Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 7.40 (milieubelastende activiteit: gevaarlijke stoffen in verpakking)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het in een opslagplaats opslaan van gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 3.28 van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden per opslagplaats de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
de maximale opslagcapaciteit in kilogrammen;
- b.
de hoeveelheid stoffen in kilogrammen die per ADR-klasse ten hoogste wordt opgeslagen;
- c.
een aanduiding van de stoffen die worden opgeslagen en de eigenschappen van die stoffen en een aanduiding of stoffen van verpakkingsgroep I worden opgeslagen;
- d.
- e.
het beschermingsniveau volgens PGS 15;
- f.
de oppervlakte in vierkante meters van de opslagplaats;
- g.
een beschrijving van de brandbeveiligingsinstallatie en het daarvoor opgestelde uitgangspuntendocument volgens PGS 15;
- h.
een aanduiding of de gevaarlijke stoffen wel of niet gedurende korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger worden opgeslagen;
- i.
de coördinaten van de opslagplaats, tenzij onderdeel l of m van toepassing is;
- j.
een beschrijving van de maatregelen die worden getroffen om te voldoen aan PGS 15;
- k.
een beschrijving van de ongewone voorvallen als bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, onder a;
- l.
als het gaat om het opslaan van meer dan 1.500 l giftige of bijtende gassen van ADR-klasse 2 of meer dan 1.500 l tot vloeistof verdichte gassen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, in gasflessen, bedoeld in artikel 3.28, aanhef en onder a of g, van het Besluit activiteiten leefomgeving: de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, onder b en c;
- m.
als het gaat om het opslaan van 10.000 kg of meer in totaal van de gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 3.27, eerste lid, onder a, b of c, van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedoeld in artikel 3.28, aanhef en onder h, van dat besluit, voor zover brandbare gevaarlijke stoffen met fluor-, chloor-, broom-, stikstof- of zwavelhoudende verbindingen worden opgeslagen, of zowel brandbare gevaarlijke stoffen als gevaarlijke stoffen met die verbindingen worden opgeslagen, en voor zover het gaat om:
- 1°
een opslagplaats met een oppervlakte van meer dan 100 m2; of
- 2°
verpakkingseenheden van meer dan 100 kg met een stof van ADR-klasse 6.1, van verpakkingsgroep I, die in de open lucht worden gelost of geladen:
de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 7.22a, eerste lid, onder b en c; en
- n.
als het gaat om het opslaan van gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 5.2: een beschrijving van de maatregelen die worden getroffen om te voldoen aan PGS 8.
2.
Het eerste lid, onder m, is niet van toepassing als het gaat om:
- a.
het opslaan van ten hoogste 30.000 kg per opslagplaats, voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger; of
- b.
een geval waarvoor afstanden zijn vastgesteld in tabel B.3 van bijlage VII bij het Besluit kwaliteit leefomgeving.