Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 4.20 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten vogelrichtlijn: commercieel bezit van bij bestrijding of populatiebeheer verkregen vogels)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-06-2021, Stcrt. 2021, 31421 (uitgifte: 16-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de wet in samenhang met artikel 11.38, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, om zonder omgevingsvergunning dode vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de vogelrichtlijn of gemakkelijk herkenbare delen van die vogels of uit die vogels verkregen producten te verkopen, te vervoeren voor verkoop, onder zich te hebben voor verkoop of aan te bieden voor verkoop geldt niet als de vogels aantoonbaar zijn verkregen:
- a.
- b.
in overeenstemming met:
- 1°
een voor die bestrijding verleende omgevingsvergunning;
- 2°
de regels in een omgevingsverordening op grond van artikel 5.2, eerste lid, van de wet en artikel 11.42 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarin de bestrijding als vergunningvrij geval wordt aangewezen; of
- 3°
de artikelen 4.18 en 4.19.