Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Bijlage XIV
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
15-12-2023, Stcrt. 2023, 35294 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/ 33685782)
08-09-2023, Stcrt. 2023, 25961 (uitgifte: 15-09-2023, regelingnummer: WJZ/ 27590052)
31-01-2022, Stcrt. 2022, 3912 (uitgifte: 03-02-2022, regelingnummer: 2022-0000037155)
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2023, Stcrt. 2023, 35294 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/ 33685782)
26-09-2023, Stcrt. 2023, 26454 (uitgifte: 02-10-2023, regelingnummer: 2023-0000589458)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
bij artikel 5.29 van deze regeling (maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik met betrekking tot gebouwen)
Inhoudsopgave
Onderdeel Code | Categorie Code | Categorie Omschrijving (onderwerp) |
---|---|---|
G | A | Energiebeheersysteem |
G | B | Isolatie van de schil |
G | C | Ruimteverwarming |
G | D | Ruimteventilatie |
G | E | Warm tapwater |
G | F | Binnenverlichting |
G | G | Buitenverlichting |
G | H | Zonnepanelen |
Onderdeel 3. Gebouwen
Categorie: Energiebeheersysteem
Onderwerp | Energiebeheersysteem |
---|---|
Nummer maatregel | GA1 |
Toe te passen maatregel | Pas een automatisch energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) met rapportagefunctie toe, waarbij gas- en warmte- (per uur) en elektragebruik (per kwartier) van het gebouw wordt geregistreerd. Voor het beheren van het gas-, elektriciteits- en warmtegebruik is een automatisch energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) met rapportagefunctie (voor inzicht in het energiegebruik per uur, dag, maand en jaar) een belangrijk middel. Door de geregistreerde data minimaal halfjaarlijks te controleren en instellingen zo nodig aan te passen, kan hiermee een optimale energiezuinige in- en afstelling van klimaatinstallaties worden geborgd. |
Huidige situatie | Er is geen energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) met rapportagefunctie aanwezig, waarmee het gebruik van gas, warmte en elektriciteit wordt gemonitord. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Analyseer de gemonitorde data eenmaal aan het begin van het stookseizoen en eenmaal direct na het stookseizoen en stel de energiegebruikers zo optimaal mogelijk in. Wijs iemand aan die verantwoordelijk is voor het optimaliseren van de instellingen van de energiegebruikers. |
Categorie: Isolatie van de schil
Onderwerp | Isolatie van de schil |
---|---|
Nummer maatregel | GB1 |
Toe te passen maatregel | Isoleer spouwmuren van gebouwen.Door het aanbrengen van isolatie in spouwmuren wordt het warmteverlies in het stookseizoen beperkt. Voor het aanbrengen van spouwisolatie kunnen beperkingen van toepassing zijn door de aanwezigheid van bijvoorbeeld dampdichte lagen aan de buitenzijde, een waterdoorlatende buitenmuur of de aanwezigheid van niet verwijderbare vervuiling in de spouw. Win voor het aanbrengen van spouwisolatie eerst deskundig advies in over de mogelijkheden in uw situatie. |
Huidige situatie | Er zijn ongeïsoleerde spouwmuren aanwezig met een spouwbreedte van ten minste 5 cm en het gebouw wordt verwarmd (tot ten minste 18 °C ). |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Er is geen steiger nodig voor het aanbrengen van de isolatie. Er is in het kader van de Wet natuurbescherming geen nieuw onderzoek naar nestelplaatsen van beschermde diersoorten (zoals vleermuizen) nodig. De maatregel is niet van toepassing in winkels en in andere gebouwen die slechts beperkt bijverwarmd hoeven te worden (bijvoorbeeld omdat er veel warmte vrijkomt van aanwezige processen en/of apparatuur) Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels. |
Onderwerp | Isolatie van de schil |
---|---|
Nummer maatregel | GB2 |
Toe te passen maatregel | Isoleer platte daken (bovenop de dakbedekking). Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 2,1 m2K/W op ongeïsoleerde daken wordt het warmteverlies in het stookseizoen beperkt. Dit kan worden aangebracht bovenop de dakbedekking (omgekeerd dak). |
Huidige situatie | Er zijn ongeïsoleerde daken aanwezig in verwarmde gebouwen (18 °C of hoger). |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het dak heeft voldoende draagkracht voor het isolatiemateriaal en de benodigde ballast. Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade. |
