Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 5.61 (breedplaatvloeren)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
03-04-2024, Stcrt. 2024, 12699 (uitgifte: 12-04-2024, regelingnummer: 2024-0000165749)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2024, Stcrt. 2024, 12699 (uitgifte: 12-04-2024, regelingnummer: 2024-0000165749)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Als bouwwerk waarop artikel 3.6 van het Besluit bouwwerken leefomgeving van toepassing is wordt aangewezen een bouwwerk met breedplaatvloeren die:
- 1.
een overspanning hebben van meer dan 8,5 m; of
- 2.
zijn toegepast in niet-geĆÆsoleerde daken.
2.
Onder de aanwijzing valt niet een bouwwerk:
- a.
als bedoeld in artikel 4.1.2a van de Invoeringsregeling Omgevingswet;
- b.
dat voor 1 januari 2000 gereed is gemeld; of
- c.
waarvoor na 1 januari 2018 een omgevingsvergunning is verleend.
3.
Onder de aanwijzing vallen ook niet gedeelten van een bouwwerk met alleen een woonfunctie of een nevengebruiksfunctie daarvan, anders dan een overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen.
4.
Het onderzoek wordt verricht volgens het Stappenplan beoordeling bestaande gebouwen met breedplaatvloeren.
5.
De uitkomsten van het onderzoek worden voor 1 juli 2025 in een rapport vastgelegd.
6.
Met een onderzoek en rapport als bedoeld in dit artikel worden gelijkgesteld een ander onderzoek en rapport dat naar het oordeel van het bevoegd gezag aantoont dat de constructieve veiligheid van de breedplaatvloeren in het bouwwerk voldoet aan paragraaf 3.2.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.