Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Bijlage XI
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
31-01-2022, Stcrt. 2022, 3912 (uitgifte: 03-02-2022, regelingnummer: 2022-0000037155)
13-12-2021, Stcrt. 2021, 48236 (uitgifte: 17-12-2021, regelingnummer: 2021-0000022871)
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
bij artikel 5.18, tweede lid, van deze regeling (keuring airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen)
Uitgangspunten keuring en inspectielijst
Deze bijlage legt de inspectiepunten vast die tijdens een keuring van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen moeten worden beoordeeld.
Bij de keuring mag gebruik worden gemaakt van het onderhoudsregister of -logboek van uitgevoerd regulier onderhoud. Inspectiepunten die recent (ten hoogste een jaar geleden) zijn beoordeeld tijdens regulier onderhoud hoeven niet opnieuw te worden beoordeeld tijdens een keuring; daarvoor mag worden uitgegaan van wat in het onderhoudsregister of -logboek is vastgelegd. Van regulier onderhoud is alleen sprake wanneer dit is verricht met de frequentie zoals voorgeschreven in andere regelgeving (bijvoorbeeld in de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen).
Inspectielijst
0. Algemene gegevens
Gegevens inspecteur
Bedrijfsnaam: |
Adres, met inbegrip van postcode: |
Naam inspecteur: |
Registratienummer diploma EPBD-A- airconditioningsystemen: |
Registratienummer diploma EPBD-B- airconditioningsystemen: |
Datum inspectie: |
Gegevens gebouw
Adres, met inbegrip van postcode: | ||
BAG object ID: | ||
Gebruiksfunctie: | ā” | kantoor |
ā” | gezondheidszorg | |
ā” | onderwijs | |
ā” | logies | |
ā” | winkel | |
ā” | bijeenkomst | |
ā” | sport | |
ā” | wonen | |
ā” | cel | |
ā” | overig |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
Gegevens systeem
Type keuring | ā” | Keuring A: klimaatsysteem dat kan koelen maar niet kan verwarmen, niet gecombineerd met een ventilatiesysteem | EPBD-B | ||||||
ā” | Keuring B: klimaatsysteem dat kan koelen maar niet kan verwarmen, gecombineerd met een ventilatiesysteem | ||||||||
ā” | Keuring C: klimaatsysteem dat kan koelen en verwarmen, niet gecombineerd met een ventilatiesysteem | ||||||||
ā” | Keuring D: klimaatsysteem dat kan koelen en verwarmen, gecombineerd met een ventilatiesysteem | ||||||||
Totaal opgesteld nominaal koelvermogen (systeemniveau): | ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦.kWth | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
Totaal opgesteld nominaal verwarmingsvermogen (systeemniveau): | ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦ā¦.kWth | ā | ā | EPBD-B | |||||
Type koudeopwekker of koude- en warmteopwekker | ā” | VRV of VRF systemen | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Koelinstallatie met directe expansie (DX) | ||||||||
ā” | Gekoeld water installatie | ||||||||
ā” | Warmtepompinstallatie | ||||||||
ā” | WKO-installatie | ||||||||
ā” | Absorptie koelmachine | ||||||||
ā” | Adiabatische koeling | ||||||||
ā” | Overig, namelijk: |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
1. Pre-Inspectie
Informatie en documentatie
Controleer de beschikbaarheid van de informatie en documenten in de volgende tabel
1.1 | a | Is er een onderhoudslogboek van het koelsysteem of gecombineerd koel- en verwarmingssysteem beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1a | ||||||||||
b | Is er een onderhoudslogboek van het ventilatiesysteem beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1b | ||||||||||
c | Is er een klachtenregister beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1c | ||||||||||
d | Is er een (ontwerp)beschrijving beschikbaar van de gewenste inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of ventilatiedebiet) van het klimaatsysteem over verwarming, koeling of ventilatie? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1d | ||||||||||
e | Is er informatie beschikbaar over de huidige inregeling of instelling (bedrijfstijden, temperaturen of ventilatiedebiet) van het klimaatsysteem over verwarming, koeling of ventilatie? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1e | ||||||||||
f | Is er een overzicht van het koelsysteem of gecombineerd koel- en verwarmingssysteem (met inbegrip van locatie hoofdcomponenten) beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1f | ||||||||||
g | Is het principeschema (met bijbehorende revisies) van het koelsysteem of gecombineerd koel- en verwarmingssysteem beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1g | ||||||||||
h | Bij een gekoeld watersysteem: is er een beschrijving van de regeling watertemperatuur beschikbaar? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Ja | ||||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1.h | ||||||||||
i | Is er een beschrijving van de stooklijn voor de koel- en verwarmingszones beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1.i | ||||||||||
j | Zijn de ontwerpspecificaties van de condensortemperatuur of verdampertemperatuur beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1j | ||||||||||
k | Bij een energieopslag: zijn er monitoringsgegevens van de energieopslag beschikbaar? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Ja | ||||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 1k | ||||||||||
l | Is er een omschrijving van de zone-indeling voor koelen of voor koelen in combinatie met verwarmen beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1l | ||||||||||
m | Is er een actuele koelbehoefteberekening van het gebouw beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Nee | ||||||||||
n | Is er een actuele warmtebehoefte-berekening van het gebouw beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | |||||
ā” | Nee | ||||||||||
o | Is er een omschrijving van de zone-indeling voor ventilatie beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1m | ||||||||||
p | Zijn de technische specificaties van de luchtstromen van het ventilatiesysteem beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1n | ||||||||||
q | Is er een meetrapport van het ventilatiesysteem beschikbaar? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 1.1o |
Onderhoud en beheer
1.2 | Wordt er regelmatig en voldoende onderhoud verricht aan het koelsysteem of gecombineerd koel- en verwarmingssysteem? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 1.2 | |||||||||
1.3 | Wordt er regelmatig en voldoende onderhoud verricht aan het ventilatiesysteem? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 1.3 | |||||||||
1.4 | Zijn er repeterende klachten die niet goed worden opgepakt of afgehandeld? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja, selecteer advies 1.4 |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
2. Koude- en warmteopwekking
2.1 | Is de directe omgeving van de koude- en warmteopwekker(s) ordelijk en schoon (niet vervuild en geen losse materialen en dergelijke)? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 2.1 | ||||||||||
2.2 | Zijn er belemmeringen voor een goede werking van de koude- of warmteopwekker(s)? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Ja, selecteer advies 2.2 | ||||||||||
