Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 2.26 (geometrische begrenzing civiele explosieaandachtsgebieden en opslagplaatsen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
De geometrische begrenzing van de civiele explosieaandachtsgebieden A, bedoeld in artikel 5.28, aanhef en onder b, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is vastgelegd in bijlage III.
2.
De geometrische begrenzing van de civiele explosieaandachtsgebieden B, bedoeld in artikel 5.28, aanhef en onder b, van het Besluit kwaliteit leefomgeving is vastgelegd in bijlage III.
3.
De geometrische begrenzing van de civiele explosieaandachtsgebieden C, bedoeld in artikel 5.28, aanhef en onder b, van het Besluit kwaliteit leefomgeving is vastgelegd in bijlage III.
4.
De geometrische begrenzing van de civiele opslagplaatsen waar ontplofbare stoffen voor civiel gebruik worden opgeslagen binnen de locaties, genoemd in bijlage IX, onder D, bij artikel 5.28, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is vastgelegd in bijlage III.