RvdW 2022/998:Caribische zaak. Verdachte is n-o verklaard in h.b. Verontschuldigbare termijnoverschrijding? HR: hof heeft kennelijk vastgesteld dat aan verdachte, toen hij op laatste dag binnen appeltermijn, naar griffie van gerecht wilde gaan om h.b. in te stellen, daar door ambtenaar van Landelijke Beveiligingsdienst is meegedeeld — anders dan uit art. 445 lid 1 SvC volgt — dat hij daarvoor advocaat nodig had, waarna verdachte is vertrokken. Oordeel van hof strekt ertoe dat geen sprake is van bijzondere, verdachte niet toe te rekenen omstandigheden die overschrijding van termijn verontschuldigbaar doen zijn. Dat oordeel is niet z.m. begrijpelijk, gelet op wat hof heeft vastgesteld over aan verdachte verstrekte ambtelijke informatie. Volgt vernietiging en terugwijzing.