2.3 | Is er een principeschema aanwezig en komt dat overeen met de werkelijke situatie? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 2.3 | ||||||||||
2.4 | Is de opstelling van de koude- en warmte-opwekker(s) juist? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 2.4 | ||||||||||
2.5 | Zijn de koudemiddelleidingen voorzien van isolatie en verkeren die in een goede staat? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 2.5 | ||||||||||
2.6 | Zijn er onderdelen met een hoog trillings- of geluidsniveau? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Ja, selecteer advies 2.6 | ||||||||||
2.7 | Bij meer dan een aanwezige koude- of warmteopwekker: is het systeem voorzien van een cascaderegeling (koude- en warmteopwekkers worden ingeschakeld en afgeschakeld afhankelijk van de behoefte)? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Ja | ||||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 2.7 | ||||||||||
2.8 | Bij een aanwezige cascaderegeling of cascadestrategie: is die optimaal ingesteld? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Ja | ||||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 2.8 | ||||||||||
2.9 | Energie-efficiency koudeopwekker | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||||
Bepaal het besparingspotentieel koudeopwekker | Besparingspotentieel (%): | ||||||||||
Is het besparingspotentieel van de koude-opwekker > 20%? | ā” | Nee | |||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 2.9 | ||||||||||
2.10 | Energie-efficiency warmteopwekker | ā | ā | EPBD-B | |||||||
Bepaal het besparingspotentieel van de warmteopwekker | Besparingspotentieel (%): | ||||||||||
Is het besparingspotentieel van de warmte-opwekker > 20%? | ā” | Nee | |||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 2.10 |
Bij een aanwezige energieopslag
2.11 | Temperatuurverschil bronnen energieopslag | ā | ā | EPBD-B | |||||||
Bepaal de gemiddelde delta-T energieopslag. | Verpompt waterdebiet (zomer) kubieke meter / h: | ||||||||||
Geladen warmte (MWh): | |||||||||||
Gemiddelde Delta-T (zomer) (Ā°C) | |||||||||||
Verpompt waterdebiet (winter) kubieke meter / h: | |||||||||||
Geladen koude (MWh): | |||||||||||
Gemiddelde Delta-T (winter) (Ā°C): | |||||||||||
Is de gemiddelde Delta-T energieopslag zomer of winter ā¤ 4 Ā°C? | ā” | Nee | |||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 2.11 |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
3. Distributiesysteem
3.1 | Zijn de leidingen en appendages voor gekoeld en warm water geĆÆsoleerd en verkeren die in een goede staat? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 3.1 | |||||||||
3.2 | Zijn er tekenen van mogelijke lekkage of is er lekkage? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 3.2 | |||||||||
3.3 | Zijn alle pompen in het distributiesysteem energiezuinige pompen? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 3.3 | |||||||||
3.4 | Is de nadraaitijd bij uitschakeling van de circulatiepompen juist? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee, selecteer advies 3.4 | |||||||||
3.5 | Zijn er frequentie geregelde pompen met variabele debiet geĆÆnstalleerd voor de gebruiksgroepen, daar waar een wisselend debiet wordt verwacht? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee, selecteer advies 3.5 | |||||||||
3.6 | Worden er vuilvangers, slibfilters en ontgassing toegepast voor een betere warmteoverdracht? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 3.6 | |||||||||
3.7 | Inregeling | ā | ā | ā | EPBD-A | |||||
Bepaal het verschil tussen de aanvoer- en retourtemperatuur | Aanvoertemperatuur (Ā°C): | |||||||||
Retourtemperatuur (Ā°C): | ||||||||||
Verschil (Ā°C): | ||||||||||
Is het temperatuurverschil (Delta-T) < 4 Ā°C? | ā” | Nee | ||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 3.7 |
4. Afgifte condensorwarmte
4.1 | Zijn de condensorunits vervuild? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Ja, selecteer advies 4.1 | ||||||||||
4.2 | Zijn er tekenen van mogelijke koudemiddellekkage of is er koudemiddellekkage? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Ja, selecteer advies 4.2 | ||||||||||
4.3 | Zijn er belemmeringen bij de luchtaanzuiging? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Ja, selecteer advies 4.3 | ||||||||||
4.4 | Wordt de aangezogen lucht verwarmd door externe bronnen of de directe omgeving? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Ja, selecteer advies 4.4 | ||||||||||
4.5 | Zijn de ventilatoren van de condensor voorzien van toerenregeling? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 4.5 | ||||||||||
4.6 | Is de condensortemperatuur volgens de ontwerpspecificaties? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Geen ontwerpspecificaties aanwezig | ||||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 4.6 | ||||||||||
Bij een aanwezige koeltoren | |||||||||||
4.7 | Afkoeling koeltoren | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||||
Bepaal het verschil tussen de aanvoer- en de retourtemperatuur van de koeltoren | Aanvoertemperatuur (Ā°C): | ||||||||||
Retourtemperatuur (Ā°C): | |||||||||||
Verschil (Ā°C): | |||||||||||
Is het temperatuurverschil (Delta-T) < 4 Ā°C? | ā” | Nee | |||||||||
ā” | Niet te inspecteren vanwege legionella-risico | ||||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 4.7 |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
5. Afgiftesysteem
5.1 | Zijn de warmtewisselaars vervuild? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 5.1 | |||||||||
5.2 | Wordt de aangezogen lucht verwarmd door externe bronnen of de directe omgeving? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 5.2 | |||||||||
5.3 | Zijn de luchtfilters vervuild of beschadigd? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 5.3 | |||||||||
5.4 | Zijn er tekenen van mogelijke (koudemiddel)lekkage? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 5.4 | |||||||||
5.5 | Bij (comfort) klachten: zijn de geplaatste roosters correct? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.5 | |||||||||
5.6 | Bij (comfort) klachten: lijkt de luchtverdeling in de ruimten in orde? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.6 | |||||||||
5.7 | Is de verdampertemperatuur volgens de ontwerpspecificaties? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Geen ontwerpspecificaties aanwezig | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.7 |
Bij aanwezige vloerkoeling en betonkernactivering: 5.10 t/m 5.14
5.10 | Zijn de aanvoer- en retour temperatuurgroepen volgens de ontwerpspecificaties? | ā” | Geen ontwerpspecificaties aanwezig | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.10 | |||||||||
5.11 | Functioneert de regeling van de geregelde groepen correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.11 | |||||||||
5.12 | Worden alle groepen door de juiste ruimte-bedieneenheid aangestuurd? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.12 | |||||||||
5.13 | Zijn er tekenen van mogelijke lekkage? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.13 | |||||||||
5.14 | Is er sprake van een gelijkmatige temperatuurverdeling van de verschillende groepen (steekproefsgewijs controleren)? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.14 |
Bij aanwezige inductie-unit: 5.20 t/m 5.26
