Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/5.5:5.5 Herstel door de rechter bij wie de zaak heeft gediend
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/5.5
5.5 Herstel door de rechter bij wie de zaak heeft gediend
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS441424:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Arubaanse rekest-civielzaken: HR 14 november 1986 (Marsman/Mansur), NJ 1987, 209 (A) en GHvJNAA 22 februari 2000 (Galazy/Vis), NJ 2000, 424 (A).
HR 19 december 2008 (3Span/Recreatiebeheer), LJN BG1680 (NL), rov. 33. Zie voor verdere vindplaatsen: conclusie A-G Timmerman in voetnoot 14. Voorts: HR 10 juli 2009, LJN BI4193 (NL), rov. 4.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ingevolge art. 399 RvNL staat cassatieberoep niet open voor degene die zijn bezwaren kan doen herstellen door de rechter bij wie de zaak heeft gediend. Te denken valt aan verzet (art. 84), herroeping (art. 382), verbetering (art. 66) en aanvulling (art. 66a).
In Antilliaanse/Arubaanse zaken is verzet tegen een door het Hof in hoger beroep gewezen vonnis niet mogelijk (art. 284). Er is geen overlap tussen cassatiegronden en herroepingsgronden (tot Rv 2005 wel tussen cassatiegronden en gronden voor rekest-civiel).1 De Hoge Raad blijkt bereid om ondanks art. 399 RvNL een kennelijke fout in de bestreden uitspraak niet alleen verbeterd te lezen, maar ook zelf te verbeteren2 De Hoge Raad gaat vermoedelijk niet over tot aanvulling van het vonnis indien de feitenrechter heeft verzuimd te beslissen op een onderdeel van het gevorderde. Dit lijkt de enige beperking die art. 399 RvNL oplegt.
Art. 399 RvNL brengt ook mee dat cassatie niet mogelijk is tegen voorlopige beslissingen in tussenuitspraken. Deze regel speelt tot nog toe in Antilliaanse/Arubaanse zaken nauwelijks een rol vanwege art. 4 Cassatieregeling (zie paragraaf 5.9).