Onderwerp | Isolatie van de schil |
---|---|
Nummer maatregel | GB3 |
Toe te passen maatregel | Pas een automatisch sluitmechanisme toe bij overheaddeuren. Door het toepassen van een automatisch sluitmechanisme bij een overheaddeur sluit deze zodra iemand de deur is gepasseerd . Dit voorkomt warmteverlies, doordat de deur een kortere tijd openstaat. |
Huidige situatie | Er is een overheaddeur aanwezig zonder automatisch sluitmechanisme die gemiddeld ten minste 1 uur per dag open staat. De ruimte wordt matig verwarmd (ten minste 15 °C). |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels. Stel de sensor goed in en zorg er daarbij voor dat de deur niet te snel (automatisch) open gaat. |
Onderwerp | Isolatie van de schil |
---|---|
Nummer maatregel | GB4 |
Toe te passen maatregel | Isoleer platte daken (onder de dakbedekking). Door het aanbrengen van isolatie met een Rd-waarde van ten minste 3,7 m2K/W op ongeïsoleerde daken wordt het warmteverlies in het stookseizoen beperkt. Breng de isolatie aan onder de dakbedekking en boven de dakconstructie (warm dak) op het moment dat de dakbedekking aan vervanging toe is. Doe dit zo nodig in combinatie met een dampremmende laag. |
Huidige situatie | Er zijn ongeïsoleerde daken aanwezig in verwarmde gebouwen (18 °C of hoger). |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Onderwerp | Isolatie van de schil |
---|---|
Nummer maatregel | GB5 |
Toe te passen maatregel | Vervang in bestaande kozijnen en ramen het enkelglas door HR++ glas. Door in bestaande kozijnen en ramen het enkelglas door HR++ glas te vervangen wordt warmteverlies in het stookseizoen beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn kozijnen of ramen met enkelglas aanwezig in verwarmde gebouwen (ten minste 15 °C). |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | HR++ glas kan in het bestaande kozijn of raam worden geplaatst. Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels. |
Onderwerp | Isolatie van de schil |
---|---|
Nummer maatregel | GB6 |
Toe te passen maatregel | Vervang in bestaande kozijnen en ramen dubbelglas door HR++ glas. Door in bestaande kozijnen en ramen het dubbel glas door HR++ glas te vervangen wordt warmteverlies in het stookseizoen beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn kozijnen of ramen met dubbelglas aanwezig in verwarmde gebouwen (ten minste 18 °C). |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | HR++ glas kan in het bestaande kozijn of raam worden geplaatst. Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels. |
Onderwerp | Isolatie van de schil |
---|---|
Nummer maatregel | GB7 |
Toe te passen maatregel | Gebruik opblaasbare luchtkussens bij een vrachtwagendocking. Door een afsluitvoorziening met opblaasbare luchtkussens te plaatsen bij een docking voor vrachtwagens wordt het warmteverlies beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn dockings voor vrachtwagens aanwezig met of zonder flappen en zonder opblaasbare luchtkussens. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: de docking wordt gemiddeld genomen ten minste 10 u/wk gebruikt voor het laden en of lossen. |
Technische randvoorwaarden | De ruimte wordt matig verwarmd (ten minste 15 °C). |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels. |
Onderwerp | Isolatie van de schil |
---|---|
Nummer maatregel | GB8 |
Toe te passen maatregel | Plaats een loopdeur in overheaddeuren. Door het plaatsen van overheaddeuren met een loopdeur voor personen wordt warmteverlies voorkomen, omdat de gehele deur dan minder vaak open gaat. |
Huidige situatie | Er is een overheaddeur in een matig verwarmde ruimte (ten minste 15 °C) aanwezig zonder aparte loopdeur of naastgelegen deur en deze wordt gebruikt voor personentoegang. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De ruimte wordt ten minste matig verwarmd (15°C of hoger). |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels. |
Categorie: Ruimteverwarming
Onderwerp | Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel | GC1 |
Toe te passen maatregel | Pas een klokregeling toe en regel deze in. Pas voor het centrale verwarmingssysteem een klokregeling of klokthermostaat toe en regel deze zo in dat de werkelijke gebruikstijden zo nauw mogelijk worden gevolgd. Dit voorkomt energiegebruik buiten bedrijfstijd. |
