Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Omgevingswet
Artikel 4.45 (vergevorderde projecten)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Artikel 4.44 is van overeenkomstige toepassing op door Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij ministeriële regeling aan te wijzen projecten waarvan van de beslissing als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Tracéwet voor de inwerkingtreding van afdeling 5.2 van de Omgevingswet kennis is gegeven en waarvan de verkenning in een vergevorderd stadium is, als voor het project binnen een jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerptracébesluit ter inzage is gelegd.
2.
Artikel 4.44 is van overeenkomstige toepassing op door Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij ministeriële regeling aan te wijzen projecten die op grond van artikel III, tweede lid, van de Wet van 1 december 2011 tot wijziging van de Tracéwet met het oog op de versnelling en verbetering van besluitvorming over infrastructurele projecten (Stb. 2011, 595) zijn aangewezen en waarvan de verkenning in een vergevorderd stadium is, als voor het project binnen een jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerptracébesluit ter inzage is gelegd.
3.
Voor de op grond van het tweede lid aangewezen projecten kan na het in dat lid bedoelde tijdstip een ontwerp van een projectbesluit ter inzage worden gelegd. De artikelen 5.47 tot en met 5.49 van de Omgevingswet zijn niet van toepassing.