Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 4.27a (voorwaarden voor uitzondering op het handelsverbod invasieve exoten, niet behorende tot invasieve uitheemse soorten aangewezen op grond van invasieve-exoten-basisverordening)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-07-2021, Stcrt. 2021, 37138 (uitgifte: 28-07-2021, regelingnummer: WJZ/ 20243118)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. II van het KB van 14-07-2021, Stb. 2021, 381.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Als voorwaarden als bedoeld in artikel 11.109a, tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving worden vastgesteld:
- a.
degene die planten, of delen of producten daarvan, als bedoeld in artikel 11.109a, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving verhandelt, draagt er zorg voor dat alle passende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat de planten, of delen of producten daarvan, zich kunnen voortplanten of zich kunnen verspreiden in het milieu;
- b.
degene die planten, of delen of producten daarvan, als bedoeld in artikel 11.109a, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving verhandelt, kan te allen tijde aannemelijk maken dat hij voldoet aan de in onderdeel a bedoelde voorwaarde.
2.
Als passende maatregel als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt in ieder geval beschouwd een fysieke scheiding tussen de planten en hun natuurlijke leefomgeving.