Huidige situatie | Er is een verwarmingssysteem aanwezig waarbij automatische regeling voor verlaging van de temperatuur in de nacht, het weekend en/of de vakanties ontbreekt. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer jaarlijks de klokinstellingen van het verwarmingssysteem en zorg dat deze nauw aansluiten bij de werkelijke gebruikstijden van het gebouw. Regel naast de gebruikelijke openingstijden van het pand ook de vakanties in. Voor deze controle kan gebruik worden gemaakt van de data uit het energiebeheersysteem. |
Onderwerp | Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel | GC2 |
Toe te passen maatregel | Pas naast de bestaande verwarmingsketel een elektrische warmtepomp toe. Door naast de bestaande verwarmingsketel een elektrische lucht/water warmtepomp toe te passen kan een groot gedeelte van het jaar de warmte uit de buitenlucht en/of ventilatielucht worden onttrokken voor de warmteopwekking. De warmteopwekking is met gebruik van deze zogenoemde hybride warmtepomp efficiënter dan met een verwarmingsketel. |
Huidige situatie | Er is een verwarmingsketel aanwezig met een vermogen van ten minste 70 kW en een afgiftesysteem via radiatoren, convectoren en/of vloerverwarming. Het gebouw wordt verwarmd tot ten minste 18 °C. Het gebouw voldoet aan de eisen uit het bouwbesluit van 1 oktober 1992. Vanaf dit moment hebben gebouwen dubbelglas en geldt voor de isolatie van vloer, gevel en dak een Rc-waarde van ten minste 2,5 m2K/W. |
Economische randvoorwaarden | Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet. Er is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van de warmtepomp. Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer jaarlijks de instelling van de stooklijn en het functioneren van de regeling. Controleer minimaal jaarlijks de effectieve en efficiënte werking van de warmtepomp. |
Onderwerp | Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel | GC3 |
Toe te passen maatregel | Pas een weersafhankelijke regeling toe. Gebruik voor de aanvoertemperatuur van het verwarmingswater een automatische regeling op basis van de buitentemperatuur. Hierdoor kan de warmte uit het rookgas teruggewonnen worden en krijgt de verwarmingsketel een hogere efficiëntie. Ook zijn de verliezen in het distributiesysteem kleiner. |
Huidige situatie | Er is een verwarmingsketel aanwezig in een verwamd gebouw (ten minste 18 °C) en de aanvoertemperatuur van het verwarmingswater wordt niet geregeld op basis van de buitentemperatuur. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Bij een gecombineerd opweksysteem voor verwarming en warm tapwater is het technisch mogelijk om het tapwater in een aparte groep tot ten minste 65 °C te verwarmen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer jaarlijks de instelling van de stooklijn. |
Onderwerp | Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel | GC4 |
Toe te passen maatregel | Isoleer de verwarmingsleidingen en appendages in niet of beperkt verwarmde ruimtes. Door het toepassen van buisisolatie met een Rd-waarde van ten minste 0,5 m2K/W om de verwarmingsleidingen en appendages wordt het warmteverlies in niet of beperkt verwarmde ruimtes, waaronder stookruimtes en vorstvrij gehouden ruimtes, beperkt. |
Huidige situatie | Er ontbreekt isolatie om verwarmingsleidingen en appendages in niet of beperkt verwarmde ruimtes, waaronder stookruimtes en vorstvrij gehouden ruimtes. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer jaarlijks het isolatiemateriaal rond leidingen en appendages in niet of beperkt verwarmde ruimtes, waaronder stookruimtes en vorstvrij gehouden ruimtes. Zorg dat het isolatiemateriaal goed bevestigd is en herstel het materiaal bij eventuele schade. |
Onderwerp | Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel | GC5 |
Toe te passen maatregel | Isoleer ventilatiekanalen in onverwarmde ruimtes. Door het toepassen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 0,7 m2K/W om de ventilatiekanalen wordt het warmteverlies in onverwarmde ruimtes beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn ongeïsoleerde ventilatiekanalen in onverwarmde ruimtes (ten hoogste 14 °C in het stookseizoen) aanwezig. De ventilatiekanalen zijn aangesloten op een luchtbehandelingskast. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer jaarlijks het isolatiemateriaal rond de ventilatiekanalen, zorg dat het goed bevestigd is en herstel het materiaal bij eventuele schade. |
