Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 12.4 (aantal monitoringspunten luchtkwaliteit Amsterdam/Haarlem)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
In de agglomeratie Amsterdam/Haarlem, bedoeld in artikel 2.38, onder a, liggen ten minste de volgende aantallen monitoringspunten voor het meten van de concentraties van de daarbij genoemde stoffen:
- a.
vier voor stikstofdioxide;
- b.
vier voor PM10;
- c.
twee voor PM2,5;
- d.
drie voor ozon, waarvan:
- 1°
twee in voorstedelijk gebied; en
- 2°
twee ook voor stikstofdioxide worden gebruikt; en
- e.
één voor benzo(a)pyreen.