Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 7.124 (milieubelastende activiteit: veehouderij, ippc-installatie)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een ippc-installatie voor het houden van pluimvee of varkens, bedoeld in artikel 3.201 van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 7.27, verstrekt.
2.
Bij de aanvraag worden ook de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
een opgave van het aantal landbouwhuisdieren per diercategorie als bedoeld in bijlage V dat ten hoogste zal worden gehouden;
- b.
per dierenverblijf:
- 1°
een opgave van het aantal landbouwhuisdieren per diercategorie als bedoeld in bijlage V dat ten hoogste zal worden gehouden;
- 2°
een beschrijving van het huisvestingssysteem en van de aanvullende techniek; en
- 3°
een beschrijving van de wijze van ventilatie;
- c.
per dierenverblijf waar landbouwhuisdieren worden gehouden waarvoor in bijlage V een emissiefactor voor geur of PM10 is vastgesteld:
- 1°
een plattegrondtekening op schaal met de ligging van de dierenverblijven, de emissiepunten en een overzicht van ventilatoren met diameter; en
- 2°
een doorsnedetekening met de goothoogte, de nokhoogte en de hoogte van het emissiepunt;
- d.
de lozingsroutes;
- e.
als er sprake is van het opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie met een totaal volume van meer dan 3 m3: een opgave van het totaal volume van de opslagcapaciteit in kubieke meters bij een opslag van meer dan 600 m3;
- f.
als er sprake is van het opslaan van drijfmest, digestaat of dunne fractie in een mestbassin:
- 1°
het volume in kubieke meters en de oppervlakte van het mestbassin in vierkante meters; en
- 2°
het totaal volume of de totale oppervlakte van de mestbassins op de locatie als het gezamenlijke volume meer is dan 2.500 m3 of de gezamenlijke oppervlakte ten minste 350 m2 is;
- g.
als er sprake is van het composteren en opslaan van groenafval met een volume van 3 m3 tot en met 600 m3: het maximale volume in kubieke meters van de opslag of het composteren;
- h.
als er sprake is van het reinigen van voertuigen of werktuigen voor agrarische activiteiten: gegevens of bescheiden waaruit blijkt welke handelingen met gewasbeschermingsmiddelen worden verricht; en
- i.
als gasflessen worden gevuld met propaan of butaan: de hoeveelheid gassen in liters die ten hoogste wordt opgeslagen.