Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 7.79 (milieubelastende activiteit: winningsafvalvoorziening)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het storten of verzamelen van winningsafvalstoffen, bedoeld in de Artikelen 3.84, eerste lid, onder c, en 3.85, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de gegevens en bescheiden, bedoeld in de artikelen 7.26 en 7.27, verstrekt.
2.
Bij de aanvraag worden ook de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
een winningsafvalbeheersplan als bedoeld in artikel 5 van de richtlijn winningsafval;
- b.
bewijs dat de winningsafvalvoorziening geschikt is gelegen, in het bijzonder gelet op verplichtingen voor beschermde gebieden en geologische, hydrologische en hydrogeologische, seismische en geotechnische factoren;
- c.
bewijs dat de winningsafvalvoorziening zo is ontworpen dat wordt voldaan aan de noodzakelijke voorwaarden om:
- 1°
verontreiniging van bodem, lucht, oppervlaktewaterlichamen of grondwater te voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met de kaderrichtlijn water en de grondwaterrichtlijn;
- 2°
zeker te stellen dat verontreinigd water en percolaat op doelmatige wijze kunnen worden verzameld; en
- 3°
erosie door water of wind wordt tegengegaan voor zover dat technisch mogelijk en economisch haalbaar is;
- d.
bewijs dat de winningsafvalvoorziening passend is gebouwd, wordt beheerd en onderhouden om:
- 1°
de fysische stabiliteit te verzekeren;
- 2°
verontreiniging of besmetting van bodem, lucht, oppervlaktewaterlichamen of grondwater te voorkomen; en
- 3°
schade aan het landschap zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken;
- e.
ontwerpen en regelingen voor:
- 1°
periodieke monitoring en inspectie van de winningsafvalvoorziening door personen die beschikken over de daarvoor benodigde vakbekwaamheid; en
- 2°
een beschrijving van de maatregelen die worden getroffen als de resultaten van de monitoring en inspectie wijzen op instabiliteit of verontreiniging van water of bodem;
- f.
regelingen voor:
- 1°
de rehabilitatie en sluiting van de winningsafvalvoorziening; en
- 2°
de fase na sluiting van de winningsafvalvoorziening;
- g.
bewijs dat in het ontwerp en bij de bouw van een winningsafvalvoorziening van categorie A rekening is gehouden met de noodzakelijke voorwaarden om een zwaar ongeval te voorkomen en de nadelige gevolgen van een dergelijk ongeval voor de gezondheid of het milieu te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken;
- h.
een beschrijving van de structuur van de onderneming en de organisatie; en
- i.
bewijs dat financiële zekerheid is of wordt gesteld voor het nakomen van verplichtingen die gaan gelden op grond van de omgevingsvergunning en dat het bedrag waarvoor de zekerheid in stand wordt gehouden, is berekend overeenkomstig beschikking nr. 2009/335/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 april 2009 inzake technische richtsnoeren voor het stellen van de financiële zekerheid overeenkomstig Richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën (PbEU 2006, L 102/15).