5.20 | Zijn er tekenen van mogelijke lekkage? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.20 | |||||||||
5.21 | Bij een aanwezige na-regeling van de temperatuur: functioneert die correct? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.21 | |||||||||
5.22 | Bij een aanwezige dauwpuntregeling: functioneert die correct? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.22 | |||||||||
5.23 | Bij een aanwezige condenswaterafvoer: functioneert die correct? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.23 | |||||||||
5.24 | Zijn de aanvoer en retourtemperaturen van het gekoeld of verwarmd water volgens de ontwerpspecificaties? | ā” | Geen ontwerpspecificaties aanwezig | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.24 | |||||||||
5.25 | Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 5.25 | |||||||||
5.26 | Is de luchtuitstroom optimaal (volgens de ontwerpspecificaties)? | ā” | Geen ontwerpspecificaties aanwezig | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.26 |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
Bij een aanwezig klimaatplafond: 5.30 t/m 5.34
5.30 | Zijn er tekenen van mogelijke lekkage? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.30 | |||||||||
5.31 | Worden de klimaatplafonds ten minste twee keer per jaar gecontroleerd door middel van infraroodopnamen met een warmtebeeldcamera? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.31 | |||||||||
5.32 | Bij beschikbare recente infraroodopnamen van een warmtebeeldcamera (ten hoogste 1 jaar oud): is het koude- of warmtepatroon op die opnamen gelijkmatig? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.32 | |||||||||
5.33 | Functioneert de regeling en functioneren de regelkleppen correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.33 | |||||||||
5.34 | Bij een aanwezige dauwpuntregeling (van de groep klimaatplafonds ter voorkoming van condens): functioneert die correct? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Niet te beoordelen | |||||||||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.34 | |||||||||
5.35 | Worden alle groepen door de juiste ruimte-bedieneenheid aangestuurd? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.35 | |||||||||
Bij een aanwezige ventilatorconvector: 5.40 t/m 5.46
5.40 | Zijn de (flexibele) aansluitingen op het verwarmings-of koelelement geĆÆsoleerd en verkeren die in een goede staat? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.40 | |||||||||
5.41 | Functioneren de ventilatorconvectoren correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.41 | |||||||||
5.42 | Functioneert de thermostaat correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.42 | |||||||||
5.43 | Functioneert de (thermische) regelapparatuur correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.43 | |||||||||
5.44 | Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 5.44 | |||||||||
5.45 | Bij aanwezige luchtfilters: zijn de luchtfilters vervuild of beschadigd? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee | |||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 5.45 | |||||||||
5.46 | Worden alle groepen door de juiste ruimte-bedieneenheid aangestuurd? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.46 |
Bij aanwezig kanaal (na)koelelement: 5.50 t/m 5.55
5.50 | Is het kanaal (na)koelelement geĆÆsoleerd en verkeert dit in een goede staat? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.50 | |||||||||
5.51 | Functioneert de regelapparatuur correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 5.51 | |||||||||
5.52 | Bij een aanwezige afvoervoorziening voor condenswater of condenswaterpomp: functioneert die correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Niet van toepassing | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.52 | |||||||||
5.53 | Bij een aanwezige dauwpuntregeling: functioneert die correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Niet van toepassing | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.53 | |||||||||
5.54 | Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 5.54a | |||||||||
ā” | Niet te beoordelen, advies 5.54b | |||||||||
5.55 | Bij aanwezige luchtfilters: zijn de luchtfilters vervuild of beschadigd? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee | |||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 5.55 |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
Bij aanwezige radiatoren of convectoren: 5.60 en 5.61
5.60 | Zijn de radiatoren (voldoende) geschikt voor lage temperatuur verwarming (LTV)? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Niet bekend, selecteer advies 5.60a | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.60b | |||||||||
5.61 | Zijn er belemmeringen voor een goede werking van de radiatoren (gordijnen, dozen, kasten, tafels en dergelijke)? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.61 | |||||||||
5.62 | Zijn de radiatoren en convectoren voorzien van thermostaatknoppen, thermostaatregeling of voetventielen? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 5.62 |
6. Lucht toe- en afvoer (ventilatiesysteem)
6.1 | Bij (comfort) klachten: is het juiste type inblaas- en afzuigroosters geplaatst en zijn ze op de juiste locatie geplaatst? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 6.1 | |||||||||
6.2 | Kan de lucht bij de luchtinlaten en -uitlaten vrij in en uitstromen? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 6.2 | |||||||||
6.3 | Zijn de luchtinlaten en -uitlaten vervuild? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 6.3 | |||||||||
6.4 | Functioneren de luchtinlaten en -uitlaten correct? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 6.4 | |||||||||
6.5 | Wordt de aangezogen buitenlucht opgewarmd door de directe omgeving of andere (externe) bronnen? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 6.5 |
7. Luchtfiltering (ventilatiesysteem)
7.1 | Worden de luchtfilters ten minste eenmaal per jaar vervangen of gereinigd (VRV systemen)? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 7.1 | |||||||||
7.2 | Zijn de luchtfilters schoon en is het drukverschil (Pa) over de filters voldoende laag (duidelijk onder de eindweerstand zoals beschreven in de technische specificaties)? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 7.2 | |||||||||
7.3 | Zijn luchtfiltersecties in goede en droge staat? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 7.3 | |||||||||
7.4 | Is de afdichting van filters en behuizingen in orde? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 7.4 | |||||||||
7.5 | Is er sprake is van ontbrekende, geblokkeerde of beschadigde luchtfilters? | ā” | Nee | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Ja, selecteer advies 7.5 | |||||||||
7.6 | Zijn de luchtfilters op de juiste wijze (oriĆ«ntatie) geplaatst? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 7.6 | |||||||||
7.7 | Zijn de juiste gecertificeerde filters met de juiste luchtfilterklasse geplaatst? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 7.7 | |||||||||
7.8 | Is de conditie van de drukmeter van het filterdifferentieel in goede staat? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 7.8 |
8. Warmtewisselaars en warmteterugwinning (ventilatiesysteem)
