per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De huidige schakelkast is geschikt voor de ombouwing. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Natlakspuitcabines |
---|---|
Nummer maatregel | PA4 |
Toe te passen maatregel | Gebruik hangschakelaars voor het spuitpistool om de afzuiging van de spuitcabine te beperken. Tijdens spuitwerkzaamheden is een grote hoeveelheid verse lucht van ten minste 20Ā Ā°C nodig. Door gebruik te maken van hangschakelaars wordt de afzuiging automatisch in debiet verminderd wanneer het handspuitpistool wordt opgehangen aan deze schakelaar. Zo wordt er alleen op hoog debiet afgezogen wanneer er daadwerkelijk wordt gespoten. Hiermee wordt het energiegebruik van de ventilatoren en de luchtverwarming verminderd. De afzuiging moet zodanig worden teruggeregeld dat de over- of onderdruk van de spuitcabine behouden blijft. |
Huidige situatie | De spuitcabine beschikt over debietregeling, maar is niet voorzien van automatische (hang)schakelingen. Er is een spuitcabine van 10Ā m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.000 bedrijfsuren van de spuitcabine per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 700 bedrijfsuren van de spuitcabine per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Natlakspuitcabines |
---|---|
Nummer maatregel | PA5 |
Toe te passen maatregel | Pas infrarooddrogers toe als droogsysteem voor spotreparaties. spotreparaties (zoals een kleine deuk, kras of buts) is het toepassen van infrarooddrogers een energiezuiniger alternatief voor het gebruik van de spuitcabine, doordat hiermee niet de gehele cabine hoeft te worden verwarmd. |
Huidige situatie | Er is een spuitcabine van 10m2 of groter aanwezig en bij het uitvoeren van spotreparaties wordt de droogfunctie van deze cabine gebruikt. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Drogen
Onderwerp | Drogen |
---|---|
Nummer maatregel | PB1 |
Toe te passen maatregel | Pas vermogensregeling toe op de ventilatietoevoer naar de droogkamer. Door het toepassen van toerenregeling of andere vermogensregeling op de ventilatietoevoer naar de droogkamer kan het ventileren worden beperkt. Hierdoor neemt het energiegebruik van de ventilatie af. |
Huidige situatie | Er is een droogkamer aanwezig, waarbij een toerenregeling of andere vermogensregeling ontbreekt op de ventilatietoevoer naar de droogkamer. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.500 bedrijfsuren van de droogkamer per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De ventilatoren zijn geschikt voor toepassing van een vermogensregeling. De bestaande besturing beschikt over een analoge uitgang. In de bestaande regelkast is voldoende ruimte voor het plaatsen van een frequentieregelaar. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Drogen |
---|---|
Nummer maatregel | PB2 |
Toe te passen maatregel | Pas een vochtsensor inclusief regeling toe in de uittredelucht van droogprocessen. Door toepassing van een vochtsensor, inclusief regeling op basis van het vochtgehalte van de uittredelucht, kan het recirculatiedebiet van de drooglucht worden verhoogd. Dat zorgt voor energiebesparing door de vermindering van verse luchttoevoer op lage temperatuur. Door toepassing van de vochtsensor kan tot 95Ā % van de uittredelucht worden gerecycled. |
Huidige situatie | Er is een droogproces aanwezig zonder vochtsensor en bijbehorende regeling voor het recirculeren van drooglucht. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 2.000 gebruiksuren van het droogproces. |
Technische randvoorwaarden | Het thermisch vermogen van de luchtverhitter is ten minste 50Ā kWth. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Procesbaden
Onderwerp | Procesbaden |
---|---|
Nummer maatregel | PC1 |
Toe te passen maatregel | Pas een warmtepomp toe voor de verwarming van een procesbad. De bestaande externe elektrische verwarming (heater) van een procesbad wordt vervangen door een externe hoge temperatuur (HT) warmtepomp. Het toepassen van een warmtepomp is energie-efficiƫnter. |
