Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 2.30 (aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden hoofdspoorwegen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
29-06-2021, Stcrt. 2021, 34775 (uitgifte: 02-07-2021, regelingnummer: IenW/BSK-2021/174563)
19-03-2021, Stcrt. 2021, 15868 (uitgifte: 26-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2019, Stcrt. 2019, 56288 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
De beperkingengebieden met betrekking tot hoofdspoorwegen, bedoeld in artikel 2.21a, eerste lid, aanhef en onder c, van de wet, zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
2.
De geometrische begrenzing van de kernzones van beperkingengebieden met betrekking tot een hoofdspoorweg is vastgelegd in bijlage III.
3.
De geometrische begrenzing van de overwegzones van beperkingengebieden met betrekking tot een hoofdspoorweg is vastgelegd in bijlage III.
4.
De geometrische begrenzing van de beschermingszones van beperkingengebieden met betrekking tot een hoofdspoorweg is vastgelegd in bijlage III.