Bij aanwezige warmteterugwinning
8.1 | Zijn de warmtewisselaars vervuild? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 8.1 | |||||||||
8.2 | Is de toestand van de warmtewisselaars en overige onderdelen van de warmteterugwinning in orde (bijvoorbeeld onbeschadigd)? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD- A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 8.2 | |||||||||
8.3 | Is het energierendement van de warmteterugwinning in overeenstemming met de technische specificaties? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 8.3 | |||||||||
8.4 | Zijn er tekenen van koelmiddellekkage? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Ja, selecteer advies 8.4 |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
9. Kanaalwerk ventilatie (ventilatiesysteem)
9.1 | Zijn er tekenen van vocht, afzetting, verstopping en dergelijke? | ā” | Nee | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Ja, selecteer advies 9.1 | |||||||||
9.2 | Verkeert de luchtafdichting van het leidingwerk in een goede staat? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 9.2 | |||||||||
9.3 | Is er kanaalisolatie aanwezig (waar wenselijk) en zo ja, is deze in goede staat? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 9.3 | |||||||||
9.4 | Zijn de luchtkanalen (overmatig) vervuild? | ā” | Nee | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Ja, selecteer advies 9.4 | |||||||||
9.5 | Staan alle brandklappen open? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 9.5 |
10. Luchtbehandelingskast en ventilator (ventilatiesysteem)
10.1 | Zijn de luchtstromen die door de luchtbehandelingseenheid worden geleverd in overeenstemming met de technische specificaties? | ā” | De luchtstromen zijn niet te bepalen of technische specificaties zijn niet aanwezig | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 10.1 | |||||||||
10.2 | Is de luchtbehandelingskast van een energiezuinig type? | ā” | Nee, selecteer advies 10.2 | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Ja |
11. Regeling en instellingen
- Koeling
11.1 | Sluit de zone-indeling voldoende aan bij de specifieke koudevraag van de sectoren? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Nee, selecteer advies 11.1 | ||||||||||
11.2 | Is de kloktijd van de klok die de koeling aanstuurt juist? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, adviseer advies 11.2 | ||||||||||
11.3 | Komt het klokprogramma voor de koeling overeen met de bedrijfstijden? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 11.3 | ||||||||||
11.4 | Zijn de locaties van de temperatuursensor(en) voor de koeling correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Nee, selecteer advies 11.4 | ||||||||||
11.5 | Is de aangegeven temperatuur van de temperatuursensoren voor koeling correct? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Nee, selecteer advies 11.5 | ||||||||||
11.6 | Bij een gekoeld watersysteem: is de regeling voor gekoeld water in orde en optimaal ingesteld? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Ja | ||||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.6 | ||||||||||
11.7 | Zijn er zones die gelijktijdig worden verwarmd en gekoeld? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Ja, selecteer advies 11.7 | ||||||||||
11.8 | Zijn er ruimten die gelijktijdig worden verwarmd en gekoeld? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||
ā” | Ja, selecteer advies 11.8 | ||||||||||
11.9 | Zijn er ruimten met een (bijna) permanente koelvraag waar geen vrije koeling wordt toegepast? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | |||
ā” | Ja, selecteer advies 11.9 | ||||||||||
11.10 | Aantal starts en stops | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | |||||
Kan het aantal starts en stops worden uitgelezen? | ā” | Nee, selecteer advies 11.10a | |||||||||
ā” | Ja | ||||||||||
Bepaal het aantal starts en stops en draaiuren | Aantal starts en stops: | ||||||||||
Aantal draaiuren: | |||||||||||
Bedraagt het aantal starts en stops meer dan 4 per uur? | ā” | Nee | |||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 11.10b |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
- Ventilatie
11.11 | Sluit de zone-indeling van het ventilatiesysteem aan bij de ventilatievraag van sectoren? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.11 | |||||||||
11.12 | Is de kloktijd van de klok die de regeling van het ventilatiesysteem aanstuurt juist? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, adviseer advies 11.12 | |||||||||
11.13 | Sluit het klokprogramma van de regeling van het ventilatiesysteem aan bij de bedrijfstijden? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.13 | |||||||||
11.14 | Is er een luchtdebietregeling aanwezig? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.14 | |||||||||
11.15 | Bij een aanwezige luchtdebietregeling: is die traploos of vraaggestuurd? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.15 | |||||||||
11.16 | Bij een aanwezig traploos of vraaggestuurd systeem: functioneert dit correct? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.16 | |||||||||
11.17 | Bij een aanwezige voorverwarming, is de regeling van de voorverwarming in orde en optimaal ingesteld? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.17 | |||||||||
11.18 | Bij een aanwezig bevochtigingssysteem, is de regeling van het bevochtigingssysteem in orde en optimaal ingesteld? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.18 |
- Verwarming
11.21 | Sluit de zone-indeling voldoende aan bij de specifieke warmtevraag van de sectoren? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.21 | ||||||||||
11.22 | Is de kloktijd van de klok die de verwarming aanstuurt juist? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | |||||
ā” | Nee, adviseer advies 11.22 | ||||||||||
11.23 | Komt het klokprogramma voor de verwarming overeen met de bedrijfstijden? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.23 | ||||||||||
11.24 | Zijn de locaties van de temperatuursensoren voor de verwarming correct? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.24 | ||||||||||
11.25 | Is de aangegeven temperatuur van de temperatuursensoren, voor verwarming, correct? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.25 | ||||||||||
11.26 | Zijn er ruimten die niet hoeven te worden verwarmd maar toch worden verwarmd? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.26 | ||||||||||
11.27 | Zijn er ruimten die naast het verwarmingssysteem (warmtepompen) ook nog door andere bronnen, heaters en dergelijke, worden verwarmd en waar geen thermostatische kleppen of thermostaten zijn geplaatst? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-A | |||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.27 | ||||||||||
11.28 | Bij een aanwezig waterdistributiesysteem, is het afgiftesysteem van de verwarming waterzijdig goed ingeregeld? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | EPBD-A | |||||
ā” | Ja | ||||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 11.28 | ||||||||||
11.29 | Aantal starts en stops | ā | ā | EPBD-A | |||||||
Kan het aantal starts en stops worden uitgelezen? | ā” | Nee, selecteer advies 11.29a | |||||||||
