Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 4.26 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten habitatrichtlijn: vervoeren zieke of gewonde dieren)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-06-2021, Stcrt. 2021, 31421 (uitgifte: 16-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de wet in samenhang met artikel 11.46, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, om zonder omgevingsvergunning in het wild levende dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onder a, bij de habitatrichtlijn, bijlage II bij het verdrag van Bern of bijlage I bij het verdrag van Bonn, opzettelijk te vangen of om dieren opzettelijk te verstoren, geldt niet als deze flora- en fauna-activiteiten worden verricht voor het vangen of onder zich hebben van zieke of gewonde dieren voor vervoer in een motorvoertuig dat is ingericht en bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van zieke of gewonde dieren.
2.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de wet in samenhang met artikel 11.47, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving, om zonder omgevingsvergunning dieren van soorten, genoemd in bijlage IV bij de habitatrichtlijn, bijlage I of II bij het verdrag van Bern of bijlage I bij het verdrag van Bonn, met uitzondering van de soorten, bedoeld in artikel 1 van de vogelrichtlijn, om een andere reden dan verkoop onder zich te hebben of te vervoeren geldt niet als deze flora- en fauna-activiteiten worden verricht voor het vangen of onder zich hebben van zieke of gewonde dieren voor vervoer in een motorvoertuig dat is ingericht en bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van zieke of gewonde dieren.
3.
In afwijking van het eerste en tweede lid kan vervoer van een zieke of gewonde bruinvis, gewone dolfijn, tuimelaar, witflankdolfijn of witsnuitdolfijn ook anders plaatsvinden dan met een motorvoertuig dat is ingericht en bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van zieke of gewonde dieren.
4.
Het eerste en tweede lid geldt alleen als het zieke of gewonde dier binnen twaalf uur wordt overgedragen aan personen of instanties die zijn gerechtigd uit het wild afkomstige dieren onder zich te hebben voor opvang en verzorging, krachtens:
- a.
een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit; en
- b.
artikel 2.2, eerste lid, van de Wet dieren.