Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 4.22 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten vogelrichtlijn: vervoeren zieke of gewonde vogels)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-06-2021, Stcrt. 2021, 31421 (uitgifte: 16-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de wet in samenhang met artikel 11.37, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, om zonder omgevingsvergunning van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de vogelrichtlijn opzettelijk te vangen of om opzettelijk die vogels te storen geldt niet als deze flora- en fauna-activiteiten worden verricht voor het vangen of onder zich hebben van zieke of gewonde vogels voor vervoer in een motorvoertuig dat is ingericht en bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van zieke of gewonde dieren.
2.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de wet in samenhang met artikel 11.39, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, om zonder omgevingsvergunning levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de vogelrichtlijn, te vervoeren geldt niet als deze flora- en fauna-activiteiten worden verricht voor het vangen of onder zich hebben van zieke of gewonde vogels voor vervoer in een motorvoertuig dat is ingericht en bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van zieke of gewonde dieren.
3.
Het eerste en tweede lid gelden alleen als de zieke of gewonde vogel binnen twaalf uur wordt overgedragen aan personen of instanties die zijn gerechtigd uit het wild afkomstige vogels onder zich te hebben voor opvang en verzorging, krachtens:
- a.
een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit; en
- b.
artikel 2.2, eerste lid, van de Wet dieren.