ā” | Ja | ||||||||||
Bepaal het aantal starts en stops en draaiuren | Aantal starts en stops: | ||||||||||
Aantal draaiuren: | |||||||||||
Bedraagt het aantal starts en stops meer dan 4 per uur? | ā” | Nee | |||||||||
ā” | Ja, selecteer advies 11.29b |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
12. Bemetering
- Koeling
12.1 | Wordt het energiegebruik van het koelsysteem gemeten? | ā” | Ja | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee, selecteer advies 12.1 | |||||||||
12.2 | Als het energiegebruik van het koelsysteem wordt gemeten, worden de data ook regelmatig uitgelezen en beoordeeld? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 12.2 |
- Verwarming
12.11 | Wordt het energiegebruik van het verwarmingssysteem gemeten? | ā” | Ja | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 12.11 | |||||||||
12.12 | Als het energiegebruik van het verwarmingssysteem wordt gemeten, worden de data ook regelmatig uitgelezen en beoordeeld? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 12.12 |
13. Alternatieven
13.1 | Zijn alle ramen op zonbelaste gevels voorzien van buitenzonwering? | ā” | Ja, | ā | ā | ā | ā | EPBD-A | ||
ā” | Nee, selecteer advies 13.1 | |||||||||
13.2 | Is er restwarmte van ten minste 70 Ā°C beschikbaar? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja, selecteer advies 13.2 | |||||||||
13.3 | Bij behoefte aan gelijktijdige verwarming en koeling: wordt de condensorwarmte benut? | ā” | Niet van toepassing | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja | |||||||||
ā” | Nee, selecteer advies 13.3 | |||||||||
13.4 | Is er sprake van een laag temperatuur warmteafgifte zonder toepassing van warmtepompen? | ā” | Nee | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Ja, selecteer advies 13.4 |
Keuring | Vereist diploma | |||||
A | B | C | D |
14. Systeemgrootte
- Koeling
14.1 | Is er voor dit gebouw of gebouwdeel al een keer een EPBD aircokeuring uitgevoerd waarin het opgestelde koelvermogen is beoordeeld in relatie tot het benodigde vermogen? | ā” | Ja, ga naar vraag 14.2 | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Weet niet, ga naar vraag 14.3 | |||||||||
ā” | Nee, ga naar vraag 14.3 | |||||||||
14.2 | Zijn er na de beoordeling van het opgestelde koelvermogen, in relatie tot het benodigde koelvermogen, nog aanpassingen gedaan aan het gebouw of het klimaatsysteem die van invloed zijn op de koelbehoefte van het gebouw of gebouwdeel? | ā” | Ja, ga naar vraag 14.3 | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Weet niet, ga naar vraag 14.3 | |||||||||
ā” | Nee, vraag 14.3 en 14.4 kunnen overgeslagen worden | |||||||||
14.3 | Is er een actuele koelbehoefteberekening volgens BRL6000 beschikbaar? | ā” | Ja, ga naar vraag 14.4 | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee, selecteer advies 14.3, vraag 14.4 kan overgeslagen worden | |||||||||
14.4 | Is het opgestelde koelvermogen meer dan 20% hoger dan het benodigde koelvermogen? | ā” | Ja, selecteer advies 14.4 | ā | ā | ā | ā | EPBD-B | ||
ā” | Nee |
- Verwarming
14.11 | Is er voor dit gebouw of gebouwdeel al een keer een EPBD aircokeuring uitgevoerd waarin het opgestelde verwarmingsvermogen is beoordeeld in relatie tot het benodigde vermogen? | ā” | Ja, ga naar vraag 14.12 | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Weet niet, ga naar vraag 14.13 | |||||||||
ā” | Nee, ga naar vraag 14.13 | |||||||||
14.12 | Zijn er na de beoordeling van het opgestelde verwarmingsvermogen in relatie tot het benodigde verwarmingsvermogen nog aanpassingen gedaan aan het gebouw of het klimaatsysteem die van invloed zijn op de warmtebehoefte van het gebouw of gebouwdeel? | ā” | Ja, ga naar vraag 14.13 | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Weet niet, ga naar vraag 14.13 | |||||||||
ā” | Nee, vraag 14.13 en 14.14 kunnen overgeslagen worden | |||||||||
14.13 | Is er een actuele warmtebehoefteberekening opgesteld volgens BRL6000 beschikbaar? | ā” | Ja, ga naar vraag 14.14 | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Nee, selecteer advies 14.13, vraag 14.14 kan overgeslagen worden | |||||||||
14.14 | Is het opgestelde verwarmingsvermogen meer dan 20% hoger dan het benodigde verwarmingsvermogen? | ā” | Ja, selecteer advies 14.14 | ā | ā | EPBD-B | ||||
ā” | Nee |
Advieslijst
1. Systeem
Aanwezige documentatie/informatie
1.1a | ā” | Er is geen onderhoudslogboek van het koelsysteem of verwarmingssysteem aanwezig. Advies: stel dit op en houd daarin de gegevens over de installatie bij. |
1.1.b | ā” | Er is geen onderhoudslogboek van het ventilatiesysteem aanwezig. Advies: stel dit op en houd daarin de gegevens over de installatie bij. |
1.1.c | ā” | Er is geen klachtenregister aanwezig. Advies: stel dit op en houd daarin klachten over de installatie bij. |
1.1d | ā” | Er is geen (ontwerp)beschrijving beschikbaar van de gewenste inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of ventilatiedebiet) van het klimaatsysteem met betrekking tot verwarming, koeling of ventilatie. Advies: stel deze op. |
1.1e | ā” | Er is geen informatie beschikbaar over de huidige inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of ventilatiedebiet) van het klimaatsysteem met betrekking tot verwarming, koeling of ventilatie. Advies: verzamel deze informatie. |
1.1f | ā” | Er is geen overzicht van het koelsysteem of verwarmingssysteem (met inbegrip van locatie hoofdcomponenten) beschikbaar. Advies: stel dit op. |
1.1g | ā” | Er is geen principeschema (met bijbehorende revisies) van het klimaatsysteem beschikbaar. Advies: stel dit op. |
1.1h | ā” | Er is geen beschrijving van de regeling watertemperatuur van het gekoeld watersysteem beschikbaar. Advies: stel deze op. |
1.1i | ā” | Er is geen beschrijving van de stooklijn voor koel- en verwarmingszones beschikbaar. Advies: stel deze op. |
1.1j | ā” | Er zijn geen ontwerpspecificaties ten aanzien van de condensortemperatuur of verdampertemperatuur beschikbaar. Advies: stel deze op. |
1.1k | ā” | Er zijn geen monitoringsgegevens van de energieopslag beschikbaar. Advies: stel deze op volgens BRL6000-21. |
1.1l | ā” | Er is geen omschrijving van de zone-indeling voor koeling of verwarming beschikbaar. Advies: stel deze op. |
1.1m | ā” | Er is geen omschrijving van de zone-indeling voor ventilatie beschikbaar. Advies: stel deze op. |
1.1p | ā” | Er zijn geen technische specificaties over de luchtstromen van het ventilatiesysteem beschikbaar. Advies: stel deze op. |
1.1q | ā” | Er is geen meetrapport van het ventilatiesysteem beschikbaar. Advies: stel dit op. |
Onderhoud en beheer
1.2 | ā” | Er wordt geen of onvoldoende onderhoud verricht aan de koelinstallatie. Advies: sluit alsnog een onderhoudscontract met een installateur of breidt het onderhoudscontract uit. |
1.3 | ā” | Er wordt geen of onvoldoende onderhoud verricht aan de luchtbehandelingskast. Advies: sluit alsnog een onderhoudscontract met een installateur of breidt het onderhoudscontract uit. |
1.4 | ā” | Er zijn repeterende klachten die niet goed worden opgepakt of afgehandeld. Advies: handel de klachten alsnog correct af. |
2. Koude-/warmteopwekking
2.1 | ā” | De directe omgeving van de koude- of warmteopwekker(s) is niet ordelijk of schoon (vervuild of losse materialen en dergelijke). Advies: maak de directe omgeving ordelijk en schoon. |
