Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/BIJLAGE 5:BIJLAGE 5 Tekst van de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba, met vermelding van de wijzigingen daarin vanaf het ontwerp van 1960
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/BIJLAGE 5
BIJLAGE 5 Tekst van de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba, met vermelding van de wijzigingen daarin vanaf het ontwerp van 1960
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS447525:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
§ 1. Algemene bepaling
…
Artikel 1
De Hoge Raad der Nederlanden neemt ten aanzien van burgerlijke en strafzaken in de Nederlandse Antillen en Aruba, voor zover in deze Rijkswet niet anders is bepaald, in overeenkomstige gevallen, op overeenkomstige wijze en met overeenkomstige rechtsgevolgen als ten aanzien van burgerlijke en strafzaken in Nederland, kennis van een beroep in cassatie, ingesteld hetzij door partijen, hetzij "in het belang der wet" door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad.
Ook verkeerde toepassing of schending van de Nederlandse wet levert in burgerlijke en strafzaken in de Nederlandse Antillen en Aruba grond tot vernietiging op.
Ontwerp 1960: De Hoge Raad der Nederlanden neemt ten aanzien van burgerlijke en strafzaken in de Nederlandse Antillen, voor zover in deze Rijkswet niet anders is bepaald, in overeenkomstige gevallen, op overeenkomstige wijze en met overeenkomstige rechtsgevolgen als ten aanzien van burgerlijke en strafzaken in Nederland, kennis van de eis tot cassatie, ingesteld hetzij door partijen, hetzij "in het belang der wet" door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad.
Nota van wijzigingen 1961: De huidige tekst wordt genummerd tot lid 1. In plaats van "de eis tot cassatie" wordt gelezen: een beroep in cassatie. Een tweede lid wordt toegevoegd luidende:
Ook verkeerde toepassing of schending van de Nederlandse wet levert in burgerlijke en strafzaken in de Nederlandse Antillen grond tot vernietiging op.
PB 1986 no. 21: In lid 1 en 2 wordt "Nederlandse Antillen" vervangen door: Nederlandse Antillen en Aruba.
§ 2. Cassatie in burgerlijke zaken ingesteld door partijen
…
Artikel 2
Beroep in cassatie kan in burgerlijke zaken door partijen slechts worden ingesteld, indien het betreft een vonnis dan wel een beschikking en indien niet blijkt dat:
het onderwerp van de vordering een waarde heeft van duizend gulden of minder in Nederlands-Antilliaans of Arubaans courant of
het een beslissing betreft over een aangifte of over een aanvrage tot faillietverklaring, over homologatie van een akkoord of over het verlenen van voorlopige of definitieve surseance van betaling.
Ontwerp 1960: De eis tot cassatie kan in burgerlijke zaken door partijen slechts worden ingesteld, indien het betreft een vonnis dan wel een beschikking en indien niet blijkt dat:
het onderwerp van de vordering een waarde heeft van duizend gulden of minder in Antilliaans courant of
het een beslissing betreft over een aangifte of over een aanvrage tot faillietverklaring, over homologatie van een akkoord of over het verlenen van voorlopige of definitieve surseance van betaling.
Nota van wijzigingen 1961: In plaats van "De eis tot cassatie" wordt gelezen: Beroep in cassatie.
PB 1986 no. 21: Onder a wordt "Antilliaans" vervangen door: Nederlands-Antilliaans of Arubaans.
Artikel 3
Van beslissingen, welke aan het eindvonnis of de eindbeschikking voorafgaan, mag, ook indien zij een eindbeslissing inhouden, beroep in cassatie slechts ingesteld worden tegelijk met zodanig beroep van het eindvonnis of de eindbeschikking. Voor berusting in eerstgenoemde beslissingen wordt niet gehouden de tenuitvoerlegging ervan zonder voorbehoud van degene, die er zich mede bezwaard acht.
