Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 9.32 (voorschriften over wanneer interventiepunten worden bereikt
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Aan een omgevingsvergunning worden voorschriften verbonden die inhouden dat de signaalwaarde, bedoeld in artikel 8.62l, eerste lid, onder a, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is:
- a.
als één referentiepunt is aangewezen:
- 1°
als minder dan 30 metingen zijn verricht: de concentratie van een stof op het referentiepunt, vermenigvuldigd met 1,3; of
- 2°
als 30 of meer metingen zijn verricht: de waarde waaronder 98% van de metingen liggen;
b.
als meer dan een referentiepunt is aangewezen: het gemiddelde van de signaalwaarden op de afzonderlijke referentiepunten.
2.
Aan een omgevingsvergunning worden voorschriften verbonden die inhouden dat de herhaalde meting, bedoeld in artikel 8.62l, eerste lid, onder b, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, wordt uitgevoerd door een door de vergunninghouder ingeschakelde deskundige.