2.2 | ā” | Er zijn belemmeringen voor een goede werking van de koude-of warmteopwekker(s). Advies: verwijder de belemmeringen. |
2.3 | ā” | Het principeschema is niet aanwezig of komt niet overeen met de werkelijkheid (er zijn afwijkingen tussen de werkelijke situatie en het principeschema). Advies: stel een correct principeschema op. |
2.4 | ā” | De opstelling van de koude- of warmteopwekker(s) is niet juist. Advies: stel de installatie correct op volgens installatievoorschrift of eisen fabrikant. |
2.5 | ā” | De isolatie van de koudemiddelleidingen is niet volledig of verkeert in slechte staat. Advies: breng de isolatie aan of herstel dit. |
2.6 | ā” | Er zijn onderdelen met een hoog trillings- of geluidsniveau. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan en verhelp zo mogelijk het probleem. |
2.7 | ā” | Er is meer dan een koude- of warmteopwekker aanwezig, deze zijn niet voorzien van een cascaderegeling (koude-en warmteopwekkers worden ingeschakeld en afgeschakeld afhankelijk van de behoefte). Advies: voorzie de koude- en warmteopwekkers van een cascaderegeling. |
2.8 | ā” | Er is een cascaderegeling of cascadestrategie aanwezig die niet optimaal is ingesteld. Advies: optimaliseer de cascaderegeling. |
2.9 | ā” | Het besparingspotentieel van de aanwezige koude-opwekker is meer dan 20%: de Energie Efficiency Rate (EER) is te laag. Advies: verbeter de Energie Efficiency Rate (EER) van de koude-opwekker. |
2.10 | ā” | Het besparingspotentieel van de aanwezige warmte-opwekker is meer dan 20%: de CoĆ«fficiĆ«nt of Performance (COP) is te laag. Advies: verbeter de CoĆ«fficiĆ«nt of Performance (COP) van de warmteopwekker. |
2.11 | ā” | De gemiddelde verschillen tussen de onttrekkings- en infiltratietemperaturen zijn erg klein (delta-T ā¤ 4 Ā°C). Advies: controleer de installatie aan de hand van de ontwerpspecificaties en stel deze zo nodig bij. |
3. Distributiesysteem
3.1 | ā” | De leidingen of appendages voor gekoeld en warm water zijn niet geĆÆsoleerd of de isolatie ervan verkeert in een slechte staat. Advies: breng deze aan of herstel deze. |
3.2 | ā” | Er is mogelijk sprake van lekkage. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder vervolgens de lekkagesporen. |
3.3 | ā” | Niet alle pompen in het distributiesysteem zijn energiezuinige pompen. Advies: plaats energiezuinige pompen. |
3.4 | ā” | De nadraaitijd bij uitschakeling van de circulatiepompen van het distributiesysteem is niet juist. Advies: stel de juiste nadraaitijd van deze circulatiepompen in. |
3.5 | ā” | Er zijn geen frequentiegeregelde pompen met variabel debiet geĆÆnstalleerd, daar waar een wisselend debiet wordt verwacht. Advies: installeer frequentiegeregelde pompen met variabel debiet. |
3.6 | ā” | Er zijn geen vuilvangers, slibfilters en ontgassing toegepast (ten behoeve van een betere warmteoverdracht). Advies: installeer deze. |
3.7 | ā” | Het temperatuurverschil tussen de aanvoer en retour is erg klein (< 4 Ā°C). Advies: regel de installatie opnieuw in. |
4. Afgifte condensorwarmte
4.1 | ā” | De condensorunit(s) zijn vervuild, dit belemmert een goede werking. Advies: reinig deze. |
4.2 | ā” | Er zijn tekenen van (mogelijke) koudemiddellekkage. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder vervolgens de lekkagesporen. |
4.3 | ā” | Er zijn belemmeringen bij de luchtaanzuiging, dit belemmert een goede werking. Advies: verwijder de belemmering. |
4.4 | ā” | De aanzuiglucht van de condensors wordt verwarmd door externe bronnen of de directe omgeving. Advies: verhelp dit. |
4.5 | ā” | De ventilatoren zijn niet voorzien van toerenregeling. Advies: overweeg het gebruik van toerenregeling op de ventilatoren. |
4.6 | ā” | De condensortemperatuur is niet volgens de ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor verlaging van de condensortemperatuur. |
4.7 | ā” | Het temperatuurverschil tussen de aanvoer en retour van en naar de koeltoren is erg klein. Advies: inspecteer de koeltoren op vervuiling. |
5. Afgiftesystemen
5.1 | ā” | De warmtewisselaar(s) in de afgifte-units zijn vervuild, dit belemmert een goede werking. Advies: reinig deze. |
5.2 | ā” | De aanzuiglucht van de luchtbehandelingskast wordt verwarmd door externe bronnen of de directe omgeving. Advies: verhelp dit. |
5.3 | ā” | De filters zijn vervuild of beschadigd. Advies: vervang de filters en controleer de filters periodiek. |
5.4 | ā” | Er zijn tekenen van mogelijke (koudemiddel)lekkage. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder vervolgens de lekkagesporen. |
5.5 | ā” | Er zijn (comfort) klachten mogelijk als gevolg van onjuist geplaatste roosters voor het inblazen of afzuiging van lucht. Advies: controleer de roosters en vervang deze zo nodig door juiste types. |
5.6 | ā” | Er zijn (comfort) klachten mogelijk doordat de luchtverdeling in de ruimten niet in orde is. Advies: controleer de luchtverdeling in de ruimten en stel deze zo nodig opnieuw in. |
5.7 | ā” | De verdampertemperatuur is niet volgens de ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor verhoging van de verdampertemperatuur. |
Vloerkoeling en betonkernactivering
5.10 | ā” | De aanvoer- en retourtemperatuurgroepen zijn niet volgens de ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek dit nader en herstel dit zo nodig. |
5.11 | ā” | De regeling van de geregelde groepen functioneert niet correct. Advies: herstel dit gebrek. |
5.12 | ā” | Niet alle groepen worden door de juiste ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek. |
5.13 | ā” | Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder vervolgens de lekkagesporen. |
5.14 | ā” | Er is sprake van een ongelijkmatige temperatuurverdeling van de verschillende groepen. Advies: onderzoek dit gebrek nader en regel dit zo nodig opnieuw in. |
Inductie-unit
5.20 | ā” | Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder vervolgens de lekkagesporen. |
5.21 | ā” | De na-regeling van de temperatuur werkt niet correct. Advies: controleer de regeling en pas deze zo nodig aan. |
5.22 | ā” | De dauwpuntregeling werkt niet correct. Advies: controleer de regeling en pas deze zo nodig aan. |
5.23 | ā” | De condenswaterafvoer werkt niet correct. Advies: herstel dit gebrek. |
5.24 | ā” | De aanvoer- en retourtemperaturen van het gekoeld water zijn niet volgens de ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek dit nader en regel dit opnieuw in. |
5.25 | ā” | De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies: reinig de warmtewisselaar of herstel deze. |
5.26 | ā” | De luchtuitstroom is niet optimaal (volgens de ontwerpspecificaties). Advies: onderzoek de oorzaak en herstel dit gebrek. |
Klimaatplafond
5.30 | ā” | Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder vervolgens de lekkagesporen. |
5.31 | ā” | De klimaatplafonds worden niet twee keer per jaar gecontroleerd via infraroodopnamen met een warmtebeeldcamera. Advies: controleer deze twee keer per jaar met een warmtebeeldcamera. |
5.32 | ā” | Het warmtepatroon op met een warmtebeeldcamera gemaakte infraroodopnamen is ongelijkmatig. Advies: onderzoek of de waterzijdige balans volgens de ontwerpspecificaties is en regel deze zo nodig opnieuw in. |
