Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 3.55
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
22-04-2022, Stcrt. 2022, 11749 (uitgifte: 26-04-2022, regelingnummer: 2022-0000205329)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
(verdeelsleutel en doorberekenen toezichtkosten)
1.
De bijdrage per instrumentaanbieder voor de toezichtkosten van de toelatingsorganisatie wordt berekend als volgt:
- a.
per instrument wordt een variabele bijdrage in rekening gebracht, gebaseerd op het aantal keren dat het instrument per gevolgklasse wordt toegepast, waarbij onderscheid wordt gemaakt in een bedrag per woning en een bedrag per overig bouwwerk; en
- b.
als peildatum voor het aantal projecten geldt de begindatum van de bouwwerkzaamheden, zoals door de instrumentaanbieder gemeld aan de toelatingsorganisatie.
2.
De variabele marktbijdrage, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt per instrumentaanbieder vastgesteld door middel van de volgende formule, waarbij wordt verstaan onder:
marktbijdrage toezichtskosten per instrument
gk: gevolgklasse;
B: totale toezichtkosten toelatingsorganisatie;
W: totaal aantal woningen per gevolgklasse, zoals door de instrumentaanbieder gemeld aan de toelatingsorganisatie; en
P: totaal aantal utiliteitsbouw plus infrastructuurprojecten per gevolgklasse, zoals door de instrumentaanbieder gemeld aan de toelatingsorganisatie.