Ontwerp 1960: Van beslissingen, welke aan het eindvonnis of de eindbeschikking voorafgaan, mag, ook indien zij een eindbeslissing inhouden, beroep in cassatie slechts ingesteld worden tegelijk met zodanig beroep van het eindvonnis of de eindbeschikking. Voor berusting in eerstgenoemde beslissingen wordt niet gehouden de tenuitvoerlegging ervan zonder voorbehoud van degene, die er zich mede bezwaard acht.
Artikel 4
De termijn voor het beroep in cassatie is drie maanden. In de gevallen, waarin de termijn voor het hoger beroep korter is dan één maand, is de termijn voor het beroep in cassatie het drievoud van de voor het hoger beroep bepaalde termijn met een minimum van één maand.
Ontwerp 1960: De termijn voor het beroep in cassatie is drie maanden. In de gevallen, waarin de termijn voor het hoger beroep korter is dan één maand, is de termijn voor het beroep in cassatie het drievoud van de voor het hoger beroep bepaalde termijn met een minimum van één maand.
Artikel 5
De termijnen van dagvaarding worden bij algemene maatregel van rijksbestuur vastgesteld.
Het exploit van dagvaarding zal door de deurwaarder bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba worden gedaan op de wijze als voorgeschreven is voor het doen van exploiten in de eerste Afdeling van de eerste titel van het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen en Aruba.
De eiser tot cassatie is verplicht, op straffe van verval van het exploit van dagvaarding, om binnen een bij algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen termijn na het tijdstip, waarop het exploit van dagvaarding is gedaan, daarvan ter griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba in een daartoe bestemd register aantekening te doen houden. Een door de griffier van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba ondertekend afschrift van deze aantekening wordt, tegelijk met de aanbieding van de dagvaarding, ter inschrijving op de rol aan de griffie van de Hoge Raad overgelegd.
Ontwerp 1960:
De termijnen van dagvaarding worden bij algemene maatregel van rijksbestuur vastgesteld.
Het exploit van dagvaarding zal door de deurwaarder bij het Hof van Justitie worden gedaan op de wijze als voorgeschreven is voor het doen van exploiten in de eerste Afdeling van de eerste titel van het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen.
De eiser tot cassatie is verplicht, op straffe van verval van het exploit van dagvaarding, om binnen drie dagen, nadat het exploit van dagvaarding is gedaan, daarvan ter griffie van het Hof van Justitie in een daartoe bestemd register aantekening te doen houden. Een door de griffier van het Hof van Justitie ondertekend afschrift van deze aantekening wordt, tegelijk met de aanbieding van de dagvaarding, ter inschrijving op de rol aan de griffie van de Hoge Raad overgelegd.
Stb. 1963 no. 546: In lid 3 wordt in plaats van "om binnen drie dagen, nadat" gelezen: om binnen een bij algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen termijn na het tijdstip, waarop.
PB 1986 no. 21: In lid 2 wordt "Nederlandse Antillen" vervangen door: Nederlandse Antillen en Aruba. In lid 2 en 3 wordt "het Hof van Justitie" vervangen door: "het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Artikel 6
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba mag of moet de voorlopige tenuitvoerlegging van een vonnis dan wel een beschikking niettegenstaande cassatie gelasten in dezelfde gevallen en op dezelfde wijze, waarin dit in eerste aanleg is toegelaten of bevolen niettegenstaande verzet of hoger beroep.
Ontwerp 1960: Het Hof van Justitie mag of moet de voorlopige tenuitvoerlegging van een vonnis dan wel een beschikking niettegenstaande cassatie gelasten in dezelfde gevallen en op dezelfde wijze, waarin dit in eerste aanleg is toegelaten of bevolen niettegenstaande verzet of hoger beroep.
PB 1986 no. 21: "Het Hof van Justitie" wordt vervangen door: "Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Artikel 7
Bij de overeenkomstige toepassing van artikel 22 van de wet van 4 juli 1957, Stb. 233, treedt de president van de Hoge Raad in de plaats van de president van de rechtbank.
Ontwerp 1960: Bij de overeenkomstige toepassing van artikel 22 van de wet van 4 juli 1957, Stb. 233, treedt de president van de Hoge Raad in de plaats van de president van de rechtbank.