5.33 | ā” | De regeling of de regelkleppen functioneren niet correct. Advies: onderzoek dit nader en pas een haalbare oplossing toe. |
5.34 | ā” | De dauwpuntregeling van de groep klimaatplafonds (ter voorkoming van condens) functioneert niet correct. Advies: controleer dit en pas dit zo nodig aan. |
5.35 | ā” | Niet alle groepen worden door de juiste ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek. |
Ventilatorconvector
5.40 | ā” | De (flexibele) aansluitingen op het verwarmings- en koelelement zijn niet geĆÆsoleerd of verkeren in een slechte staat. Advies: herstel de isolatie of breng deze aan. |
5.41 | ā” | De ventilatorconvectoren functioneren niet correct. Advies: onderzoek dit gebrek en pas een haalbare oplossing toe. |
5.42 | ā” | De thermostaat functioneert niet correct. Advies: onderzoek dit gebrek en kalibreer of vervang zo nodig de thermostaat. |
5.43 | ā” | De regelapparatuur functioneert niet correct. Advies: controleer de regeling en pas deze zo nodig aan. |
5.44 | ā” | De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies: reinig of herstel de warmtewisselaar. |
5.45 | ā” | De luchtfilters zijn vervuild of beschadigd. Advies: vervang de luchtfilters en controleer deze periodiek. |
5.46 | ā” | Niet alle groepen worden door de juiste ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek. |
Kanaal (na)koelelement
5.50 | ā” | Het kanaal (na)koelelement is niet geĆÆsoleerd of verkeert in een slechte staat. Advies: herstel de isolatie of breng deze opnieuw aan. |
5.51 | ā” | De regelapparatuur functioneert niet correct. Advies: controleer de regeling en pas deze zo nodig aan. |
5.52 | ā” | De afvoervoorziening (condenswater of condenswaterpomp) functioneert niet correct. Advies: herstel dit gebrek. |
5.53 | ā” | De dauwpuntbeveiliging van de groep klimaatplafonds (ter voorkoming van condens) functioneert niet correct. Advies: controleer deze en pas deze zo nodig aan. |
5.54a | ā” | De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies: reinig of herstel de warmtewisselaar. |
5.54b | ā” | De vervuiling of beschadiging van de warmtewisselaar is niet te beoordelen. Advies: breng inspectieluiken aan zodat de wisselaar kan worden geĆÆnspecteerd of gereinigd. |
5.55 | ā” | De luchtfilters zijn vervuild of beschadigd. Advies: vervang de luchtfilters en controleer deze periodiek. |
Radiatoren of convectoren
5.60a | ā” | Het is niet bekend of de radiatoren voldoende geschikt zijn voor lage temperatuur verwarming (LTV). Advies: onderzoek dit zo nodig. |
5.60b | ā” | De radiatoren zijn onvoldoende geschikt voor lage temperatuur verwarming (LTV). Advies: maak de radiatoren voldoende geschikt voor lage temperatuur verwarming (LTV). |
5.61 | ā” | Er zijn belemmeringen voor een goede werking van de radiatoren (gordijnen, dozen, kasten, tafels en dergelijke). Advies: verwijder deze belemmeringen. |
5.62 | ā” | De radiatoren of convectoren zijn niet voorzien van thermostaatknoppen, thermostaatregeling of voetventielen. Advies: voorzie de radiatoren of convectoren van thermostaatknoppen, thermostaatregeling of voetventielen. |
6. Lucht toe en afvoer
6.1 | ā” | Er zijn (comfort) klachten mogelijk als gevolg van een onjuiste type inblaas- en afzuigroosters of door een onjuiste locatie. Advies: controleer dit en selecteer zo nodig de juiste roosters met voldoende worp of kies de juiste locatie. |
6.2 | ā” | Er kan onvoldoende lucht vrij instromen bij de luchtinlaten. Advies: verwijder of verhelp de belemmeringen. |
6.3 | ā” | De luchtinlaten en -uitlaten zijn vervuild. Advies: reinig de luchtinlaten en -uitlaten. |
6.4 | ā” | De luchtinlaten en -uitlaten functioneren niet naar behoren. Advies: onderzoek dit en neem de oorzaak weg. |
6.5 | ā” | De aangezogen buitenlucht wordt opgewarmd door de directe omgeving of (externe) bronnen. Advies: verplaats de luchtinlaat of de (externe) warmtebron. |
7. Luchtfilters
7.1 | ā” | De luchtfilters worden niet jaarlijks vervangen of gereinigd. Advies: vervang of reinig de luchtfilters jaarlijks. |
7.2 | ā” | De luchtfilters zijn vervuild of het drukverschil (Pa) over de filters is te hoog. Advies: vervang de luchtfilters. |
7.3 | ā” | De luchtfiltersecties zijn niet in goede en droge staat. Advies: vervang de luchtfiltersecties. |
7.4 | ā” | De afdichting van filters en behuizingen is niet in orde. Advies: herstel de afdichting. |
7.5 | ā” | Er is sprake van ontbrekende, geblokkeerde of beschadigde luchtfilters. Advies: vervang de luchtfilters. |
7.6 | ā” | De luchtfilters zijn niet op de juiste wijze (oriĆ«ntatie) geplaatst. Advies: plaats de luchtfilters op de juiste locatie (oriĆ«ntatie). |
7.7 | ā” | Er zijn onjuiste filters geplaatst (onjuiste luchtfilterklasse). Advies: plaats nieuwe filters met de juiste filterklasse. |
7.8 | ā” | De luchtfilters zijn niet op de juiste wijze (oriĆ«ntatie) geplaatst. Advies: plaats de luchtfilters op de juiste locatie. |
8. Warmtewisselaars en warmteterugwinning
8.1 | ā” | De warmtewisselaars in de luchtbehandelingskast zijn vervuild, dit belemmert een goede werking. Advies: reinig deze. |
8.2 | ā” | De toestand van de warmterugwinning is niet in orde. Advies: laat de warmteterugwinning nader onderzoeken door de leverancier van de apparatuur. |
8.3 | ā” | Het energierendement van de warmteterugwinning is niet volgens de technische specificaties. Advies: laat de warmteterugwinning nader onderzoeken door de leverancier van de apparatuur. |
8.4 | ā” | Er is mogelijk sprake van koudemiddellekkage. Advies: onderzoek dit gebrek en verhelp zo nodig dit gebrek. |
9. Kanaalwerk ventilatie
9.1 | ā” | Er zijn tekenen van vocht, afzetting of verstopping. Advies: controleer de luchtcondities binnen en buiten het kanaal en raadpleeg een deskundige. |
9.2 | ā” | De staat van het leidingwerk is niet orde. Advies: herstel de afdichtingen. |
9.3 | ā” | De kanaalisolatie is niet orde. Advies: breng kanaalisolatie aan of vervang de kanaalisolatie. |
9.4 | ā” | De luchtkanalen zijn vervuild. Advies: reinig de luchtkanalen volgens NVRL-keur. |
9.5 | ā” | Niet alle brandkleppen staan open. Advies: laat dit onderzoeken door een deskundige. |
10. Luchtbehandelingskast en ventilator
10.1 | ā” | De luchtstromen die door de luchtbehandelingseenheid worden geleverd zijn niet in overeenstemming met de technische specificaties. Advies: stel de luchtstromen opnieuw in. |
10.2 | ā” | De luchtbehandelingskast is niet van een energiezuinig type. Advies: onderzoek of vervanging van de luchtbehandelingskast door een energiezuinige luchtbehandelingskast rendabel is. |
11. Regeling en instellingen
- Koeling
11.1 | ā” | De zonering sluit niet goed aan bij de specifieke koudevraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de koude-vraag aan. |
11.2 | ā” | De kloktijd van de klok die de koeling aanstuurt is onjuist. Advies: stel de klok bij. |
11.3 | ā” | Het klokprogramma voor de koeling komt niet overeen met de bedrijfstijden. Advies: programmeer de kloktijden opnieuw of stel deze opnieuw in. |
11.4 | ā” | De locatie van de temperatuursensor(en) voor de koeling is onjuist. Advies: pas de locatie(s) aan. |
