Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/5.6:5.6 Berusting
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/5.6
5.6 Berusting
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS448809:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vergelijk: conclusie A-G Huydecoper onder 10 voor HR 6 maart 2009 (Grul/Van den Bosch q.q.), LJN BG9909 (C).
Dit blijkt ook uit rechtspraak. Bijvoorbeeld: HR 8 juni 2007 (W./Officier van Justitie), NJ 2008, 142, m.nt. HJS (NL), rov. 3.5.2, met verdere vindplaatsen onder 2.2 van de conclusie van A-G Timmerman.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De regel dat cassatieberoep niet openstaat voor degene die in de uitspraak heeft berust (art. 400 RvNL) is van overeenkomstige toepassing in Antilliaanse/Arubaanse zaken.1
Blijkens art. 3 Cassatieregeling is het zonder voorbehoud meewerken aan tenuitvoerlegging van een uitspraak op zichzelf onvoldoende om berusting in die uitspraak te kunnen aannemen.2 Zo geldt het zonder voorbehoud meewerken aan de tenuitvoerlegging van een einduitspraakcomponent in een deeluitspraak niet als berusting. Dat doet er niet aan af dat de cassatietermijn terstond begint te lopen. Het meewerken aan de uitvoering van een opdracht in een tussenvonnis geldt ook niet als berusting in het tussenvonnis. De omstandigheid dat een partij zonder voorbehoud tracht het hem opgedragen bewijs te leveren, brengt bijvoorbeeld niet mee dat de partij berust in de beslissing over de bewijslastverdeling.