Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 12.12 (aantal monitoringspunten luchtkwaliteit zone zuid)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
In de zone zuid, bedoeld in artikel 2.39, onder c, liggen ten minste de volgende aantallen monitoringspunten voor het meten van de concentraties van de daarbij genoemde stoffen:
- a.
één voor zwaveldioxide;
- b.
drie voor stikstofdioxide;
- c.
zes voor PM10;
- d.
vier voor PM2,5,
- e.
één voor lood; en
- f.
zes voor ozon, waarvan:
- 1°
één op de locatie waar de bevolking vermoedelijk aan de hoogste concentraties wordt blootgesteld; en
- 2°
drie ook voor stikstofdioxide worden gebruikt.