Artikel 8
De zaak kan bij de Hoge Raad ook worden bepleit door advocaten, ingeschreven bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Ontwerp 1960: De zaak kan bij de Hoge Raad ook worden bepleit door advocaten, ingeschreven bij het Hof van Justitie.
PB 1986 no. 21: "het Hof van Justitie" wordt vervangen door: "het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Artikel 9
Indien verwijzing der zaak naar een andere rechter moet plaats hebben, geschiedt deze verwijzing steeds naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba is bij de behandeling van een zaak, als bedoeld in het vorige lid, zoveel mogelijk samengesteld uit rechters die nog niet over de zaak hebben geoordeeld.
Indien de Hoge Raad ten principale recht heeft gedaan, wordt deze beslissing ten uitvoer gelegd als een eindbeslissing in de Nederlandse Antillen en Aruba in hoger beroep gegeven.
Ontwerp 1960:
Indien verwijzing der zaak naar een andere rechter moet plaats hebben, geschiedt deze verwijzing steeds naar het Hof van Justitie.
Het Hof van Justitie is bij de behandeling van een zaak, als bedoeld in het vorige lid, zoveel mogelijk samengesteld uit rechters die nog niet over de zaak hebben geoordeeld.
Indien de Hoge Raad ten principale recht heeft gedaan, wordt deze beslissing ten uitvoer gelegd als een eindbeslissing in de Nederlandse Antillen in hoger beroep gegeven.
PB 1986 no. 21: In lid 1 en 2 wordt "het Hof van Justitie" vervangen door: "het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. In lid 3 wordt "Nederlandse Antillen" vervangen door: Nederlandse Antillen en Aruba.
§ 3. Cassatie in strafzaken ingesteld door partijen
(...)
§ 4. Cassatie in het belang der wet
(...)
§ 5. Overgangs- en slotbepalingen
(...)
Artikel 17
De Hoge Raad neemt geen kennis van een beroep in cassatie ingesteld door partijen tegen eindvonnissen of eindbeschikkingen, die in de Nederlandse Antillen en Aruba gewezen zijn voordat deze rijkswet aldaar in werking is getreden.
Ontwerp 1960: De Hoge Raad neemt geen kennis van een eis tot cassatie ingesteld door partijen tegen eindvonnissen of eindbeschikkingen, die in de Nederlandse Antillen gewezen zijn voordat deze rijkswet aldaar in werking is getreden.
Nota van wijzigingen 1961: In plaats van "eis tot cassatie" wordt gelezen: beroep in cassatie.
PB 1986 no. 21: "Nederlandse Antillen" wordt vervangen door: Nederlandse Antillen en Aruba.
Artikel 18
Ontwerp 1960: Het Koninklijk besluit van 23 februari 1909 (Stb. 59, Gouvernementsblad nr. 25, Publicatieblad nr. 14) wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 wordt in plaats van "de Hoven van Justitie in de koloniën Suriname en Curacao" gelezen: het Hof van Justitie in Suriname.
In artikel 11 wordt in plaats van "in de kolonie" gelezen: in Suriname.
In artikel 12 wordt in plaats van "van de kolonie" gelezen: van Suriname.
In artikel 13 vervallen de woorden: en Curacao.
In artikel 14 wordt in plaats van "de Hoven van Justitie" gelezen: het Hof van Justitie in Suriname.
In het tweede lid wordt in plaats van "de Hoven" gelezen: het Hof.
Nota van wijzigingen 1961: Het onder D gestelde wordt gelezen: In artikel 13 vervallen de woorden: en Curacao. In plaats van "de kolonie" wordt in dat artikel gelezen: dat land.
Artikel 19
Deze rijkswet kan worden aangehaald als: Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba.
Zij treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.
Ontwerp 1960:
Deze rijkswet kan worden aangehaald als: Cassatieregeling voor de Neder landse Antillen.
Zij treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.
PB 1986 no. 21: In lid 1 wordt "Nederlandse Antillen" vervangen door: Nederlandse Antillen en Aruba.