Huidige situatie | Er is een procesbad aanwezig dat wordt verwarmd met een extern elektrisch verwarmingselement bij een aanvoertemperatuur tot 80Ā Ā°C en met een minimaal thermisch vermogen van 25Ā kW. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 5.000 bedrijfsuren van het procesbad per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er is een warmtebron beschikbaar op minimaal 35Ā Ā°C vloeistoftemperatuur (bijvoorbeeld koelwater). De warmtebron heeft een voldoende hoge flow om te voorzien in de warmtevraag wanneer deze circa 5 graden wordt afgekoeld. Er is voldoende ruimte beschikbaar voor plaatsing van de warmtepomp. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer minimaal jaarlijks de effectieve en efficiƫnte werking van de warmtepomp. |
Onderwerp | Procesbaden |
---|---|
Nummer maatregel | PC2 |
Toe te passen maatregel | Isoleer de wanden van een verwarmd procesbad. Door het toepassen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van tenminste 1,5Ā m2 K/W en kunststof of roestvrijstalen (RVS) beplating wordt warmteverlies door de badwanden verminderd bij verwarmde procesbaden. |
Huidige situatie | Er is een procesbad aanwezig waarvan de wanden niet zijn geĆÆsoleerd. Het procesbad wordt verwarmd tot een temperatuurverschil van ten minste 20Ā Ā°C ten opzichte van de omgeving. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie. |
Onderwerp | Procesbaden |
---|---|
Nummer maatregel | PC3 |
Toe te passen maatregel | Dek warme procesbaden af om het warmteverlies te beperken. Door het afdekken van warme procesbaden buiten bedrijfstijden wordt verdampingsverlies tegengegaan. |
Huidige situatie | Het procesbad, gevuld met warm (ongeveer 80Ā Ā°C) water of waterige vloeistof voor reinigen, spoelen of fluxen, wordt niet afgedekt buiten bedrijfstijden. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het is mogelijk om het verwarmde procesbad meer dan 900 uur per jaar af te dekken. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer minimaal jaarlijks of de afdekking nog van goede kwaliteit is en of deze beschadigd is. |
Categorie: Procesapparatuur
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD1 |
Toe te passen maatregel | Optimaliseer de procesparameters van procesapparatuur. Bepaal de optimale procesparameters zoals opwarmtijd, koeltijd, draaiuren, druk en temperatuur van de procesapparatuur en regel deze in, zodat er minimaal energiegebruik is met een gelijkblijvende productkwaliteit. |
Huidige situatie | Er is procesapparatuur met een vermogen van ten minste 100Ā kW aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.800 gebruiksuren van de procesapparatuur per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De apparatuur is al voorzien van aansturingssoftware met energiemonitoringsfunctionaliteit, maar deze is nog niet ingeregeld. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD2 |
Toe te passen maatregel | Zuig warme lucht af bij grote warmteproducerende apparaten zodat de ruimte minder hoeft te worden gekoeld. Door de warme afblaaslucht van de warmteproducerende installaties naar buiten af te voeren blijft de warmte niet in de geconditioneerde ruimte. Dit vermindert de vraag naar koude, waardoor de koelmachine minder hard hoeft te werken. Dit bespaart op het gebruik van elektriciteit. |
Huidige situatie | Er zijn warmteproducerende installaties aanwezig, bestaande uit een apparaat of een cluster van apparaten met een totaal vermogen van ten minste 10Ā kW, waarvan de warme afblaaslucht met Ć©Ć©n installatie is af te zuigen. De ruimte waarin de warmteproducerende apparaten staan opgesteld wordt actief gekoeld. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.200 gebruiksuren van het apparaat per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van het buisrooster voor afzuiging bij de apparatuur. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verplaats warmteproducerende apparatuur naar buiten de gekoelde ruimte. |
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD3 |
