Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 8.7a (meten: afstanden aandachtsgebieden)
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Redactionele toelichting
Herplaatst in Staatscourant 11143 van 28-03-2024.
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 10794 (uitgifte: 27-03-2024, regelingnummer: IENW/BSK/549390)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 10794 (uitgifte: 27-03-2024, regelingnummer: IENW/BSK/549390)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
De afstanden voor de aandachtsgebieden, bedoeld in bijlage VII, onder C, bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, worden gemeten:
- a.
bij een weg: vanaf de buitenste kantstrepen van de weg of een verbindingsboog die daarvan aftakt;
- b.
bij een spoorweg: vanaf de buitenste spoorstaven van de spoorbundel als bedoeld in artikel 1 van de Regeling basisnet;
- c.
bij een binnenwater: vanaf de begrenzing van de vaarweg of oever zoals aangegeven in de hierna genoemde bronnen, met inachtneming van de volgende voorkeursvolgorde:
- 1°
de overgang van land naar water volgend uit een projectbesluit of een tracébesluit als bedoeld in artikel 9 van de Tracéwet zoals zij luidde tot 1 januari 2024 en waarop die wet van toepassing is op grond van artikel 4.44, 4.45 of 4.46 van de Invoeringswet Omgevingswet;
- 2°
de geometrische begrenzing van een vrijwaringsgebied van een rijksvaarweg, bedoeld in artikel 2.12;
- 3°
de geometrische begrenzing van een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk, bedoeld in artikel 2.2, derde lid;
- 4°
de kaart ‘Fairway’ uit de Elektronische vaarwegkaarten; en
- 5°
de kaart ‘Shoreline construction’ uit de Elektronische vaarwegkaarten.
2.
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, wordt:
- a.
bij wegvak Nh12 van de A10, knooppunt De Nieuwe Meer tot knooppunt Amstel, gemeten vanaf de buitenste kantstrepen van de hoofdrijbanen; en
- b.
als de doorgaande rijbaan geen buitenste kantstreep heeft, gemeten vanaf de rand van de verharding.
3.
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, worden de afstanden voor de aandachtsgebieden bedoeld in bijlage VII, onder C, bij het Besluit kwaliteit leefomgeving gemeten:
- a.
bij de Westerschelde met haar mondingen: vanaf de begrenzingen van de vaargeulen; en
- b.
bij de voorhaven van Hansweert: vanaf een referentiepunt bepaald aan de hand van de bodemvlakken uit de Beheerkaart nat of 1GIS.
4.
Voor de ligging van een aandachtsgebied van een weg, of spoorweg of binnenwater is de feitelijke situatie bepalend.
5.
Als een besluit tot wijziging van een weg, spoorweg of binnenwater is bekendgemaakt, is de ligging van die weg, die spoorweg, of dat binnenwater zoals weergegeven in dat besluit bepalend voor de ligging van het aandachtsgebied, totdat de feitelijke situatie overeenstemt met dat besluit.