Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 7.197j (module: flora- en fauna-activiteit)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
08-12-2021, Stcrt. 2022, 713 (uitgifte: 10-01-2022, regelingnummer: WJZ/ 21288684)
09-06-2021, Stcrt. 2021, 31421 (uitgifte: 16-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het verrichten van een flora- en fauna-activiteit, bedoeld in hoofdstuk 11, van het Besluit activiteiten leefomgeving, worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
de Nederlandse en wetenschappelijke naam van de soort waarom het gaat;
- b.
de verwachte datum en het verwachte tijdstip van het begin van de activiteit en de verwachte duur ervan, inclusief een onderbouwing en planning van de werkzaamheden die in het kader van de activiteit worden verricht;
- c.
de belangrijkste door de aanvrager bestudeerde alternatieven voor de activiteit en een onderbouwing waarom er geen andere bevredigende oplossing is dan het verrichten van de activiteit;
- d.
een beschrijving van:
- 1°
de locatie en het gebied rondom de locatie waarop de activiteit wordt verricht;
- 2°
de verspreiding van soorten en hun functies in en rondom het gebied, bedoeld onder 1°, inclusief het onderzoek dat daarnaar verricht is;
- 3°
de functies van de nesten of rustplaatsen van soorten en hoe essentieel deze zijn voor de staat van instandhouding van betreffende soorten;
- 4°
de wijze waarop de activiteit wordt verricht;
- 5°
de mitigerende maatregelen die worden getroffen om schade aan de soort te voorkomen;
- 6°
de compenserende maatregelen die worden getroffen om onvermijdelijke schade aan de soort te herstellen; en
- 7°
bij een ingetekende topografische kaart met de locatie van de handelingen, de verspreiding van de soorten en de locatie van de mitigerende en compenserende maatregelen;
- e.
de resultaten van een verricht natuurwaardenonderzoek met ten minste de volgende gegevens:
- 1°
een aanduiding van de aan- of afwezigheid van soorten;
- 2°
de omvang van de aanwezige populatie soorten;
- 3°
een aanduiding van de gevolgen van de activiteit in het werkgebied op de staat van instandhouding van de aanwezige soorten; en
- 4°
een beschrijving voor elke fase van de activiteit met ten minste de gevolgen van de daaraan voorafgaande fase en de gevolgen van mitigerende maatregelen als bedoeld onder d, onder 5°, of compenserende maatregelen als bedoeld onder d, onder 6°; en
- f.
als de activiteit nodig is voor onderzoek aan of naar soorten: gegevens over:
- 1°
de achtergrond en de aanleiding van het onderzoek;
- 2°
de doelstellingen van het onderzoek en de bijbehorende onderzoeksvragen;
- 3°
de methoden en technieken die worden toegepast om de onderzoeksvragen te beantwoorden en de wijze waarop wordt omgegaan met de vogels;
- 4°
de beschikbare protocollen, richtlijnen of standaarden die worden toegepast;
- 5°
de onderzoekshandelingen;
- 6°
de relatie met eerder verricht onderzoek en de resultaten daarvan;
- 7°
de samenwerking met andere instituten of onderzoekers;
- 8°
de wijze waarop de voortgang van het onderzoek wordt gemonitord;
- 9°
de deskundigheid van de onderzoekers;
- 10°
de planning van het onderzoek, uitgesplitst naar onderzoeksfases, beslis- en interventiemomenten en werkzaamheden; en
- 11°
de geraadpleegde literatuur.
2.
Het natuurwaardenonderzoek, bedoeld in het eerste lid, onder e:
- a.
is verricht door een persoon met aantoonbare specifieke ecologische kennis en ervaring, die ecologisch advies versterkt of werkzaamheden begeleidt op het gebied van situaties, habitats en soorten; en
- b.
bevat gegevens waarvan de jongste gegevens niet ouder zijn dan drie jaar, of korter als in de periode tussen het onderzoek en de aanvraag de locatie en het gebied rondom de locatie waarop de activiteit wordt verricht ingrijpend zijn gewijzigd.