Einde inhoudsopgave
Omgevingsregeling
Artikel 16.4 (bevoegdheden minister bij misbruik van de landelijke voorziening)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Om aantasting van de beveiliging, misbruik of oneigenlijk gebruik van de landelijke voorziening te signaleren en adequaat te beƫindigen, kan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:
- a.
controles uitvoeren op de gegevens in de landelijke voorziening;
- b.
bij het vermoeden van misbruik of oneigenlijk gebruik de toegang tot de landelijke voorziening onderbreken; of
- c.
bij geconstateerd misbruik of oneigenlijk gebruik de toegang tot de landelijke voorziening beƫindigen.