Onderwerp | Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel | GC6 |
Toe te passen maatregel | Pas een individuele regeling van de temperatuur per ruimte toe. Door per ruimte een individuele (na)regeling van de temperatuur met een thermostatische radiatorkraan of andere temperatuurregeling toe te passen, hoeft deze niet onnodig te worden verwarmd. |
Huidige situatie | Er zijn radiatoren of convectoren aanwezig in een verwarmde ruimte, maar de temperatuur van de ruimte is niet apart (na) te regelen met een lokale regeling of thermostatische radiatorkranen. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de instellingen van de individuele regeling en/of de stand van de themostatisch radiatorkranen. |
Onderwerp | Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel | GC7 |
Toe te passen maatregel | Pas frequentiegeregelde circulatiepompen toe. Door toepassing van frequentiegeregelde circulatiepompen in het verwarmingssysteem kan het debiet worden aangepast aan de warmtevraag, waardoor de pomp efficienter werkt. Pas de frequentiegeregelde pompen toe op zowel bij de hoofdcirculatiepomp als bij de groepenpompen. |
Huidige situatie | Er is een centraal verwarmingssysteem aanwezig waarbij de circulatiepompen niet zijn voorzien van een frequentieregeling. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Het verwarmingssysteem laat een variabel debiet toe. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer de instellingen van pompen en controleer of het afgiftesysteem nog goed werkt. |
Onderwerp | Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel | GC8 |
Toe te passen maatregel | Vervang directgestookte gasheaters in bedrijfshallen door directgestookte HR-gasheaters. Door in bedrijfshallen een directgestookte conventionele gasheater te vervangen door een directgestookt hoog rendement (HR) toestel wordt energie bespaard. |
Huidige situatie | De bedrijfshal wordt met een of meer directgestookte gasheaters matig verwarmd (ten minste 15 °C). |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 1.000.000 m3 per jaar. |
Technische randvoorwaarden | In de ruimte is een rioolaansluiting aanwezig voor het aansluiten van de condensafvoer(en). |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de temperatuurinstellingen van de regeling en onderhoud de gasheater volgens leveranciersvoorschriften. |
Categorie: Ruimteventilatie
Onderwerp | Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel | GD1 |
Toe te passen maatregel | Pas een klokregeling toe op het ventilatiesysteem. Door het ventilatiesysteem van een gebouw te voorzien van een klokregeling kan deze buiten bedrijfstijden uit of naar een veel lager debiet worden gezet. Er geldt hier een dubbel besparingseffect. De ventilatoren maken minder draaiuren en doordat er minder luchtverversing is, verdwijnt er ook minder verwarmde, gekoelde en/of bevochtigde lucht uit het gebouw. In de zomerperiode kan de klokregeling worden benut om juist in de nachturen met koele buitenlucht te ventileren, waardoor overdag minder koeling nodig is. |
Huidige situatie | Er is een ventilatiesysteem aanwezig waarbij geen sturing op basis van ingestelde tijden wordt toegepast. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak filters, ventilatoren en luchtkanalen van het ventilatiesysteem regelmatig schoon. Controleer jaarlijks de klokinstellingen van het ventilatiesysteem en zorg dat deze nauw aansluiten bij de werkelijke gebruikstijden van het gebouw. |
Onderwerp | Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel | GD2 |
Toe te passen maatregel | Pas warmteterugwinning toe op een ventilatiesysteem met mechanische toevoer en afvoer. Door in een ventilatiesysteem met mechanische toevoer en afvoer warmteterugwinning met een twincoilsysteem toe te passen worden warmteverliezen door ventilatie beperkt. Er zijn verschillende systemen op de markt zoals een kruisstroomwisselaar, een warmtewiel of een twincoilsysteem. Welk systeem het beste kan worden toegepast is afhankelijk het aanwezige ventilatiesysteem en de beschikbare ruimte. |
Huidige situatie | Er is een ventilatiesysteem met mechanische toevoer en afvoer aanwezig zonder warmteterugwinning. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Het twincoilsysteem is inpasbaar in de luchtbehandelingskast of de luchtkanalen. Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak filters, ventilatoren en luchtkanalen van het ventilatiesysteem regelmatig schoon. |
Onderwerp | Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel | GD3 |
Toe te passen maatregel | Vervang ventilatoren van klasse IE1 door ventilatoren van klasse IE4 of hoger. Door IE1-ventilatoren door ventilatoren van klasse IE4 of hoger te vervangen, neemt de efficiëntie van de ventilatie toe. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik. |
Huidige situatie | Er is een ventilator met efficientieklasse IE1 of lager aanwezig. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er geen IE-klasse of dat er klasse IE1 op het typeplaatje van de motor staat. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 3.700 draaiuren van de ventilator per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak ventilatoren regelmatig schoon. |
Onderwerp | Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel | GD4 |
Toe te passen maatregel | Vervang indirect gedreven IE1-slakkenhuisventilatoren door direct gedreven ventilatoren. Door in de luchtbehandelingskast (LBK) de ventilatorsectie met indirect gedreven IE1-slakkenhuisventilatoren te vervangen door een ventilatorsectie met direct gedreven ventilatoren (plugfans) neemt de efficiëntie van de ventilatoren toe. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik. |
Huidige situatie | Er zijn in de LBK één of meerdere indirect gedreven slakkenhuisventilatoren met IE1-motor aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 2.900 draaiuren van de ventilator per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak ventilatoren regelmatig schoon. |
Onderwerp | Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel | GD5 |
Toe te passen maatregel | Vervang indirect gedreven IE2-slakkenhuisventilatoren door direct gedreven ventilatoren. Door in de luchtbehandelingskast (LBK) de ventilatorsectie met indirect gedreven IE2-slakkenhuisventilatoren te vervangen door een ventilatorsectie met direct gedreven ventilatoren (plugfans) wordt de efficiëntie van de ventilatoren verbeterd. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik. |
Huidige situatie | Er zijn in de LBK één of meerdere indirect gedreven slakkenhuisventilatoren met IE2-motor aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 3.300 draaiuren van de ventilator per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak ventilatoren regelmatig schoon. |
Onderwerp | Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel | GD6 |
Toe te passen maatregel | Vervang indirect gedreven IE3 slakkenhuisventilatoren door direct gedreven ventilatoren. Door in de luchtbehandelingskast (LBK) de ventilatorsectie met indirect gedreven IE3-slakkenhuisventilatoren te vervangen door een ventilatorsectie met direct gedreven ventilatoren (plugfans) wordt de efficientie van de ventilatoren verbeterd. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik. |
Huidige situatie | Er zijn in de LBK één of meerdere indirect gedreven slakkenhuisventilatoren met IE3-motor aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 3.600 draaiuren van de ventilator per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kW. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak ventilatoren regelmatig schoon. |
Onderwerp | Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel | GD7 |
Toe te passen maatregel | Vervang ventilatoren van klasse IE2 of IE3 door ventilatoren van klasse IE4 of hoger. Door IE2 of IE3-ventilatoren door ventilatoren van klasse IE4 of hoger te vervangen, neemt de efficiëntie van de ventilatie toe. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik. |
Huidige situatie | Er is een ventilator met efficientieklasse IE2 of IE3 aanwezig. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er er klasse IE2 of IE3 op het typeplaatje van de motor staat. |
Economische randvoorwaarden | Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 draaiuren van de ventilator per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Maak ventilatoren regelmatig schoon. |
Categorie: Warm tapwater
Onderwerp | Warm tapwater |
---|---|
Nummer maatregel | GE1 |
Toe te passen maatregel | Isoleer warmwaterleidingen en appendages. Met het aanbrengen van isolatie met een Rd-waarde van ten minste 0,5 m2K/W rondom de circulatieleidingen en appendages van het warme tapwater wordt warmteverlies tegengegaan. Isoleer alleen de circulatieleidingen. De uittapleidingen van het tapwater mogen vanwege de kans op legionella niet worden geïsoleerd. |
Huidige situatie | Er zijn ongeïsoleerde circulatieleidingen en appendages voor transport van warm tapwater aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | De leidingen zijn goed bereikbaar. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer jaarlijks het isolatiemateriaal rond leidingen en appendages en herstel deze bij eventuele schade. |
Onderwerp | Warm tapwater |
---|---|
Nummer maatregel | GE2 |
Toe te passen maatregel | Gebruik waterbesparende douchekoppen. Door in douches waterbesparende douchekoppen toe te passen wordt er minder warm tapwater gebruikt. |
Huidige situatie | De douches hebben geen waterbesparende douchekop. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij een gemiddeld gebruik van meer dan 6 douchebeurten per week. |
Technische randvoorwaarden | Door toepassing van de waterbesparende douchekop komt het tapdebiet bij systemen zonder voorraadvat niet onder de tapdrempel van het tapwatertoestel. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de instellingen van het warmtapwatersysteem en voer regelmatig onderhoud uit aan kranen, kleppen en warmtapwaterinstallaties. |
Onderwerp | Warm tapwater |
---|---|
Nummer maatregel | GE3 |
Toe te passen maatregel | Vervang bij een indirect verwarmd voorraadvat de bestaande ketel door een HR-ketel. Door in een warm tapwatersysteem met een indirect verwarmd voorraadvat een hoogrendementsketel (HR) toe te passen in plaats van een verbeterd rendementsketel of conventionele ketel wordt het warm tapwater energiezuiniger opgewekt. |
Huidige situatie | Er is een hoge tapwatervraag voor onder meer douchen en dit warm tapwater wordt opgewekt met een verbeterd rendement (VR) of conventionele ketel en opgeslagen in een buffervat. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer regelmatig de instellingen van het warmtapwatersysteem en voer regelmatig onderhoud uit aan kranen, kleppen en warmtapwaterinstallaties. |
Categorie: Binnenverlichting
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF1 |
Toe te passen maatregel | Pas een regeling toe op de verlichting, zodat deze buiten gebruikstijden niet onnodig brandt. Door gebruik van een regeling wordt het onnodig branden van verlichting buiten gebruikstijden voorkomen. Er zijn diverse regelingen die hiervoor kunnen worden toegepast, zoals aanwezigheidsdetectie per ruimte, een tijdgestuurde veegschakeling, een centrale regeling met overwerktimers of een regelbord bij de ingang van het gebouw. |
Huidige situatie | De verlichting brandt onnodig buiten gebruikstijden. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Controleer dagelijks bij het verlaten van het pand of alle verlichting die uit kan ook is uitgezet. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF2 |
Toe te passen maatregel | Vervang TL8-buizen door LED-buizen. Door het vervangen van TL-buizen (TL8) in de armaturen door LED-buizen wordt het energiegebruik beperkt. Het wisselen van de buizen door LED-buizen met een vergelijkbare lichtopbrengst en lichtkleur is voldoende. Soms moet ook de starter worden vervangen. |
Huidige situatie | Armaturen met TL8-buizen, met of zonder starter zijn aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.600 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande armaturen zijn geschikt voor toepassing van LED-buizen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF3 |
Toe te passen maatregel | Vervang TL5-fluorescentiebuizen door LED-buizen. Door het vervangen van TL5-buizen in de armaturen door LED-buizen wordt het energiegebruik beperkt. Het wisselen van de buizen door LED-buizen met een vergelijkbare lichtopbrengst en lichtkleur is voldoende. |
Huidige situatie | Er zijn armaturen met TL5-buizen aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 6.100 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande armaturen zijn geschikt voor de toepassing van LED-buizen. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF4 |
Toe te passen maatregel | Vervang gloei-, halogeen- en spaarlampen door LED-lampen. Door gloei-, halogeen- en spaarlampen in de bestaande armaturen te vervangen door LED-lampen wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Armaturen met gloei-, halogeen- of spaarlampen zijn aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 600 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande armaturen zijn geschikt voor LED-lampen, waardoor de lampen één-op-één vervangbaar zijn. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF5 |
Toe te passen maatregel | Vervang gasontladingslampen door LED-lampen. Vervang gasontladingslampen in de armaturen door LED-lampen. Dit beperkt het energiegebruik. |
Huidige situatie | Er zijn armaturen met één van de volgende gasontladingslampen aanwezig: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.000 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande armaturen zijn geschikt voor LED-lampen, waardoor de lampen één-op-één vervangbaar zijn. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF6 |
Toe te passen maatregel | Vervang montagebalken en lichtlijnen met TL8-buizen door LED-armaturen. Door bij montagebalken en lichtlijnen de armaturen met TL8-buizen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn montagebalken of lichtlijnen met TL8-armaturen aanwezig. Dit kunnen zowel opbouwarmaturen als zwevende armaturen zijn. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 3.100 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF7 |
Toe te passen maatregel | Vervang plafondspots met spaarlampen door LED-spots. Door plafondspots met spaarlampen (CFL of PL) te vervangen door spots met LED-verlichting wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn plafondspots met spaarlampen (CFL of PL) aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 3.300 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF8 |
Toe te passen maatregel | Vervang wandarmaturen met spaarlampen door LED-wandarmaturen. Door wandarmaturen met spaarlampen te vervangen door LED-wandarmaturen wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn wandarmaturen met spaarlampen aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 3.600 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF9 |
Toe te passen maatregel | Vervang wandarmaturen met halogeenlampen door LED-wandarmaturen. Door wandarmaturen met halogeenlampen te vervangen door LED-wandarmaturen wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn wandarmaturen met halogeenlampen aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 1.100 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF10 |
Toe te passen maatregel | Vervang spots met halogeenlampen door LED-spots. Door spots met halogeenlampen te vervangen door spots met LED-verlichting wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn spots met halogeenlampen aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 2.400 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF11 |
Toe te passen maatregel | Vervang railspots met halogeenlampen door LED-railspots. Door railspotarmaturen met halogeenlampen te vervangen door LED-railspots wordt het energiegebruik beperkt. De bestaande spanningsrail/contactrail blijft bewaard. |
Huidige situatie | Er zijn railspotarmaturen met halogeenlampen op een spannings/contactrail aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 3.200 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande spanningsrail/contactrail is geschikt voor toepassing van de LED-railspots. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF12 |
Toe te passen maatregel | Vervang railspots met gasontladingslampen door LED-railspots. Door railspots met gasontladingslampen te vervangen door LED-railspots wordt het energiegebruik beperkt. De bestaande spanningsrail/contactrail blijft bewaard. |
Huidige situatie | Er zijn railspots met een van de volgende gasontladingslampen aanwezig: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI. |
Economische randvoorwaarden | Zelfstandig moment: bij meer dan 5.200 branduren per jaar. Natuurlijk moment: bij meer dan 2.000 branduren per jaar. |
Technische randvoorwaarden | De bestaande spanningsrail/contactrail is geschikt voor toepassing van de LED-railspots. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF13 |
