Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 7.197r (flora- en fauna-activiteit: schadelijke handelingen andere soorten)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-06-2021, Stcrt. 2021, 31421 (uitgifte: 16-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het opzettelijk doden of vangen van in het wild levende zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen of kevers, het opzettelijk beschadigen of vernielen van de vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van die dieren of het opzettelijk in hun natuurlijke verspreidingsgebied plukken en verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen van vaatplanten, bedoeld in artikel 11.54, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden per soort de volgende gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel in artikel 7.197j, eerste lid, onder a tot en met f, verstrekt.
2.
Bij een aanvraag als bedoeld in het eerste lid worden ook de volgende gegevens en bescheiden verstrekt: een onderbouwing waarom de activiteit nodig is:
- a.
in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats;
- b.
ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom;
- c.
in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten;
- d.
voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daarvoor benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten;
- e.
om het onder strikt gecontroleerde omstandigheden mogelijk te maken op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de omgevingsverordening of ministeriële regeling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben, respectievelijk een beperkt bij de omgevingsverordening of ministeriële regeling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich te hebben;
- f.
in het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daarop volgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied;
- g.
voor het voorkomen van schade of overlast, met inbegrip van schade aan sportvelden, schietterreinen, industrieterreinen, kazernes, of begraafplaatsen;
- h.
voor het beperken van de omvang van de populatie van in het wild levende dieren, in verband met door deze dieren ter plaatse en in omringende gebied veelvuldig veroorzaakte schade of in verband met de maximale draagkracht van het gebied waarin de dieren zich bevinden;
- i.
voor het voorkomen of bestrijden van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren;
- j.
in het kader van een bestendig beheer of onderhoud in de landbouw of bosbouw;
- k.
in het kader van het bestendig beheren of onderhouden van vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, luchthavens, wegen, spoorwegen of bermen, of in het kader van natuurbeheer;
- l.
in het kader van het bestendig beheren of onderhouden van de landschappelijke kwaliteiten van een bepaald gebied; of
- m.
in het algemeen belang.
3.
Het tweede lid, onder d, e, f, h, j en k is niet van toepassing als het gaat om beperking van de omvang van een populatie van de soorten als bedoeld in het eerste lid.
4.
Als het gaat om beperking van de omvang van een populatie en het bestrijden van schadeveroorzakende soorten als bedoeld in het eerste lid door grondgebruikers:
- a.
is artikel 7.197j, eerste lid, onder d, onder 3°, 5°, 6°, en 7°, onder e en f niet van toepassing; en
- b.
wordt een ingetekende topografische kaart met de locatie van de handelingen en de verspreiding van de soorten verstrekt.