Toe te passen maatregel | Regel het luchtafzuigdebiet bij droog- en moffelovens op basis van de bezettingsgraad. Door een droog- of moffeloven uit te rusten met een bezettingsgraadmeter en een frequentieregelaar kan de hoeveelheid ventilatie worden geminimaliseerd bij een lagere bezetting. Hierdoor hoeft er minder buitenlucht te worden opgewarmd. |
Huidige situatie | Er is een droog- of moffeloven aanwezig, waarbij de ventilator van de droogoven niet wordt geregeld en bij gebruik altijd op een vaste capaciteit draait. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De ventilator is geschikt voor toepassing van een frequentieregelaar. In de bestaande regelkast is voldoende ruimte voor het plaatsen van een frequentieregelaar. De bestaande besturing beschikt over een analoge uitgang. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD4 |
Toe te passen maatregel | Pas een hoogfrequente HR-lader toe voor het opladen van tractiebatterijen. Door de toepassing van een hoogfrequente HR-lader voor het opladen van tractiebatterijen neemt de efficiƫntie van het oplaadproces fors toe. Tractiebatterijen worden gebruikt in voertuigen voor intern transport zoals vorkheftrucks. |
Huidige situatie | Er is een lader voor tractiebatterijen aanwezig die niet als hoogfrequente HR-lader is uitgevoerd. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 400 laadcycli per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De huidige accu's zijn geschikt voor hoogfrequent laden. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD5 |
Toe te passen maatregel | Plaats een filter op de afvoerlucht van de snipperafzuiger en blaas de afgezogen lucht terug de ruimte in. Door het plaatsen van een filterinstallatie op de snipperafzuiger kan de afgezogen lucht worden teruggeblazen in de verwarmde ruimte. Daardoor wordt de afvoer van warme lucht beperkt. |
Huidige situatie | Er is een snipperafzuiger aanwezig die staat opgesteld in een verwarmde ruimte. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.000 draaiuren van de snipperafzuiger per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De gefilterde lucht mag geen vervuiling in schadelijke concentraties bevatten. Houd geldende wetgeving voor de desbetreffende locatie aan. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer en vervang de filters voordat deze verzadigd zijn. Verminder luchtvervuilingsbronnen waardoor het ventilatievoud lager kan zijn. |
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD6 |
Toe te passen maatregel | Pas een frequentieregelaar toe op de ventilator van de centrale stofafzuiging. Door het toepassen van een frequentieregeling op de ventilatoren van de centrale stofafzuiging, kan het debiet beter worden geregeld op basis van de vraag. |
Huidige situatie | Er is een centrale stofafzuiging aanwezig die meerdere werkplekken bedient, maar waarvan de ventilator niet frequentiegeregeld is. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.600 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er mag geen stof neerslaan in het systeem als gevolg van de verlaging van de motorsnelheid. De frequentieregelaar kan in de bestaande regelkasten, Ć³f nabij de elektromotor geplaatst worden. De ventilator van de centrale stofafzuiging heeft een efficiencyklasse IE2 of hoger. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer het afzuigsysteem regelmatig op vervuiling. |
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD7 |
Toe te passen maatregel | Plaats een stopknop om het onnodig aanstaan van het centraal stofzuigersysteem te voorkomen. Door het installeren van een stopknop binnen handbereik zal de tijd dat het centrale stofzuigersysteem in bedrijf is afnemen. Hiermee wordt het energiegebruik verminderd. |
Huidige situatie | Er is een centraal stofzuigersysteem aanwezig voor bijvoorbeeld reiniging, handschuren of afstoffing van producten, waarbij geen stopknop is geĆÆnstalleerd. Op het centraal stofzuigersysteem is geen automatische uitschakeling of uitschakeling door een timer aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 1.300 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De stopknop moet geplaatst kunnen worden binnen 3Ā m afstand van de plek waar stof wordt afgezogen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD8 |