Toe te passen maatregel | Vervang pendelarmaturen en opbouwarmaturen met gasontladingslampen door LED-armaturen. Door pendelarmaturen en opbouwarmaturen ("high bay") met gasontladingslampen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn pendelarmaturen en opbouwarmaturen met één van de volgende gasontladingslampen aanwezig: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF14 |
Toe te passen maatregel | Vervang ingebouwde plafondarmaturen met TL8-buizen door LED-armaturen. Door de ingebouwde plafondarmaturen met TL8-buizen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn ingebouwde plafondarmaturen met TL8-buizen, met of zonder starter aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Binnenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GF15 |
Toe te passen maatregel | Vervang vluchtwegsignaleringsarmaturen met TL-buizen of spaarlampen door LED-armaturen. Door vluchtwegsignaleringsarmaturen met TL-buizen of spaarlampen te vervangen door vluchtwegsignaleringsarmaturen met LED-verlichting wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn vluchtwegsignaleringsarmaturen met TL-buizen of spaarlampen aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Niet van toepassing |
Categorie: Buitenverlichting
Onderwerp | Buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GG1 |
Toe te passen maatregel | Vervang armaturen met TL8-buizen door LED-armaturen. Door ingebouwde en opgebouwde armaturen met TL8-buizen (die niet op een mast zitten) te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik verlaagd. |
Huidige situatie | Er zijn armaturen met TL8-buizen voor buitenverlichting aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GG2 |
Toe te passen maatregel | Vervang wandarmaturen met halogeenlampen door LED-armaturen. Door wandarmaturen met halogeenlampen te vervangen door LED-armaturen, wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn wandarmaturen met halogeenlampen voor buitenverlichting aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GG3 |
Toe te passen maatregel | Vervang wandarmaturen met spaarlampen door LED-armaturen. Door wandarmaturen met spaarlampen te vervangen door LED-armaturen, wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn wandarmaturen met spaarlampen voor buitenverlichting aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Onderwerp | Buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel | GG4 |
Toe te passen maatregel | Vervang armaturen met gasontladingslampen door LED-armaturen. Door ingebouwde en opgebouwde armaturen (die niet op een mast zitten) met gasontladingslampen (Kwiklampenkwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI) door LED-armaturen te vervangen, wordt het energiegebruik beperkt. |
Huidige situatie | Er zijn armaturen met gasontladingslampen (kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI) voor buitenverlichting aanwezig. |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Nee |
Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud | Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen. |
Categorie: Zonnepanelen
Onderwerp | Zonnepanelen |
---|---|
Nummer maatregel | GH1 |
Toe te passen maatregel | Plaats zonnepanelen op het dak. Door de plaatsing van zonnepanelen wordt duurzame elektriciteit opgewekt. Daarmee wordt bespaard op de inkoop van elektriciteit via het elektriciteitsnet. |
Huidige situatie | Er is ten minste 2.000 m2 aan geschikt dakoppervlak beschikbaar voor het plaatsen van minimaal 300 kWp aan zonnepanelen. Er is sprake van een grootverbruikaansluiting voor elektriciteit (meer dan 3×80 A). |
Economische randvoorwaarden | Niet van toepassing |
Technische randvoorwaarden | Het dak heeft voldoende vrije draagkracht voor de plaatsing van zonnepanelen en bijbehorende ballast. De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet. Het dak hoeft de komende 10 jaar niet te worden gerenoveerd. De verzekeraar gaat akkoord met plaatsen van de zonnepanelen zonder dat dit tot een significante prijsstijging van de verzekeringspremie leidt. Bij een installatie van 300 kWp kan alle opgewekte energie direct in het gebouw worden gebruikt. Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast. |
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment) | Ja |
Aspecten van doelmatig beheer en ondeoud | Maak de zonnepanelen jaarlijks schoon. Controleer regelmatig of de verwachte productie gehaald wordt of laat dit monitoren. |