Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 7.144 (milieubelastende activiteit: opslag- en transportbedrijf, groothandel en containerterminal — tijdelijk opslaan van gevaarlijke stoffen voor vervoer)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het opslaan van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger, bedoeld in artikel 3.286, eerste lid, onder i, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden per opslagplaats de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
het gewicht van het vuurwerk en de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik in kilogrammen, onderscheiden naar ADR-klasse en compatibiliteitsgroep als bedoeld in de ADR en aangegeven met de letters A tot en met J, K tot en met N of S, dat ten hoogste wordt opgeslagen; en
- b.
een beschrijving van de ongewone voorvallen als bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, onder a.
2.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het opslaan van ontplofbare stoffen van ADR-klasse 1 door een ander dan de Nederlandse of bondgenootschappelijke krijgsmacht voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger, bedoeld in artikel 3.286, eerste lid, onder j, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden per opslagplaats de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
het type ontplofbare stoffen en de hoeveelheid in kilogrammen die ten hoogste wordt opgeslagen;
- b.
een aanduiding of het gaat om ADR-klasse 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5 of 1.6 per type ontplofbare stof die wordt opgeslagen;
- c.
de hoeveelheid NEM in kilogrammen; en
- d.
een beschrijving van de ongewone voorvallen als bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, onder a.
3.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het buiten een Seveso-inrichting opslaan van gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger, bedoeld in artikel 3.286, eerste lid, onder k, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, verstrekt.
4.
Bij de aanvraag, bedoeld in het derde lid, worden per opslagplaats ook de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
de gegevens die nodig zijn om de gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn, en de categorie van die gevaarlijke stoffen te identificeren die aanwezig zijn of kunnen zijn;
- b.
een lijst met de hoeveelheid in kilogrammen, aard en fysische vormen van de gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn, die aanwezig zijn of kunnen zijn; en
- c.
de jaarlijkse doorzet in kilogrammen van de gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn.