Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 4.36 (fytosanitair certificaat)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-09-2023, Stcrt. 2023, 26205 (uitgifte: 19-09-2023, regelingnummer: 2023-0000568411)
09-06-2021, Stcrt. 2021, 31421 (uitgifte: 16-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2023, Stcrt. 2023, 26454 (uitgifte: 02-10-2023, regelingnummer: 2023-0000589458)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Als plantensoorten waarvoor een fytosanitair certificaat als bedoeld in artikel 3.70, onder a, van het Besluit kwaliteit leefomgeving bij de Minister voor Natuur en Stikstof kan worden aangevraagd, worden aangewezen:
- a.
Apocynaceae: Pachypodium spp;
- b.
Cactaceae: de soorten, genoemd in bijlage B bij de cites-basisverordening;
- c.
Droseraceae: Dionaea muscipula;
- d.
Euphorbiaceae: de succulente soorten, genoemd in bijlage B bij de cites-basisverordening;
- e.
Liliaceae: de soorten Aloe, genoemd in bijlage B bij de cites-basisverordening;
- f.
Nepenthaceae: de soorten Nepenthes, genoemd in bijlage B bij de cites-basisverordening;
- g.
Orchidaceae: de soorten, genoemd in bijlage B bij de cites-basisverordening, de hybriden van de soorten Paphiopedilum; en
- h.
Sarraceniaceae: de soorten, genoemd in bijlage B bij de cites-basisverordening.