Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 7.147 (milieubelastende activiteit: spoorwegemplacementen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een spoorwegemplacement, bedoeld in de artikelen 3.295a en 3.295b van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, onder a en b, verstrekt.
2.
Bij de aanvraag worden ook de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
het aantal wagons met gevaarlijke stoffen dat per jaar het spoorwegemplacement aandoet;
- b.
de hoeveelheid gevaarlijke stoffen in kilogrammen die per ADR-klasse ten hoogste tegelijkertijd op het spoorwegemplacement aanwezig is; en
- c.
een beschrijving van de maatregelen die worden getroffen om verontreiniging van de bodem te voorkomen of, als dat niet mogelijk is, te beperken.