Toe te passen maatregel | Plaats een frequentieregelaar om het opgenomen vermogen van het centrale vacuĆ¼msysteem te beperken. Als het centrale vacuĆ¼msysteem continu op onderdruk wordt gehouden, zorgt dit bij lage belasting (weinig afzuigvolume) dat het vacuĆ¼m lager is dan nodig. Door toepassing van frequentieregeling kan het vacuĆ¼msetpoint ook in deellast beter worden gehandhaafd en kan de vacuĆ¼mmotor gemiddeld op een lager toerental draaien. |
Huidige situatie | Er is een industrieel centraal vacuĆ¼msysteem aanwezig. De centrale motor is niet toerengeregeld en houdt continu het centrale vacuĆ¼msysteem op onderdruk. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 700 gebruiksuren van het centrale vacuĆ¼msysteem per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het vacuĆ¼msysteem is voorzien van afsluitbare aansluitpunten. De centrale vacuĆ¼mmotor heeft een efficiencyklasse IE2 of hoger. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig het vacuĆ¼msysteem op lekkages. Controleer regelmatig het vacuĆ¼msetpoint en pas dit zo nodig aan. |
Onderwerp | Procesapparatuur |
---|---|
Nummer maatregel | PD9 |
Toe te passen maatregel | Vervang aanwezige verlichting op of nabij procesapparatuur door LED-verlichting. Door het vervangen van TL-buizen (TL8), spaar-, halogeen- of gasontladingslampen door LED-lampen wordt het energiegebruik van de verlichting beperkt. |
Huidige situatie | Er is verlichting aanwezig op of nabij procesapparatuur die niet is voorzien van LED-lampen. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande lampen zijn eenvoudig bereikbaar en kunnen Ć©Ć©n-op-Ć©Ć©n worden vervangen door LED-lampen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Categorie: Proceswarmte
Onderwerp | Proceswarmte |
---|---|
Nummer maatregel | PE1 |
Toe te passen maatregel | Plaats aanvullende platen in de platenwarmtewisselaar om de warmteoverdracht te vergroten. Door uitbreiding van de warmtewisselaar met meerdere platen wordt het warmteuitwisselend oppervlak van vloeistof-vloeistof platenwarmtewisselaars vergroot en kan meer warmte worden overgedragen. De toevoerstroom hoeft daardoor minder te worden verwarmd en de afvoerstroom minder te worden gekoeld. |
Huidige situatie | Er is een vloeistof-vloeistof warmtewisselaar aanwezig waarbij het huidige temperatuurverschil tussen de beide kanten van de warmtewisselaar 6Ā Ā°C of meer is. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De warmtewisselaar is door het toevoegen van platen uit te breiden met ten minste 20% extra warmtewisselend oppervlak. De extra onttrokken warmte in de uitgebreide platenwarmtewisselaar kan zonder extra aanpassingen in het proces nuttig worden toegepast. Het thermisch vermogen van de huidige platenwarmtewisselaar is ten minste 100Ā kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon. |
Onderwerp | Proceswarmte |
---|---|
Nummer maatregel | PE2 |
Toe te passen maatregel | Isoleer warme productleidingen en appendages. Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,5Ā m2K/W om leidingen en appendages waarin warme producten worden verplaatst wordt het warmteverlies beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn warme productleidingen en appendages zonder isolatie aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De leidingen en appendages zijn goed bereikbaar. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade. |
Onderwerp | Proceswarmte |
---|---|
Nummer maatregel | PE3 |
Toe te passen maatregel | Isoleer de wanden van hoge temperatuur procesvaten om warmteverlies te beperken. Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 0,7Ā m2K/W op de wanden van hoge temperatuur procesvaten wordt warmteverlies naar de omgeving beperkt. Een voorbeeld hiervan is het isoleren van een autoclaaf met een temperatuur van ten minste 60Ā Ā°C. |