11.5 | ā” | De aangegeven temperatuur van de temperatuursensoren voor koeling is niet correct (te groot verschil tussen gemeten en aangegeven temperatuur). Advies: kalibreer deze temperatuursensoren. |
11.6 | ā” | De regeling voor gekoeld water is niet in orde of niet optimaal ingesteld. Advies: herstel dit gebrek of stel de regeling opnieuw in. |
11.7 | ā” | Er zijn zones die gelijktijdig verwarmd en gekoeld worden. Advies: pas de stooklijnen zodanig aan dat dit wordt voorkomen. |
11.8 | ā” | Er zijn ruimten die gelijktijdig verwarmd en gekoeld worden. Advies: pas de regeling zodanig aan dat dit wordt voorkomen. |
11.9 | ā” | Er zijn ruimten met een (bijna) permanente koudevraag waar (nog) geen gebruik wordt gemaakt van vrije koeling. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor de toepassing van vrije koeling. |
11.10a | ā” | Het aantal starts of stops kan niet worden uitgelezen. Advies: installeer of repareer de start/stopteller. |
11.10b | ā” | Het aantal starts of stops is erg hoog. Advies: onderzoek de mogelijkheden om het aantal starts of stops terug te brengen. |
- Ventilatie
11.11 | ā” | De zonering sluit niet goed aan bij de ventilatievraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de ventilatievraag aan. |
11.12 | ā” | De kloktijd van de klok van de regeling die het ventilatiesysteem aanstuurt is onjuist. Advies: stel de klok bij. |
11.13 | ā” | Het klokprogramma van de regeling van het ventilatiesysteem sluit onvoldoende aan bij de bedrijfstijden. Advies: programmeer het klokprogramma opnieuw of stel deze opnieuw in. |
11.14 | ā” | Er is geen luchtdebietregeling aanwezig: Advies: onderzoek de mogelijkheden voor een vraaggestuurde traploze regeling en breng deze zo mogelijk aan. |
11.15 | ā” | De aanwezige luchtdebietregeling is niet traploos of vraaggestuurd. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor een vraaggestuurde traploze regeling en breng deze zo mogelijk aan. |
11.16 | ā” | Het vraaggestuurd systeem functioneert niet correct. Advies: onderzoek dit en verhelp de oorzaak. |
11.17 | ā” | De regeling van de voorverwarming is niet in orde of niet optimaal ingesteld. Advies: onderzoek de regeling van de voorverwarming en herstel deze. |
11.18 | ā” | De regeling van het bevochtigingssysteem is niet in orde of niet optimaal ingesteld. Advies: onderzoek de regeling van het bevochtigingssysteem en herstel deze. |
- Verwarming
11.21 | ā” | De zonering sluit niet goed aan bij de specifieke warmtevraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de warmtevraag aan. |
11.22 | ā” | De kloktijd van de klok die de verwarming aanstuurt is onjuist. Advies: stel de klok bij. |
11.23 | ā” | Het klokprogramma sluit onvoldoende aan bij de bedrijfstijden. Advies: programmeer de kloktijden of stel deze opnieuw in. |
11.24 | ā” | De locatie van de temperatuursensor(en) voor de verwarming is onjuist. Advies: pas de locatie(s) aan. |
11.25 | ā” | De aangegeven temperatuur van de temperatuursensoren voor verwarming is niet correct (te groot verschil tussen gemeten en aangegeven temperatuur). Advies: kalibreer deze temperatuursensoren. |
11.26 | ā” | Er zijn ruimten die niet hoeven te worden verwarmd maar toch worden verwarmd. Advies: schakel de verwarming uit in ruimten die niet hoeven te worden verwarmd. |
11.27 | ā” | Er zijn ruimten die naast het verwarmingssysteem ook door andere bronnen worden verwarmd waar geen thermostatische kleppen of thermostaten zijn geplaatst. Advies: installeer thermostatische kleppen of thermostaten in die ruimten. |
11.28 | ā” | Het afgiftesysteem van de verwarming is waterzijdig niet goed ingeregeld. Advies: regel het afgiftesysteem van de verwarming waterzijdig (opnieuw) in. |
11.29a | ā” | Het aantal starts of stops kan niet worden uitgelezen. Advies: installeer een start/stopteller. |
11.29b | ā” | Het aantal starts of stops is erg hoog. Advies: onderzoek de mogelijkheden om het aantal starts of stops terug te brengen. |
12. Bemetering
ā Koeling
12.1 | ā” | Het energiegebruik van de koelsysteem wordt niet gemeten. Advies: plaats energiemeters die het energiegebruik van het koelsysteem meten. |
12.2 | ā” | Het energiegebruik van het koelsysteem wordt gemeten maar de data worden niet periodiek uitgelezen of beoordeeld. Advies: lees het energiegebruik van het koelsysteem vanaf heden uit en beoordeel dit vanaf heden. |
- Verwarming
12.11 | ā” | Het energiegebruik van het verwarmingssysteem wordt momenteel niet gemeten. Advies: plaats energiemeters die het energiegebruik van het verwarmingssysteem meten. |
12.12 | ā” | Het energiegebruik van het verwarmingssysteem wordt gemeten maar de data worden niet periodiek uitgelezen of beoordeeld. Advies: lees het energiegebruik van het verwarmingssysteem vanaf heden uit en beoordeel dit vanaf heden. |
13. Alternatieven
13.1 | ā” | Niet alle ramen op zonbelaste gevels zijn voorzien van buitenzonwering. Advies: onderzoek de mogelijkheden om alle ramen op zonbelaste gevels te voorzien van buitenzonwering. |
13.2 | ā” | Er is restwarmte van ten minste 70 Ā°C beschikbaar. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor de toepassing van absorptiekoeling, let er hierbij nadrukkelijk op of de toepassing ervan leidt tot CO2-reductie. |
13.3 | ā” | Er is behoefte aan gelijktijdige verwarming en koeling zonder dat de condensorwarmte wordt benut. Advies: ga de mogelijkheden na om de condensorwarmte van de koelinstallatie te gebruiken. |
13.4 | ā” | Er is sprake van een laag temperatuur warmteafgifte zonder toepassing van warmtepompen. Advies: ga de mogelijkheden na voor het gebruik van warmtepompen en energieopslag. |
14. Systeemgrootte
ā Koeling
14.3 | ā” | Er is geen koelbehoefteberekening van het gebouw of gebouwdeel beschikbaar volgens BRL6000. Advies: stel een koelbehoefteberekening op volgens BRL6000 en beoordeel het rendement en de capaciteit van het huidige koelsysteem. |
14.4 | ā” | Het opgesteld koelvermogen van de klimaatinstallatie is hoog in relatie tot het benodigde vermogen (> 20%). Advies: bepaal bij vervanging van de klimaatinstallatie het benodigde koelvermogen opnieuw en stem de installatie daarop af. |
- Verwarming
14.13 | ā” | Er is geen warmtebehoefteberekening van het gebouw of gebouwdeel volgens BRL 6000 beschikbaar. Advies: stel een warmtebehoefteberekening op volgens BRL6000 en beoordeel het rendement en de capaciteit van het huidige verwarmingssysteem. |
14.14 | ā” | Het opgesteld verwarmingsvermogen van de klimaatinstallatie is hoog in relatie tot het benodigde vermogen (>20%). Advies: bepaal bij vervanging van de klimaatinstallatie het benodigde verwarmingsvermogen opnieuw en stem de installatie daarop af. |
15. Overig
15.1 | ā” | Laat ten minste eenmaal per 10 jaar een EPA-U maatwerkadvies opstellen (door een gecertificeerd bedrijf) naar de mogelijke energiebesparende maatregelen. |
15.2 | ā” | Kies bij vervanging van installatiecomponenten voor componenten die geschikt zijn voor hoog temperatuur koeling (als het gebouw daarvoor geschikt is). |
15.3 | ā” | Kies bij vervanging van koude-of warmteopwekker(s), pompen, ventilatoren, luchtbehandelingskast(en) en dergelijke voor de meest energie-efficiĆ«nte variant. |
ā” | ||
ā” | ||
ā” |
Toelichting bij advies
Nummer | Toelichting |
Overige opmerkingen inspecteur
Ondertekening
Plaats: Datum: Handtekening: |