Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 7.135 (milieubelastende activiteit: bunkerstations en andere tankplaatsen voor schepen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bieden van gelegenheid voor het tanken van gemotoriseerde vaartuigen of drijvende werktuigen bij een bunkerstation of vanaf de wal met een vaste installatie voor het tanken, voor zover het gaat om het opslaan van meer dan 25 m3 gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3, bedoeld in de artikelen 3.272 en 3.273, aanhef en onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
het aantal opslagtanks dat aanwezig is;
- b.
de vloeistoffen die worden opgeslagen in de opslagtanks;
- c.
de coördinaten van:
- 1°
de zijden van het bunkerstation; en
- 2°
het vulpunt van het bunkerstation;
- d.
de hoeveelheid in liters van de vloeistoffen die ten hoogste wordt opgeslagen in de opslagtanks; en
- e.
de doorzet in kubieke meters per jaar van de opgeslagen vloeistoffen in de opslagtanks.
2.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bieden van gelegenheid voor het tanken van gemotoriseerde vaartuigen of drijvende werktuigen met LPG bij een bunkerstation of vanaf de wal met een vaste installatie voor het tanken, bedoeld in de artikelen 3.272 en 3.273, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
het aantal opslagtanks voor LPG dat aanwezig is;
- b.
de coördinaten van:
- 1°
de opslagtank voor LPG;
- 2°
het vulpunt van de opslagtank voor LPG;
- 3°
de bovengrondse vloeistofvoerende leiding en pomp; en
- 4°
het aansluitpunt van die leiding;
- c.
de hoeveelheid LPG in kubieke meters die ten hoogste wordt opgeslagen; en
- d.
de doorzet in kubieke meters per jaar.
3.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bieden van gelegenheid voor het tanken van gemotoriseerde vaartuigen of drijvende werktuigen met LNG bij een bunkerstation of vanaf de wal met een vaste installatie voor het tanken, bedoeld in de artikelen 3.272 en 3.273, aanhef en onder c, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
het aantal opslagtanks voor LNG dat aanwezig is;
- b.
de coördinaten van het vulpunt van de opslagtank;
- c.
de reactietijd in seconden van de noodstopvoorziening;
- d.
een aanduiding of sprake is van ondervulling of bovenvulling;
- e.
een aanduiding of sprake is van verlading met een pomp;
- f.
de gebruikte voordruk in kilopascal; en
- g.
de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, onder a en b.
4.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bieden van gelegenheid voor het tanken van gemotoriseerde vaartuigen of drijvende werktuigen met waterstof bij een bunkerstation of vanaf de wal met een vaste installatie voor het tanken, bedoeld in de artikelen 3.272 en 3.273, aanhef en onder d, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
de coördinaten van:
- 1°
de tussenopslag, voor zover de waterstof wordt aangevoerd met een buisleiding of op de locatie wordt geproduceerd;
- 2°
het vulpunt van de opslagtank, voor zover de waterstof wordt aangevoerd met tanks; en
- 3°
de opslagtank;
- b.
als waterstof wordt opgeslagen: de hoeveelheid in kubieke meters die ten hoogste wordt opgeslagen; en
- c.
een beschrijving van de ongewone voorvallen als bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, onder a.