Huidige situatie | Het procesvat is niet of beperkt geĆÆsoleerd (minder dan 5Ā mm isolatie). |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 2.200 gebruiksuren van het vat per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De wanden van het hoge temperatuur procesvat zijn goed bereikbaar voor het aanbrengen van isolatiemateriaal. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade. |
Onderwerp | Proceswarmte |
---|---|
Nummer maatregel | PE4 |
Toe te passen maatregel | Isoleer de wanden van verwarmde opslagtanks. Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,5Ā m2K/W rondom verwarmde tanks wordt het warmteverlies beperkt. Bij gesloten tanks moet, indien de constructie dat toestaat, ook het dak van de tank worden geĆÆsoleerd. |
Huidige situatie | Er zijn niet of onvoldoende geĆÆsoleerde enkelwandige opslagtanks in buitenopstelling aanwezig, die worden verwarmd tot ten minste 20Ā Ā°C. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: de tank wordt meer dan 500 uur per jaar verwarmd. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade. |
Onderwerp | Proceswarmte |
---|---|
Nummer maatregel | PE5 |
Toe te passen maatregel | Pas een elektrische verwarmingsmantel toe voor IBC-containers. Door het toepassen van een elektrische verwarmingsmantel voor het vorstvrij houden van een IBC-container (Intermediate Bulk Container) gedurende vorstperiodes hoeft niet de hele ruimte waarin de containers zijn opgesteld te worden verwarmd en is minder energie nodig. |
Huidige situatie | Er zijn IBC-containers aanwezig die met straalkachels op de gewenste temperatuur worden gehouden. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 gebruiksuren van de straalkachel per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Proceswarmte |
---|---|
Nummer maatregel | PE6 |
Toe te passen maatregel | Gebruik het warme en koude water uit de sterilisatiecyclus van producten of goederen voor verwarming en koeling van het sterilisatiewater. Na het steriliseren wordt het warme water in de warme buffer gepompt en na het koelen wordt het koude water naar de koudebuffer gepompt. In een nieuwe sterilisatiebatch kan het nog relatief warme water opnieuw worden gebruikt voor de verwarming en het relatief koude water opnieuw voor de koeling. Zo is voor elke sterilisatiecyclus niet de gehele opwarming en afkoeling van het sproeiwater nodig. Dit zorgt voor een besparing op het gasgebruik van de stoominstallatie en op het elektriciteitsgebruik van de elektrische koelmachine. |
Huidige situatie | Er vindt een sterilisatieproces plaats, waarbij het warme en koude water uit de sterilisatiecyclus niet wordt ingezet voor verwarming en koeling. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.500 batches per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De inhoud van het sterilisatievat is ten minste 100 liter. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Proceswarmte |
---|---|
Nummer maatregel | PE7 |
Toe te passen maatregel | Gebruik de restwarmte uit het blancheerproces door het plaatsen van een warmtewisselaar. Door het plaatsen van een warmtewisselaar bij de uitgaande stroom van de blancheur kan het suppletiewater worden voorverwarmd met spuiwater tot 60Ā Ā°C. |
Huidige situatie | Er is een blancheur aanwezig waarvan het spuiwater wordt geloosd zonder dat hieruit warmte wordt teruggewonnen. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 500 gebruiksuren van de blancheerder per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het reservoir met de warmtewisselaar (coil) kan eenvoudig worden aangesloten op het spui- en suppletiewater van de blancheur. Er is voldoende opstellingsruimte nabij de blancheur. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon. |
Onderwerp | Proceswarmte |
---|---|
Nummer maatregel | PE8 |
Toe te passen maatregel | Gebruik de warmte van folieblazen nuttig voor de verwarming van een dichtbijgelegen ruimte. Warme lucht van de folieblaasinstallatie kan nuttig worden gebruikt voor ruimteverwarming van een aangrenzende productieruimte of een aangrenzend magazijn. Hierdoor hoeft minder energie te worden opgewekt voor verwarming van die ruimte. Het warmeluchttransport gebeurt door middel van een mechanische ventilator met flexibel kanaalwerk en een aantal meters vast leidingwerk. |
