Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 2.31 (geometrische begrenzing gebieden hoogtebeperkingen communicatie-, navigatie- en radarapparatuur voor de burgerluchtvaart)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
De geometrische begrenzing van gebieden waar bouwwerken communicatie-, navigatie- en radarapparatuur buiten Schiphol of overige burgerluchthavens van nationale en regionale betekenis kunnen verstoren als bedoeld in artikel 5.161a, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is vastgelegd in bijlage III.
2.
De maximaal toelaatbare hoogte voor bouwwerken, bedoeld in artikel 5.161a, tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is vastgelegd in bijlage III.
3.
De maximaal toelaatbare hoogte voor windturbines, bedoeld in artikel 5.161a, derde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is vastgelegd in bijlage III.
4.
De geometrische begrenzing van gebieden waar bouwwerken het civiele radarbeeld kunnen verstoren als bedoeld in artikel 5.161a, vijfde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is vastgelegd in bijlage III.
5.
De geometrische begrenzing van gebieden waar windturbines het civiele radarbeeld kunnen verstoren als bedoeld in artikel 5.161a, vijfde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is vastgelegd in bijlage III.