Huidige situatie | Er is een folieblazer aanwezig die is voorzien van Internal Bubble Cooling, waarbij de warme lucht naar buiten wordt afgevoerd. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De lengte van het aan te leggen kanaalwerk is minder dan 50Ā m. De naastgelegen ruimtes hebben ten minste gedurende 2.400 uur per jaar een warmtevraag. Er zijn geen additieve geuren of gevaarlijke stoffen aanwezig in de afgezogen warme lucht. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Proceskoeling
Onderwerp | Proceskoeling |
---|---|
Nummer maatregel | PF1 |
Toe te passen maatregel | Plaats een warmtewisselaar om de restwarmte in koelwater te benutten. Door de restwarmte uit het koelwater met een warmtewisselaar terug te winnen, kan deze ergens anders worden ingezet en wordt energie bespaard. |
Huidige situatie | Warm koelwater wordt aan de buitenlucht gekoeld in een open koeltoren, waarbij geen warmte wordt teruggewonnen uit het koelwater. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: de restwarmte is meer dan 2.800 uur per jaar nuttig inzetbaar. Natuurlijk moment: de restwarmte is meer dan 2.200 uur per jaar nuttig inzetbaar. |
Technische randvoorwaarden | De teruggewonnen warmte uit het koelwater kan worden ingezet in een proces of toepassing met een gelijkmatige warmtevraag. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon. |
Onderwerp | Proceskoeling |
---|---|
Nummer maatregel | PF2 |
Toe te passen maatregel | Pas een drycooler toe voor de koeling van procesapparatuur. Door het toepassen van een drycooler voor de koeling van procesapparatuur kan gebruik worden gemaakt van vrij beschikbare koeling uit de buitenlucht als aanvulling op de koelmachine. De efficiƫntie van een drycooler is hoger dan van een compressiekoelmachine. |
Huidige situatie | De procesapparatuur vereist continu koeling (7 dagen per week), die wordt geleverd door een compressiekoelmachine met een water/glycolsysteem met een elektrisch vermogen van ten minste 10Ā kW en zonder vrije koelingfunctie. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 bedrijfsuren van de procesapparatuur per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De warmte van de compressiekoelmachine wordt niet teruggewonnen. Er is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van de drycoolers. Bij plaatsing op het dak moet het dak beschikken over voldoende vrije draagkracht. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Regelmatig onderhouden van de drycoolers volgens leveranciersvoorschriften. |
Onderwerp | Proceskoeling |
---|---|
Nummer maatregel | PF3 |
Toe te passen maatregel | Pas voorkoeling met (leiding)water toe in een proces met ijswaterkoeling. Door in het koelproces een voorkoelstap met leidingwater toe te passen, kan het ijswatergebruik worden beperkt. IJswater wordt dan alleen nog gebruikt voor de laatste koelstap. |
Huidige situatie | Het volledige koeltraject wordt uitgevoerd met ijswater, waarbij gebruik wordt gemaakt van lokale ijswaterkoelers. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.400 bedrijfsuren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er is voldoende ruimte voor een extra koeler. Het opgewarmde (leiding)water moet nuttig kunnen worden gebruikt. Het koelproces kan in twee stappen worden uitgevoerd, met een voor- en een nakoelproces, die direct na elkaar plaatsvinden. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Veehouderijen
Onderwerp | Veehouderijen |
---|---|
Nummer maatregel | PG1 |
Toe te passen maatregel | Pas een voorkoeler met koud (leiding)water toe bij het koelen van melk. Door het voorkoelen van melk met koud (leiding)water zal de koelmachine minder energie gebruiken voor het afkoelen van de melk. Daarnaast wordt het water dat gebruikt wordt voor het schoonmaken van onder andere de melkrobot voorverwarmd, waardoor de proceswaterboiler minder energie gebruikt. |
Huidige situatie | Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de melk niet wordt voorgekoeld en rechtstreeks naar de koelmachine wordt geleid. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Het opgewarmde (leiding)water moet nuttig kunnen worden gebruikt. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon. |
Onderwerp | Veehouderijen |
---|---|
Nummer maatregel | PG2 |
Toe te passen maatregel | Pas een frequentieregelaar toe om het vermogen van de vacuĆ¼mpomp van de melkinstallatie te beperken. Door het plaatsen van een frequentieregelaar op de vacuĆ¼mpomp kan het toerental van de vacuĆ¼mpomp worden geregeld op basis van de (onder)druk. Daarmee wordt het opgenomen vermogen van de vacuĆ¼mpomp beperkt. |
Huidige situatie | Er is een melkinstallatie aanwezig waarvan de vacuĆ¼mpomp niet is voorzien van een frequentieregelaar en die draait op een vast vermogen wanneer de vacuĆ¼minstallatie in bedrijf is. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 bedrijfsuren van de vacuĆ¼mpomp van de melkinstallatie per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De huidige vacuĆ¼mpomp is geschikt voor de toepassing van een frequentieregelaar. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Veehouderijen |
---|---|
Nummer maatregel | PG3 |
Toe te passen maatregel | Pas een energiezuinige regeling toe op infrarood warmtelampen. Door het toepassen van een halveringsschakelaar of een dimmer op de infrarood warmtelampen voor het warm houden van jonge dieren, kan de brandsterkte van de lampen worden aangepast. |
Huidige situatie | Er zijn infrarood warmtelampen aanwezig voor het verwarmen van jonge dieren die niet zijn voorzien van een regeling om de brandsterkte aan te passen. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: bij meer dan 800 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Datacentrum
Onderwerp | Datacentrum |
---|---|
Nummer maatregel | PH1 |
Toe te passen maatregel | Stel een hogere koeltemperatuur in voor de koeling van servers. De setpoint van de zaalkoelers is minimaal gelijk aan de bovengrens van de door ASHRAE aanbevolen temperatuur van 27Ā Ā°C bij gebruik van compressiekoeling of natte koeling. Door het verhogen van de koeltemperatuur kan meer gebruik worden gemaakt van vrije koeling en werkt de koeling efficiĆ«nter. Bij gebruik van 100% droge vrije koeling zijn lagere setpoints dan 27Ā Ā°C toegestaan. |
Huidige situatie | De zaalkoelers van het datacentrum werken met een lagere ruimtetemperatuur dan de maximaal aanbevolen bedrijfstemperatuur voor elektronische apparatuur. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig het ingestelde setpoint. |
Onderwerp | Datacentrum |
---|---|
Nummer maatregel | PH2 |
Toe te passen maatregel | Pas een frequentieregelaar toe om het vermogen van de zaalkoelers te beperken. De zaalkoelers (CRAH's) worden voorzien van een frequentieregelaar waardoor het toerental van de zaalkoelers op temperatuur kan worden geregeld. De ventilatoren draaien daardoor gemiddeld op een lager vermogen, waardoor energie wordt bespaard. |
Huidige situatie | Er zijn zaalkoelers aanwezig die niet zijn voorzien van een frequentieregelaar. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De zaalkoelers kunnen frequentiegeregeld worden. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Datacentrum |
---|---|
Nummer maatregel | PH3 |
Toe te passen maatregel | Pas vrije koeling toe bij de koelinstallatie in het datacentrum. Door vrije koeling te integreren in de koelvoorziening van het datacentrum, kan het gebruik van de compressiekoelinstallatie worden beperkt. Er bestaan verschillende systemen voor vrije koeling zoals directe vrije luchtkoeling, indirecte vrije luchtkoeling of koudwaterproductie met vrije koeling ondersteuning. Welk systeem het beste past hangt af van de specifieke situatie. |
Huidige situatie | Er is een compressiekoelinstallatie aanwezig waarbij geen vrije koeling wordt toegepast. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Bij plaatsing op het dak moet het dak beschikken over voldoende vrije draagkracht. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de instellingen van het koelsysteem en optimaliseer de koelingsetpoints voor een hogere koeltemperatuur. |